34 zoover mogelijk, advies inwinnen bij den betrokken schoolarts. De in dit artikel bedoelde verplichtingen eindigen daags nadat een schriftelijke verklaring van een geneeskundige aan den Burgemeester is toegezonden, vermeldende, dat sedert het uitbreken van den huiduitslag drie weken zijn verloopen. Art. 4. De in artikel 3 bedoelde verplichtingen hebben geen be trekking op het kind uit een gezin of inrichting, waar mazelen heerschen, dat zelf niet door mazelen is aangetast en blijkens een schriftelijke verklaring van een geneeskundige, reeds vroeger die ziekte heeft doorstaan. Art. 5. De onderwijzers en onderwijzeressen van bijstand zijn verplicht om, wanneer zij weten of vermoeden, dat een hunner leer lingen door mazelen is aangetast, hiervan onverwijld kennis te geven aan het hoofd der school. Art. 6. Wanneer de mazelen zich in de gemeente voordoen, zijn Burgemeester en Wethouders bevoegd de sluiting te gelasten van bewaarscholen, kinderbewaarplaatsen en bijzondere lagere scholen, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk, gedurende een door hen te stellen termijn. In dat geval zijn zij, die aan het hoofd staan der inrich tingen, waar sluiting is gelast, verplicht deze gesloten te houden, voorzoover en voorzoolang Burgemeester en Wethou ders dit hebben bepaald. Art. 7. Overtreding van de bepalingen dezer verordening wordt gestratt met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden. Art. 8 De dienaren der gemeente-politie en de schoolartsen zijn in het bijzonder belast met het opsporen van de overtredingen dezer verordening en verplicht deswege proces-verbaal op te maken. Hun wordt de last verstrekt om ter handhaving van de bepalingen dezer verordening, zoo noodig de woningen, lagere scholen, bewaarscholen, kinderbewaarplaatsen en de daartoe behoorende erven binnen te treden of te betreden, ook tegen den wil der bewoners, eigenaren, hoofden of bestuurders, mits met inachtneming van de bepalingen der wet van 31 Augustus 1853 (Staatsblad No. 83): de uitvoering van dezen last zal te allen tijde mogen plaats hebben. Art. 9. Deze verordening treedt in werking op den len Mei 1915. De Commissie voor de Strafverordeningen. Aan den Gemeenteraad.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1915 | | pagina 2