102 DONDERDAG 5 AUGUSTUS 1915. VI Verzoek van Mej. A. A. van der Heide, om eervol ont slag als onderwijzeres aan de Meisjesschool 2e klasse. (Zie Ing. St. No. 152). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. VII. Verzoek van M. van Zwieten de Blom, om eervol ontslag als onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de school der 3e klasse No. 3. (Zie Ing. St. No. 147). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. VIII. Rekening, dienst 1914 van den Armenraad. (Zie Ing St. No. 142). De beraadslaging wordt geopend. De heer van der Pot. Naar aanleiding van de rekening zou ik gaarne eene vraag willen doen. Er blijkt uit, hetgeen wij al wisten, dat afgescheiden van de installatiekoster), de Armenraad ook jaarlijks een niet on belangrijk bedrag aan de gemeente zal kosten. Nu zou ik gaarne overtuigd willen worden, dat dit bedrag werkelijk goed uitgegeven is en ik zou daarom de vraag willen doen, of wij mettertijd omtrent het werk van den Armenraad iets zullen vernemen, of anders bij het gemeenteverslag over 1914, dat wij zeker eerstdaags mogen verwachten, een verslag over die werkzaamheden zullen aantreffen, zoodat wij daaromtrent ons een oordeel kunnen vormen. De Voorzitter. Het verslag van den Armenraad komt in het Gemeenteverslag. Het treft juist ongelukkig, want bij de goedkeuring van de rekening mogen de heeren, die in den Armenraad zitten, hier niet aanwezig zijn, doch misschien wanneer het verslag verschenen is, zult U meer inlichtingen krijgen. Het lijkt mij ook het beste, dat U de vraag richt tot die heeren, die U de inlichtingen het best kunnen geven, wanneer zij hier aanwezig zijn. De heer van der Pot. Ik vertrouw, dat het verslag mij wel alle gewenschte inlichtingen zal geven. De beraadslaging wordt gesloten. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkom stig het praeadvies besloten. (De heeren Briët en Reimeringer hadden tijdens de behan deling van dit punt tijdelijk de vergadering verlaten.) IX. Voorstel tot overbrenging van het dienstjaar 1914 op dat van 1915 van de benoodigde gelden voor de voldoening van eenige onbetaald gebleven vorderingen en tot voldoening van gelden uit den post »On voorziene Uitgaven" voor 1915. (Zie Ing. St. No. 148.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. X. Verordening, houdende wijziging der verordening op de Brandweer. (Zie Ing. St. No. 160.) Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd. Het eenig artikel en daarmede de geheele verordening wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. XI. Verzoek van de afdeeling Leiden van den Nederlandschen Roomsch-Katholieken Volksbond, om verhooging van de ten behoeve van de teekenschool dier afdeeling, toegekende subsidie. (Zie Ing. St. No. 154.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. XII. Verordening, houdende wijziging der verordening, regelende de invordering van de belasting onder den naam van «Liggeld" in de gemeente Leiden. (Zie Ing. St. No. 153.) Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd. Het eenig artikel en daarmede de geheele verordening wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. XIII. Voorstel inzake uitbreiding van de ingevoerde nood- regeling, betreffende de werkloosheidsverzekering. (Zie Ing. St. No. 158.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. XIV. Voorstel in zake de vergrooting van de bewaarschool in het Elisabethshof. (Zie Ing. St. Ne. 155). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. XV. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de aan schaffing van een schudapparaat, ten behoeve van de ijsfabriek van het Openbaar Slachthuis. (Zie Ing. St. No. 156.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. XVI. Voorstel tot verhooging van den gasprijs, met uitzon dering van het z.g. muntgas, voor particulieren te Leiden. (Zie Ing. St. No. 157.) De beraadslaging wordt geopend. De heer Sijtsma. M. d. V. Ik heb om gezondheidsredenen mij niet erg kunnen inspannen om deze zaak te bestudeeren, maar ik geloof, dat er ook niet veel studie voor noodig is om tot de conclusie te komen dat wij den gasprijs niet moeten verhoogen. Het is bovendien eene oude quaestie, die van alle kanten al bekeken is, wij weten dus wat wij aan elkaar hebben. Ik ben er nog, zooals bij de pas ingevoerde verhoo ging, tegen en had niet kunnen denken, dat Burgemeester en Wethouders zoo spoedig, nadat de voorzitter den vorigen keer iets omtrent den toestand der gasexploitatie had mede gedeeld, met dit voorstel zouden zijn gekomen en zoo spoedig gehoor hadden gegeven aan den wenk van den heer Pera, die toen den wensch te kennen gaf, een dergelijk voorstel maar heel spoedig in te dienen. De heer Pera zal de eenige wezen, die vandaag tevreden kan zijn, maar of de midden standers, die den heer Pera als hun vertegenwoordiger hier beschouwen, tevreden zullen zijn, zou ik betwijfelen. Ik moet erkennen, M. d. V. dat het een geduchte tegenvaller is, dat de gasfabriek ditmaal geen winst zal opleveren, waar wij jarenlang aan groote winsten gewoon zijn; maar wij moe ten eerst vragenwat is de oorzaak daarvan Die oorzaak ligt in de abnormale stijging van de steenkolenprijzen als gevolg van den oorlogstoestand. En nu lijkt het mij niet juist, om het nadeel, dat de oorlogstoestand teweeg brengt geheel te verhalen op menschen van den tegenwoordigen tijd en vooral niet op een gedeelte dat in het algemeen genomen daartoe het minst bij machte is. De regeering volgt die politiek ook niet. Wanneer deze bijv. de kosten van de mo bilisatie eens om wilde slaan in eene oorlogsbelasting, dan zouden de voorstanders van deze gasbelasting zeggendat gaat niet. Nu lijkt het mij ook beter om de zaak te verdeelen over een reeks van jaren; zoodoende zouden deze meerdere kosten door den hoogen steenkolenprijs veroorzaakt, ten ge volge van den oorlogstoestand, niet betaald worden door een enkele groep van menschen, en in den tijd der crisis. Op zichzelf beschouwd acht ik het ook onbillijk. Het gasverbruik heeft jarenlang medegewerkt om de belastingen omlaag te houden. Men noemde de gasfabriek de kurk, waarop de ge meente dreef. En nu op het moment er vermoedelijk met verlies gewerkt wordt, mogen wij den schadepost niet gaan inhalen op het gebruik van gas; dat zou een groot onrecht zijn. Dit klemt nog sterker, daar reeds een half jaar geleden de gasprijs verhoogd is en ook vooral, omdat het zal drukken op den middenstand, die het al zwaar heeft te verantwoorden in den tegenwoordigen tijd. Wij hebben dit zelf gevoeld, toen wij dezer dagen een credietverleening geldelijk steunden om den middenstand het geld leenen voor hun zaak te ver gemakkelijken. Daaruit blijkt, dat wij wel gevoelen, dat de middenstand door deze tijden zwaar wordt gedrukt. Dat de gebruikers der muntgasmeters worden vrijgesteld, doet niets van het onrecht af. Burgemeester en Wethouders noemen een paar lichtzijden. De eerste is, dat ook de buitengemeenten mee betalen. Dat schijnt inderdaad een lichtzijde, maar men moet niet ver geten, dat het verbruik van de buitengemeenten maar 20 bedraagt van het. geheele gasverbruik. Wanneer de verhoo ging 33.000 meer opbrengt, dan wordt daarin slechts voor ƒ6000 door de buitengemeenten bijgedragen. En het is nog de vraag, of de prijsverbooging zich in de toekomst daar niet zal wreken. Immers de gasprijs zal in de buitengemeenten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1915 | | pagina 4