76 DONDERDAG 20 MEI 1915. vroeger wel eens geopperd. Maar er zijn groote bezwaren aan verbonden. In de eerste plaats is het eene kostbare geschie denis, vooral door de tegenwoordige hontprijzen maar tevens is het moeilijk een geschikt terrein te vinden. Ver weg kunnen wij ze niet plaatsen, want dan verliest de stad alle voor- deelendie zij van het garnizoen trekt. Men heeft er aan gedacht de barakken te plaatsen op het sportterrein aan den Zoeterwoudschen Singel, maar ook hieraan zijn groote be zwaren verbonden. Men moet toch niet gering denken over het reinhouden van een kampement van 500 a 1000 mensehen. Dit is een voornaam punt. En is er bovendien voor de om geving geen groot gevaar verbonden aan het neerzetten van zulke barakken? De beraadslaging wordt gesloten. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het praeadvies besloten. XIV. Verzoek van de Bouwvereeniging »de Goede Woning" om het haar toegekend woningvoorschot van ten hoogste f 149400.alsnog met f 14750.te verhoogen. (Zie Ing. St. No. 96). De Voorzitter. Het advies van de Gezondheidscommissie te dezer zake is zoo juist ingekomen en luidt als volgt: Leiden, den 18 Mei 1915. Met terugzending der bouwontwerpen en het bestek en voorwaarden voor den bouw van woonhuizen voor rekening van de Bouwvereeniging »de Goede Woning" te Leiden heeft de Gezondheidscommissie de eer U het navolgende te berichten. Na ingesteld onderzoek is haar gebleken, dat de bouw plannen geen wijziging hebben ondergaan, zoodat naar de daarover uitgebrachte adviezen mag verwezen worden. Het bestek, waarin de aangebrachte bezuinigingen zijn vervat, leert, dat die in hoofdzaak bestaan in: het verlichten van de fundeeringen onder de halfsteensbinnenmurenin het weglaten van geveltoppen; wijziging van binnenmuur bedekking; verdunning van houten vloeren; onverglaasde in plaats van verglaasde dakpannen; weglaten van plafonds in de achter-zolderkamers verdunning van glassoortenweg laten van winkelbetimmeringen, wijziging van kasten enz. Alle betrekkelijk ondergeschikte punten, die de bewoonbaarheid in den aanvang weinig nadeeligen invloed zullen doen ondergaan. Wat de finantieele regeling betreft, wordt in de eerste plaats naar de reeds uitgebrachte adviezen verwezen, waarin reeds tegen den finantieelen opzet bedenkingen werden geopperd. Thans is deze nog veel ongunstiger geworden. Door huurverhooging en lage raming der onderhoudskosten, welke echter juist ten gevolge van de thans aangebrachte bezuinigingen nog hooger zullen worden, is ook nu de rekening sluitend gemaakt, doch de toekomst zal vermoedelijk leeren, dat de werkelijkheid daarmede niet overeenstemt. De Gezondheidscommissie acht zich daarom verplicht op de vrij zeker te verwachten nadeelige finantieele uitkomsten te wijzen. De Gezondheidscommissie te Leiden, L. van Itallie, Voorzitter. W. C. de Graaff, Secretaris. Aan Burgemeester en Wethouders te Leiden. De beraadslaging wordt geopend. De heer Botermans. M. d. V. Het is mijne bedoeling niet om het verzoek van de Bouwvereeniging te doen verwerpen, maar het spijt mijdat men in dezen tijd wil gaan bouwen, want het wordt eene dure geschiedenis. Een steenhouwer, hebben wij zoo straks gehoord, verdient 14.als daar 2.95 voor woninghuur afmoet, dan is het niet mogelijk om in zijn onderhoud te voorzien. Daarom zeg ik, men moet het natuurlijk zelf weten, dat het verkeerd is in dezen tijd dien bouw door te drijven. Na den oorlog verwacht ik een beteren tijd, en ik verwacht niet als sommigen, dat alles nog duurder zal worden, want na den oorlog is er weer voldoende aanvoer. Ik vind het bepaald doordrijven, dat men doet, met nu te willen gaan bouwen. Wat betreft die vermindering door te doen gebruiken dunner glas en het minder zwaar bouwen van de fundeeringen, ik vind, dat de gemeente door hiertoe mede te werkenniet den goeden weg bewandelt. Laten wij de gebouwen toch soliede maken en niet de solidi teit gaan verminderen. Willen de ondernemers hun plan door zetten, zij moeten het zelf weten, maar ik denk dat de ge meente er nog eens spijt van zal hebben, dat zij er mede begonnen is. Voor de gemeente zal er, dit voorzie ik, eene groote schade uit deze onderneming voortkomen. De Voorzitter. Daarin kunt gij wel eens gelijk hebben, maar met IJ is het»effen is kwaad treffen". Toen er werkloosheid in de bouwvakken was, hebt gij er op aangedrongen, dat de gemeente zou laten bouwen. Hoe kunnen wij nu tegelijkertijd bouwen om de werkloozen werk te verschaften en niet bouwen, omdat het in de tegenwoor dige tijdsomstandigheden te duur is? Die twee dingen kan ik niet met elkaar vereenigen. Gij wilt wachten, totdat het goedkooper wordt, en omgekeerd vraagt gij den werkloozen werk te verschaffen. Dat wordt een moeilijke situatie. De heer Botermans. Maar op het oogenblik is er weer heel wat werk aan het Ziekenhuis en de Bibliotheek en nog andere werken zijn onder handen genomen. De heer Fischer. M. d. V. Nog eene kleine opmerking zou ik willen maken. De heer Botermans zegt, dat de soliditeit geleden zou hebben door de verandering in de bouwvoorschriften wat betreft het glas en de fundeering en dergelijken. Dit is niet het geval. De woningen waren in sommige opzichten oversolide ont worpen. Als gij de bestekken naleest, dan zult gij zien, dat is weggenomen alleen datgene, wat naar luxe zweemt. Zoo zijn de geschuurde muren veranderd in behangen muren, wat eene belangrijke bezuiniging gaf. Waar men dunner glas gebruikt is tevens een gewijzigde raamconstructie toegepast doch door een en ander is de soliditeit der gebouwen in het geheel niet geschaad. De heer Botermans. Maar daar twijfel ik ook geen oogen blik aan. De beraadslaging wordt gesloten. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het praeadvies besloten. De Voorzitter. Misschien stellen de heeren er thans prijs op, dat ik enkele mededeelingen doe omtrent de broodvoor ziening. Ik zal de heeren daarmede wel eenigen tijd ophou den, maar het lijkt mij toch goed die mededeelingen te doen, ten einde misverstanden, die later zouden kunnen ontstaan, te voorkomen. Dan wil ik beginnen mede te deelen, dat onze controle regeling voor het verschaffen van Regeeringsbrood door den Minister is goedgekeurd, en dat vandaag of morgen de rege ling in de dagbladen zal verschijnen. In enkele trekken zal ik tevens hierbij aangeven, hoe het met deze zaak is gegaan. De heeren weten dat ieder, die ongebuild tarwebrood wil heb ben, daarvan aangifte heeft moeten doen bij den Burgemeester en een formulier moest invullen. Op dit formulier moesten de volgende gegevens worden ingevuld: Naam en voornamen. Woonplaats en huisnummer. Naam en woonplaats van den bakker en c. q. van den depothouder, van wien het brood zal worden betrokken. Ieder afnemer kan, in het belang der controle bij slechts één bakker het goedkoope brood koopen. Bij tijdige opgave echter kan een volgende broodkaart op naam van een anderen bakker worden gesteld. Bedoelde formulieren van aangifte kunnen worden afgehaald aan het broodbureau, uitgereikt door besturen van vereenigingen die daartoe het verlangen te kennen geven en eindelijk schrif telijk worden aangevraagd. In het laatste geval worden de formulieren aan de aanvragers per post toegezonden. In het geheel zijn thans ruim 10.000 formulieren aange vraagd, waarvan ongeveer 7000 per post zijn verzonden. Naarmate de formulieren ingevuld terugkomen, worden zij, ter controle gezonden naar het bevolkingsregister, alwaar zij door de buurtcommissarissen worden geverifieerd. Aldaar ge constateerde onjuistheden worden zooveel doenlijk door het broodbureau, na informatie bij de betrokken personen, gecor rigeerd. Over het algemeen echter valt over de wijze van in vulling niet te klagen. Als de formulieren van het bevolkingsbureau terugkomen, worden zij, eventueel na correctie, alphabetisch gerangschikt, om dubbele aanvragen, die nogal eens voorkomen, te kunnen ontdekken. Zooals de heeren weten, is men hiermede thans bezig aan het bureau, dat daarvoor is opgericht aan de Vischmarkt. Naar de aangiften op de formulieren worden gemaakt: a. de broodkaarten. b. een fiche, waarop alle gegevens van de broodkaart voor komen. De broodkaart draagt, behalve de namen en woonplaatsen van den verbruiker en van den bakker en de toegewezen hoeveelheid brood, ook een nummer, dat met het nummer

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1915 | | pagina 10