DONDERDAG 4 FEBRUARI 1915. 21 Middelbaar en Gymnasiaal Onderwijs. Daarbij zal dan ook eene regeling worden getroffen, waarbij de thans geschapen toestand wordt onder de oogen gezien. Er komt dan één leerares in de geschiedenis en aardrijkskunde, met een daarvoor bepaald aantal uren en een vast traktement. Wan neer dit eenmaal zoo is geregeld, en er moeten dan door splitsing van klassen meerdere uren worden opgedragen, dan zal dit gratis moeten gebeuren, maar hier is het een ander geval, omdat het vak van aardrijkskunde als het ware was gesplitst in twee afdeelingenvoor de lagere klassen en voor de hoogere klassen. Voor de lagere klassen was er reeds een leerares, zoodat Mej. Ligtenberg er op kon rekenen bij haar aanstelling, dat zij niet alle uren behoefde te geven doch alleen die in de hoogere klassen. De zaak is door ons voorstel slechts voorloopig geregeld. De ƒ200.is opgevat als een gratificatie voor het tijdelijk tot aan de groote vacantie les geven gedurende 4 uren. Een andere regeling zou onbillijk zijn. Een combinatie van leerares inde plant- en dierkunde en in de aardrijkskunde is op den duur niet vol te houden. Men had dit vroeger nooit moeten doende com binatie is toen waarschijnlijk geschied met het oog op een bepaald persoon, en wanneer men nu niet iemand kan vinden, die deze drie vakken kan doceeren, dan is dit straf' voor de begane zonde, om een dergelijke combinatie met het oog op een bepaald persoon in de verordening vast te leggen. Ik geloof, dat wij hier den besten weg hebben gekozen, die geen onbillijkheid schept, aan de gemeente niets kost en met de verordening, althans practisch zeer wel vereenigbaar is. De heer Pera. M. d. V. Wat het voorloopige van de rege ling aangaat, het komt mij voor, dat wanneer eenmaal het salaris op dit bedrag is gebracht, het wel niet meer mogelijk zal zijn daarop terug te komen en het weer te gaan ver minderen. En wat het werk betreft, ik zie niet in waarom die splitsing in tweeën in een leerares voor de lagere en een leerares voor de hoogere klassen moet blijven gehand haafd Het blijkt nu, dat er met 20 uren voldoende les kan worden gegeven in al de klassen, terwijl dan de leerares, die dit onderwijs moet geven, daarmede nog 4 uren blijft beneden hetgeen van haar mag worden gevraagd. Waar zij dus nog minder uren les geeft, dan van haar kan worden verlangd, zie ik de noodzakelijkheid niet in om haar een vermeerdering van salaris te geven. Al wist deze dame vooruit, dat er nog een andere leerares in de aardrijkskunde was, die ook les gaf op school, dit neemt het feit niet weg, dat zij ook wist, dat van haar het geven van 24 lesuren kon worden gevraagd. Ik weet niet, hoe de andere leden van den Raad er over denken, maar mij komt deze toekenning van f 200 niet noodig voor. De dame wist, dat zij 24 uren les zoo noodig zou moeten geven en zij zal er nu slechts 20 hebben. In het gewone burgerleven oordeelt men in een geval als dit, dat er vol strekt geen reden is om op verhooging van salaris aanspraak te maken, maar ten opzichte van de ambtenaarswereld schijnt men hierover anders te denken. U zegtwij lijden er niet onderwij hebben geen meerdere uitgaven, maar wij zijn juist wel eens blij, wanneer er een voordeeltje valt te behalen. Wanneer wij op deze wijze 200 a f 300.— kunnen besparen, dan lijkt mij dit nog niet zoo kwaad. De Voorzitter. Praktisch is er toch wel eenig verschil. Mej. Ligtenberg kwam solliciteeren, terwijl er een andere leerares in de plant-, dier- en aardrijkskunde was. En nu zal men haar het les geven in dit laatste vak ook gaan opdragen, zonder haar eenige vergoeding daarvoor te geven En dat op grond, dat men recht heeft 24 uren van haar te vorderen! Wanneer men komt in een betrekking en men weet, dat het uitdrukkelijk in de verordening is vastgelegd, dat er in de eerste en tweede klasse een aparte leerares is in de aardrijkskunde, dan maakt dit, dunkt mij, wel eenig verschil bij de beoordeeling van deze zaak. Daarom is de regeling, die nu door Burgemeester en Wethouders wordt voorgesteld, zeker niet zoo kwaad. Er wordt les gegeven door iemand, die daarvoor bij uitstek geschikt is en het kost op deze manier niets. Er is ook in dit opzicht niet tegen de letter van de verordening gezondigd. Integendeel, aan het tot nu toe gevolgde stelsel kleeft een vitium originis. De algemeene beschouwingen worden gesloten. De artikelen 1 tot en met 3 van de verordening sub a genoemd worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. De verordening in haar geheel wordt daarop zonder hoof delijke stemming aangenomen. Punt b wordt daarop eveneens zonder hoofdelijke stemming aangenomen. II. Benoeming van eene tijdelijke leerares in de plant- en dierkunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (Zie Ing. St. No. 30). De Voorzitter. Mag ik de heeren Bosch, Sijtsma, Hoogen- boom en Botermans verzoeken het stembureau te willen uitmaken Wordt benoemd met algemeene (25) stemmen Mej. J. M. H. Voigt. III. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de wiskunde aan de afd. B der Kweekschool voor onderwijzers en onder wijzeressen. (Zie Ing. St. No. 31). Wordt benoemd met 24 stemmen de heer P. Segaar. De heer J. M. Koolhaas verkreeg 4 stem. IV. Benoeming van een tijdelijk keuringsveearts, tevens adjunct-Directeur van het Openbaar Slachthuis. (Zie lug. St. No. 32). Wordt benoemd met algemeene (25) stemmen de heer J. Rinses. De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor de genomen moeite. V. Vaststelling van het aan Gedeputeerde Staten uit te brengen verslag aangaande de wijze, waarop het op de gemeentebegrooting voor schoolkindervoeding toegestaan be drag is besteed. (Zie Ing. St. No. 14). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. VI. Verzoek van de Leidsche H. B. School-Vereeniging »Emtégeës", om het gebruik van het gymnastieklokaal der Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (Zie Ing. St. No. 27). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. VII. Verzoek van den Ingenieur der Telegrafie om vergun ning tot het plaatsen van een kabelhuisje buiten de Morschpoort. (Zie Ing. St. No. 24). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. VIII. Voorstel tot ingebruikgeving aan B. C. van Steyn te Voorhout van eeu gedeelte berm langs den Haarlemmertrek- vaartweg. (Zie Ing. St. No. 23). De beraadslaging wordt geopend. De heer Pera. M. d. V. Moet er niet eenige bepaling worden gemaakt ten opzichte van het onderhoud van den berm aan den waterkant? Ik meen, dat dergelijke huurders moeten zorgen, dat de bermen in goede orde blijven. De Voorzitter. De bermstrook, waarvan hier sprake is, ligt niet aan den waterkant. In het algemeen is het regel, dat de bermen verkocht worden. Wij meenen echter, dat op den in het praeadvies aangegeven grond er aanleiding is om in dit geval den berm te verhuren. Het onderhoud behoeft hier niet te worden geregeld. De beraadslaging wordt gesloten. Zonder hoofdelijke stemming wordt daarop overeenkomstig het praeadvies besloten. IX. Voorstel tot openbaren verkoop van op de Stads-Timmer- werf aanwezige, buiten gebruik gestelde voorwerpen en materialen. (Zie Ing. St. No. 26). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. X. Voorstel tot aankoop van het hek staande om een pleintje in de Ververstraat. (Zie Ing. St. No. 21). De beraadslaging wordt geopend. De heer Bosch. M. d. V. Het is wel een kleinigheid, maar ik vind het toch wel wat erg, om een hek, dat zooveel aan onderhoud heeft gekost aan de tegenwoordige bezitters, nu voor een zeker bedrag over te nemen en zelf het onderhoud op ons te gaan nemen. Ik zou zoo zeggen: de eene dienst

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1915 | | pagina 3