GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. de Coster. 87 OOEKOVE^ STUKKEN, N°. 140. Leiden, 13 Juli 1915. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te dee- len, dat zij geene bedenkingen heeft tegen de voorgestelde verhoogingen van de begrootingsposten dienst 1915 voor op neming, aflossing en rentebetaling van kasgeld (Ing. St. no. 139). Evenmin heeft de Commissie bedenking tegen de voorgestelde verhooging van den begrootingspost dienst 1915 «Onderhoud van het Gymnasium" met 1350 (Ing. St. no. 135), indien de Raad tot het doen aanbrengen der daarbij bedoelde herstel lingen besluit Ten slotte deelt de Commissie [J mede, dat zij geen bezwaar heeft tegen de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde deelname voor 25 aandeelen a ƒ100.in de Onderlinge Koleri- reserve-Maatschappij (Ing. St. no. 138). Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 141. Leiden, 13 Juli 1915. Overeenkomstig de toezegging, U gedaan in ons praeadvies van 12 Mei j.l. (Ingek. Stukken no. 90) betreffende de voorzie ning in de eredietbehoefte van den kleinen Middenstand tengevolge van de oorlogscrisis, hebben wij er, na aanneming van ons voorstel door Uwe Vergadering, bij den Minister van Financiën op aangedrongen te bevorderen, dat door de Com missie van Uitvoering, alvorens eene beslissing omtrent de door de aangesloten plaatselijke banken aan haar in te zenden credietaanvragen te nemen, het advies wordt ingewonnen van een commissie van ingezetenen, die geacht mogen worden met den kleinen middenstand hier ter stede en zijne behoeften goed bekend te zijn. Thans is door ons nevensgaand schrijven van de Commissie van Uitvoering ontvangen, waarin zij mededeelt, dat de 1ste Leidsche Hulpbank met Winstdeeling, benevens het filiaal te Leiden van de Coöp. Centrale Middenstands-Credietbank in het Bisdom Haarlem, met zetel te Delft, zich tot medewerking bij de crediet-organisatie bereid verklaard hebben, en ons tevens met betrekking tot de adviseerende commissie van ingezetenen in overweging geeft, daarvoor één lid te doen aanwijzen door de vereeniging van den Handeldrij venden en Industrieelen Middenstand voor Leiden en Omstreken, één lid door «de Hanze" en den Voorzitter door Uwe Vergadering te doen benoemen. Naar aanleiding van dit schrijven hebben wij ons tot de besturen van genoemde twee vereenigingen gewend, met ver zoek ieder één lid hunner vereeniging aan te wijzen, bereid, om in de commissie van 'ingezetenen zitting te nemen. Als Voorzitter der commissie komt o. i. het meest in aan merking de Voorzitter der Commissie van Financiën, door welke commissie indertijd ir, het bijzonder is aangedrongen op het instellen van eene dergelijke commissie. Op grond van een en ander stellen wij U mitsdien voor Uw medelid, den heer A. L. Reimeringer, te benoemen tot Voorzitter der Commissie van advies uit de ingezetenen in zake het verleenen van crediet aan den kleinen Middenstand. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. 's Gravenhage, 25 Juni 1915. In vervolg op mijn schrijven A. No. 42 van 7 dezer be treffende het Crediet voor den kleinen Middenstand, heb ik de eer mede te deelen, dat zich tot medewerking bij de crediet-organisatie bereid verklaard hebben: De 1ste Leidsche Hulpbank met Winstdeeling, benevens het filiaal te Leiden van de Coop. Middenstands-Credietbank in het Bisdom Haarlem met zetel te Delft. Betreffende de adviseerende Commissie van ingezetenen, veroorlooft de Commissie van Uitvoering in overweging te geven, daarvoor een lid te doen aanwijzen door de kortelings opgerichte Neutrale Middenstands-Vereeniging en door «de Hanze" en een Voorzitter door den Gemeenteraad te doen benoemen. Ten slotte heb ik de eer mede te deelen, dat de Commissie van Uitvoering het aan het oordeel van de betreffende banken meent te moeten overlaten, op welke wijze aan de gelegen heid tot het bekomen van een crediet ruchtbaarheid kan wor den gegeven. De Secretaris, Aan Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. N° 142. Leiden, 13 Juli 1915. De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten, dat zij tegen de in hare handen gestelde rekening en verant woording, over het dienstjaar 1914, van den Armenraad, geen bedenkingen heeft. Zij adviseert U derhalve tot goedkeuring van die rekening te besluiten. De heer A. L. Reimeringer, lid van den Armenraad, heeft aan het onderzoek der rekening geen deel genomen. Aan den Gemeenteraad De Commissie van Financiën. N°. 148. Leiden, 10 Juli 1915. Wij hebben de eer Uw College hierbij te doen toekomen de navolgende aanbeveling ter benoeming van een lid onzer commissie ter voorziening in de vacature op 8 Mei j.l. ontstaan door het overlijden van den heer Prof. Dr. P. Zeeman. Onze aanbeveling luidt aldus: 1. Prof. Dr. W. DE SITTER. 2. P. HOOGENBOOM, Ingenieur van Rijnland. Voor zoover noodig vestigen wij er de aandacht op dat ingevolge artikel 5 der verordening van den 7den Mei 1896 (Gemeenteblad No. 6) voor de Plaatselijke Commissie van Toezicht op de scholen voor Middelbaar Onderwijs, de benoe ming ter vervulling van plaatsen die door overlijden openvallen, binnen drie maanden geschiedt. De Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs, Aug. L. Reimeringer, loco-Voorzitter. H. A. Sijpkens, Secretaris. Aan den Raad der gemeente Leiden. No. 144. Leiden, 10 Juli 1915. Wij hebben de eer Uw College hierbij te doen toekomen de navolgende aanbeveling ter benoeming van een lid onzer Commissie, ter vervuiling der vacature die op den eersten Dinsdag der maand September a. s. ontstaat, tengevolge van het periodiek aftreden van den heer Mr. H. M. A. Coebergb. Onze aanbeveling luidt aldus: 1. Mr. H. M. A. COEBERGH. 2 Dr. W. Th. M. WEEBERS, Arts. De Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs, Aug. L. Reimeringer, beo-Voorzitter. H. A. Sypkens, Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 145. Leiden, 14 Juli 1915. Naar aanleiding van Art. 5 van het reglement van beheer, hebben wij de eer U het volgende dubbeltal Voor te dragen, voor een lid van ons bestuur buiten den Gemeenteraad, dat jaarlijks op den eersten Dinsdag van September aftreedt, ditmaal zijnde de Heer S. J. Le Poole, die opnieuw benoem baar is. 1°. de Heer S. J. LE POOLE. 2°. de Heer Dr. Th. W. VAN LIDTH DE JEUDE. Bestuurderen van de Stedelijke Werkinrichting, J. G. v. d. Sluijs, Voorzitter. Aug. L. Reimeringer, Secretaris. Aan den Gemeenteraad van Leiden. N°. 146. Leiden, 15 Juli 1915. Curatoren van het Gymnasium hebben bij dezen de eer U mede te deelendat dit jaar op 1 October uit hun College aftreden 1. Professor Dr. S. G. de Vries, en 2. Mr. J. C. van der Lip.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1915 | | pagina 1