W. v. Rossum du Chattel, DONDERDAG 5 AUGUSTUS 1915. 101 5°. Verzoek van P. A. Bogaert, om eervol ontslag als onder wijzer met verplichte hoofdakte aan de openbare school der 4e klasse No. 2. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders. 6°. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1915. Worden gesteld in handen der Reclame-Commissie. 7°. Rekening, dienst 1914, van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. 8°. Begrooting, dienst 1916, van de Stedelijke Werk inrichting. Worden gesteld in handen der Commissie van Financiën. 9°. Adres van het Bestuur der Vereeniging van den Han- deldrijvenden en lndustrieelen Middenstand voor Leiden en Omstreken, naar aanleiding van het voorstel van Burgemees ter en Wethouders, tot verhooging van den gasprijs. Dit stuk luidt als volgt: Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de Vereeniging van den Handeldrijvenden en lndustrieelen Middenstand voor Leiden en Omstreken, goedgekeurd bij Kon. Besluit van 2 November 1914, dat zij met belangstelling kennis nam van het voorstel van B. en W. om tot verhooging van den gasprijs over te gaan dat reeds bij de laatste verhooging van den gasprijs er door haar op gewezen werd, dat een gasprijsverhooging uitsluitend ten laste komt der gasverbruikers, waaronder zeer veel kleine winkeliers, die toen reeds bij de verhooging van 10% een belangrijk offer brachten aan de gemeentekas. Nu echter weder om een belangrijke stijging van den gasprijs wordt voorge steld klemmen deze bezwaren teméér, en zal bij aanneming van dit voorstel wederom een zeer groote groep van den middenstand worden getroffen; Redenen waarom zij Uwen Raad verzoekenalvorens tot verhooging van den gasprijs te besluiten, wel te willen over wegen of er geen andere middelen gevonden kunnen worden om het geraamde deficit te dekken. 't Welk doende enz. Voorzitter. M. H. van Hooff. Secretaris. Leiden 4 Augustus 1915. Zal worden behandeld bij punt 16 der agenda. Aan de orde is I. Onderzoek van de geloofsbrieven der nieuwbenoemde raadsleden. De Voorzitter. Mag ik de heeren Aalberse, Roem en Fokker verzoeken de Commissie te vormen tot het onder zoek der geloofsbrieven van de nieuw benoemde leden? Intus- schen schors ik voor eenige oogenblikken de vergadering. De vergadering wordt na eenigen tijd hervat. De Voorzitter, ik geef het woord aan den heer Aal berse tot het uitbrengen van het verslag der Commissie van onderzoek. De heer Aalberse. M. d. V. De commissie heeft zeer ernstig gezocht of er iets te vinden was in de geloofsbrieven, dat niet in orde was, maar tot ons genoegen zijn wij er niet in geslaagd iets te vinden. Wij kunnen echter alleen constateeren, dat het de com missie niet kon blijken, dat de heeren de benoeming hebben aangenomen; vermoedelijk omdat de commissie het vorige jaar heeft gezegd, dat het niet geheel formeel was gebeurd. Wij hebben dit nu niet kunnen constateeren; doch wanneer de Raad besluit om de heeren toe te laten, zal men toch moeten weten, of zij de benoeming aannemen. Dit is de eenige opmerking, die de commissie heeft te maken. De Voorzitter. Dat bezwaar bestaat niet, want in de artt. 12 en 17 van de Gemeentewet is uitdrukkelijk gezegd, welke stukken de nieuw gekozenen moeten overleggen en daar staat het door U bedoelde stuk niet bij. Art. 12 zegt, dat de benoemde van den Voorzitter van het hoofdstembureau afschriften van de opgemaakte proces sen-verbaal ontvangt. »Deze afschriften strekken den benoemde tot geloofsbrief." En in art. 17 staat De tot lid van den Raad benoemde legt, nevens zijn ge loofsbrief, aan den Raad over: een uittreksel uit de geboorteregisters enz.; een verklaring van den Burgemeester, dat hij gedurende het laatste aan zijne verkiezing voorafgaande jaar, zijne woon plaats binnen de gemeente gehad heeft; en een door hem zeiven af te geven verklaring, vermel dende alle openbare betrekkingen, die hij bekleedt. Een stuk waaruit blijkt, dat hij de benoeming aanneemt, behoeft hij dus niet over te leggen. Wanneer de tijd bepaald voor het kennisgeven aan Burgemeester en Wethouders, dat hij de benoeming aanneemt, verstreken is, zonder dat hij die kennisgeving heeft gedaan, dan schrijven Burgemeester en Wethouders een nieuwe verkiezing uit. Ik meen, dat het altijd verkeerd is papieren over te leggen, die niet gevorderd worden. De heer Aalberse. Dat had ik ook verondersteld. De Voorzitter. Kunnen de leden van den Raad zich met het- rapport van de Commissie vereenigen Zoo ja, dan is tot de toelating van de heeren J. Kore- vaar P.Azn., Dr. G. Fabius, H. M. Sasse, P. Hoogenboom, Mr. P. E. Briët, J. A. Bots, Mr. A. van der Eist, Mr. J. C. van der LipW. Pera, Mr. A. F. L. M. Tepe en B. J. Huur man Dzn besloten. (Gedurende de behandeling van het rapport hadden de heeren Korevaar, van der Eist, Pera, Briët en Hoogenboom tijdelijk de vergadering verlaten). De Voorzitter. Ik dank de heeren leden van de Com missie voor den verrichten arbeid. II. Benoeming van een lid der Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs (vacature-Zeeman). (Zie Ing. St. No. 143.) De Voorzitter. Mag ik de heeren van der Eist, Briët, Hoogenboom en van der Pot uitnoodigen het stembureau te willen uitmaken? Wordt benoemd met 20 stemmen de heer Prof. Dr. W. de Sitter; de heer Hoogenboom verkreeg 1 stem, terwijl 2 biljetten in blanco waren. III. Voorstel tot bestendiging van J. M. N. Kapteyn in de betrekking van leeraar aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. (Zie Ing. St. No. 159.) De heer Kapteijn wordt met 22 stemmen in zijn betrekking bestendigd; 1 biljet was in blanco. De Voorzitter. Ik stel voor den heer Kapteyn een bezol diging toe te kennen van ƒ100.per wekelijksch lesuur voor het tijdvak van 1—30 September 1915 en van 130.van af 1 October 1915. Zonder hoofdelijke stemming wordt dienovereenkomstig besloten. IV. Voorstel tot bestendiging van J. Hirschig in debetrek king van leeraar aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. (Zie Ing. St. No. 159.) De heer Hirschig wordt met 22 stemmen in zijn betrekking bestendigd; 1 biljet was in blanco. De Voorzitter. Ik stel voor de bezoldiging van den heer Hirschig vast te stellen op f 1940.per jaar voor het tijd vak van 130 September 1915, op 2200.van 1 19 October 1915 en op 2400.— van af 20 October 1915. Zonder hoofdelijke stemming wordt dienovereenkomstig besloten. De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor de genomen moeite. V. Verzoek van Mej. J A. A. Swaan, om eervol ontslag als onderwijzeres met verplichte hoofdakte aan de Meisjesschool 2e klasse. (Zie Ing. St. No. 151.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1915 | | pagina 3