125 overeenkomstig door Burgemeester en We voorschriften, bij de Commissie van Beheer Wethouders gegeven in. Art. 18. Het is den Directeur verboden: a. middellijk ot onmiddellijk deel te nemen aan eenige aanneming of leveling ten behoeve van de gemeente; b. middellijk of onmiddellijk geschenken aan te nemen van vleeschverkoopers en gebruikers van het Openbaar Slachthuis, benevens van leveranciers en aannemers van die inrichting; c. werklieden in dienst der gemeente te gebruiken voor zijn persoonlijke of huiselijke belangen; d. aan anderen dan de Commissie van Beheer bescheiden af te geven ot te doen afgeven zonder vergunning van Burge meester en Wethouders. Art. 19. Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1916. Op dien datum vervalt de verordening van 5 Maart 1903 (Gem. Blad No. 16). houdende instructie voor den Directeur van het Openbaar Slachthuis. V. VERORDENING, houdende Instructie voor den Keurings veearts, tevens adjunct-directeur van het Openbaar Slachthuis. Artikel 1. De Keurings-veearts staat onder de bevelen van de Commissie van Beheer en meer in het bijzonder onder die van den Directeur van het Openbaar Slachthuis. Art. 2. Hij staat den Directeur bij in alles, wat op de dagelijksche lei ding van den dienst aan het Openbaar Slachthuis, daaronder begrepen de vee- en vleeschkeuring, betrekking heeft. Art. 3. Hij vervangt den Directeur bij ziekte, afwezigheid en ont stentenis. Art. 4 Zijn werkzaamheden, voor zoover deze betreffen administra tieve bezigheden en het verrichten van keuringen, worden door den Directeur geregeld. Voor zooveel betreft de werkzaamheden, vroeger aan den gemeente-veearts opgedragen, heeft die regeling plaats door Burgemeester en Wethouders. Hij is ook belast met de microscopische, bacteriologische en chemische onderzoekingen, voor zoover deze niet door den Directeur worden verricht. Art. 5. Hij is bovendien verplicht tot het verrichten van alle tot zijn werkkring behoorende bezigheden en onderzoekingen, welke in het belang van de gemeente moeten worden geacht, ook al heeft hij daartoe geen speciale opdracht van den Directeur ontvangen. Art. 6. Zijn diensturen en de wijze van verdeeling daarvan alsmede de tijden, waarop hij dagelijks op het Openbaar Slachthuis aanwezig moet zijn, worden door den Directeur vastgesteld. Art 7. Van al zijne handelingen, voor zoover zij betrekking hebben op zijne werkzaamheden als keurings-veearts, is hij verant woording schuldig aan den Directeur. Art. 8. Hij houdt nauwkeurig aanteekening van de door hem verrichte keuringen en onderzoekingen, voor zoover de Directeur dit noodig oordeelt, zoomede van de door hem verrichte vroeger aan den gemeente-veearts opgedragen werkzaamheden, en levert daarvan aan den Directeur verslag in op de wijze en op de tijdstippen, door dezen te bepalen. De Directeur zendt de verslagen van de werkzaamheden van den gemeente- veearts aan Burgemeester en Wethouders. Art. 9. Processen-verbaal, door hem opgemaakt ter zake van over treding van verordeningen, waarvan de opsporing mede aan hem is opgedragen, zendt hij dadelijk aan den Directeur. Blijkt hem overtreding van andere verordeningen of bepa lingen, op het Slachthuis of de vee- en vleeschkeuring be trekking hebbende, dan geeft hij onmiddellijk kennis aan den Directeur. Art. 10. Hij is verplicht van alle bijzonderheden, welke zich in zijn dienst voordoen, den Directeur onmiddellijk mededeeling te doen. Art. 11. Het is hem verboden bestellingen of uitgaven ten behoeve van den dienst aan het Openbaar Slachthuis te doen zonder machtiging van den Directeur. Art. 12. Is hij verhinderd zijne betrekking waar te netnerr, dan geeft hij onmiddellijk kennis aan den Directeur. Voor een verlof van ten hoogste vier dagen heeft hij zich te wenden tot den Directeur; voor een langer verlof moet, door diens tusschenkomst, de toestemming van Burgemeester en Wethouders gevraagd worden. Art. 13. Het is hem verboden a. middellijk of onmiddellijk deel te nemen aan eenige aan neming of levering ten behoeve van de gemeente; b. middellijk of onmiddellijk geschenken aan te nemen van vleeschverkoopers en gebruikers van het Openbaar Slachthuis, benevens van leveranciers en aannemers van die inrichting; c. werklieden in dienst der gemeente te gebruiken voor zijne persoonlijke of huiselijke belangen; d. aan anderen dan de Commissie van Beheer bescheiden af te geven of te doen afgeven zonder vergunning van den Directeur. Art. 14. Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1916. Op dien datum vervalt de verordening van 5 Maart 1903 (Gem. Blad no. 17), houdende instr uctie voor den Keurings- veearts, tevens adjunct-directeur van het Openbaar Slachthuis. VI. VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van 12 Juli 1906 (Gem.Blad No. 28), regelende de invordering van belastingen voor het gebruik van het Openbaar Slachthuis te Leiden, gewijzigd bij verordening van 11 Mei 1911 (Gem.Blad No. 16). Artikel 1. Artikel 1 van bovengenoemde verordening wordt gelezen als volgt »De belasting wordt ingevorderd door den Kassier-Boek houder''. Art. 2. Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1916. b. het raadsbesluit van 31 October 1912 tot toekenning van eene persoonlijke toelage van f500.'s jaars aan den Directeur van het Openbaar Slachthuis, Dr. W. Stuurman, in dien zin te wijzigen, dat zijn jaarwedde en zijn persoonlijke toelage tezamen niet meer mogen bedragen dan 3500.en deze toelage derhalve geheel vervalt, zoodia de jaarwedde van den heer Stuurman als Directeur van het Slachthuis ƒ3500.— of meer bedraagt. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 10 September 1915. Naar aanleiding van het hierbij teruggaand rapport van den Directeur van het Openbaar Slachthuis van 7 November 1914 No. 1958 met bijbehooreride concept-verordeningen be treffende de invoering van een commercieel beheer, hebben wij de eer Uw College het volgende te berichten. Wij hebben de door den Directeur ontworpen regeling aandachtig bestudeerd. Wij hebben daarbij vooropgezet, dat, indien men het Slachthuis tot een zelfstandig bedrijf wil maken, het gewenscht is dat eigen beheer zoo consequent mogelijk door te voeren, daarbij echter niet meer dan noodig is afwijkende van het bestaande. Ook kwam het ons gewenscht voor de nieuwe bedrijfsver- ordening zooveel mogelijk te schoeien op de leest van de bedrijfsverordening der Lichtfabrieken en der gestichten Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest Vooral de laatste ver ordening is onze leiddiaad geweest, terwijl ook met de be staande regelingen elders is rekening gehouden. Noodig was naiuu'lijk ook in acht te nemen de wenschen door Gedeputeerde Staten ten aanzien van den inhoud van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1915 | | pagina 5