DONDERDAG '29 APRIL 1915.
61
Zitting Tan Donderdag 39 April 1915.
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitter: de heer Burgemeester Jhr. Mr. N.O. DE GIJSELA AR.
Te behandelen onderwerpen:
1° Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst
1913, van het College van Vrouwen-Kraammoeders. (69)
2°. Rekening, dienst 1913, van het College van Vrouwen-
Kraammoeders. (71)
3° Begrooting, dienst 1915, van het College van Vrouwen-
Kraammoeders. (69)
4° Rekening, dienst 1914, van de Gezondheidscommissie. (70)
5° Voorstel tot verhuring van het IJklokaal aan de Lam
mermarkt aan het Rijk. (73)
6° Voorstel tot verhuring van het perceel Lokhorststraat
No. 22, aan de Wed. A. Christiaanse. (81)
7° Voorstel tot het instellen van een rechtsvordering tegen
A. Giebing te Arnhem. (77)
8° Voorstel tot het doen rooien en verkoopen van drie hoo
rnen, staande op de Turfmarkt. (78)
9° Vaststelling van een tabel, aangevende de jaarlijksche
afschrijvingen op de bezittingen der Stedelijke fabrieken
van gas- en electriciteit. (75)
10° Verzoek van den Nederlandschen Bond voor Werkver
schaffing om als lid tot dien bond toe te treden. (79)
11° Voorstel tot toekenning van een gratificatie aan den
boekhouder van het Openbaar Slachthuis. (76)
12? Verordening, houdende wijziging der verordening van
30 October 1913 (Gem. Blad No. 35), regelende de samen
stelling van de Bureaux van Gemeentewerken, van de
Gemeentelijke Reiniging en voor het Bouw- en Woning
toezicht, en de bezoldiging van de aan die bureaux ver
bonden ambtenaren. (80)
13° Benoeming van een Opzichter voor de plantsoenen. (80)
Tegenwoordig zijn 25 leden, n.l de heeren de Boer, Sijtsma,
Vergouwen, A. Mulder, van Tol, van der Pot, Botermans,
Driessen, Hartevelt, Briët, Carpentier Alting, Korevaar, van
der Eist, Corts, Bosch, Korff, Bots, van der Lip, P. J. Mulder,
Hoogenboom, Fokker, Timp, Pera, Gruting en Fischer.
Afwezig zijn de heeren: Zwiers, Roem, Reimeringer en
van Hamel, wegens uitstedigheid, Heeres wegens Kamerzit
ting en Aalberse.
De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering
van 8 April 1915 worden goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat Burgemeester en Wethou
ders, mede namens den Gemeenteraad, aan Z. K. H. den Prins
der Nederlanden, op 19 April j.l., ter gelegenheid van Zijn
verjaardag, een telegram van gelukwensch hebben gezonden,
waarop de volgende dankbetuiging is teruggekomen:
's-Gravenhage, 20 April 1915.
Ingevolge de bevelen van Zijne Koninklijke Hoogheid den
Prins der Nederlanden, Hertog van Mecklenburg, heb ik de
eer U Hoog Welgeboren Heer, Hoogstdeszelfs dank te be
tuigen voor de aangeboden gelukwenschen op 19 dezer, mede
uit naam van het Dagelijksch Bestuur en den Gemeenteraad
der Gemeente Leiden.
De Adjudant en Secretaris van Z. K. H. den Prins der
Nederlanden, Hertog van Mecklenburg,
J. H. Backer.
HoogWelgeboren Heer
Jhr. Mr. de Gijselaar,
Leiden.
De Voorzitter deelt voorts mede, dat zijn ingekomen:
1°. Mededeeling van Mej. G. D. Mouwen dat zij hare benoe
ming tot onderwijzeres aan de school 4e klasse No. 1 aanneemt.
2°. Mededeeling van J. C. B. Huner dat hij zijne benoeming
tot onderwijzer aan de school 4e klasse No. 2 aanneemt.
3°. Mededeeling van Mr. W. de Clerq dat hij de benoeming
tot lid van het Bestuur der vereeniging »de Ambachtsschool"
aanneemt.
4°. Beschikkingen van Gedep. Staten op bezwaarschriften
tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 1914.
5°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed
gekeurde raadsbesluiten tot overname in eigendom en onder
houd bij de gemeente van een gedeelte der Heerenlaan, tot
verhuring van het benedenhuis Nieuwsteeg 10a aan C. J.
Wijnbeek, van het stukje grond aan de Boommarkt aan
H. L. Speel en van het stukje grond aan den Apothekersdijk
aan A. M. van Zwicht.
6°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed
gekeurde raadsbesluiten tot wijziging der begrootingen, dienst
1914 en 1915, in verband met de toekenning van Rijksvoor
schotten ten behoeve van de gemeente en de vereenigingen
»Ons Belang" en »de Goede Woning", voor de verbetering
der woningtoestanden aan den Heerensingel en aan en tus-
schen de Heerenlaan en de Gasthuislaan.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Adhaesiebetuigingen van een 3-tal vereenigingen aan
het adres van den Leidschen Bestuurdersbond, in zake het
verstrekken van levensmiddelen voor prijzen, geldende vóór
1 Augustus 1914.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
2°. Verzoek van H. T. Straathof om uitstel van de betaling
van plaatselijke directe belasting.
Wordt, als zijnde ongezegeld, ter zijde gelegd.
3°. Verzoeken van verschillende personen om afschrijving
van plaatselijke directe belasting.
Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders.
4°. Begrootingen, dienst 1916, van de Plaatselijke School
commissie en de Gezondheidscommissie.
5°. Rekeningen, dienst 1914, van den Armenraad en van
de Vereeniging tot instandhouding van het Leidsch Mu
ziekcorps.
Worden gesteld in banden van de Commissie van Financiën.
Aan de orde is thans:
I. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst
1913, van het College van Vrouwen-Kraammoeders.
(Zie lng. St. No. 69).
Wordt zonder beraadslaging ol hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
II. Rekening, dienst 1913, van het College van Vrouwen-
Kraammoeders.
(Zie lng. St. N». 71).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders zullen aan
het College van Vrouwen-Kraammoeders namens de Commissie
van Financiën mededeeling doen van hetgeen door deze
Commissie in de laatste alinea van haar advies is gezegd.
De heer Sijtsma. M. d. V. Ik zou U willen vragen of het
vorig jaar door de Commissie van Financiën niet met het
zelfde is gedreigd. Als de Commissie maar altijd blijft dreigen
en niet komt tot uitvoering van haar dreigement, dan zal
men er zich weinig van aantrekken. Blaffende honden bijten
niet, zegt een spreekwoord, dat ik, als het voor de Commissie
van Financiën niet te oneerbiedig ware, op de thans weer
aangenomen houding der Commissie zou willen toepassen.
Mij dunkt, men moest, waar er reeds het vorig jaar is ge
dreigd, er zich thans niet zoo maar bij neerleggen en voor
gesteld hebben de rekening ditmaal niet goed te keuren. Dan
kwam men in deze zaak tot klaarheid.
De Voorzitter. Waarom heeft U dit niet eerder gezegd,
toen ik vroeg of iemand iets wenschte op te merken of
hoofdelijke stemming verlangde?
Nu dit punt van de agenda is aangenomen, kunt gij er
niet meer op terug komen.
De heer Sijtsma. Maar is het dan al aangenomen?
De Voorzitter. Ja zeker; ik heb juist nog al lang gewacht,
vóórdat ik dit punt afhamerde.