28
ruimd en het terrein ter beschikking van de gemeente ge
steld worde.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 23. Leiden, 27 Januari 1915.
Door B. C. van Steijn te Voorhout is tot ons College het
verzoek gericht een gedeelte van den berm langs den Haar-
lemmertrekvaartweg, nabij Piet Gijzenbrug, op de teekening
in rood aangeduid, te mogen hurenteneinde die strook als
uitpad ten behoeve van het door hem gehuurde, achterlig
gende weiland en als opslagplaats te gebruiken.
Aangezien adressant nog geen eigenaar is van dat weiland,
zijn wij met de Commissie van Fabricage van oordeel, dat
er, evenals bij Uw besluit van 5 Juni 1913 (Ingek. Stukken,
No. 158), ook thans aanleiding is af te wijken van den regel,
om alleen tot verkoop van dergelijke stukken berm over
te gaan.
Wij geven U derhalve in overweging het gedeelte berm
langs den Haarlemmertrekvaartweg, op de teekening in rood
aangeduid, deel uitmakende van het perceel Sectie C, No.
701, gemeente Noordwijkerhout, ter grootte van 50 M2,
tot wederopzeggens aan B. C. van Steijn voornoemd als uitpad
en losplaats in gebruik te geven, tegen betaling van eéne
jaarlijksche recognitie van 0.05 per M2. overeenkomstig het
raadsbesluit van 14 Januari 1897, vermeerderd met een be
drag ineens van f 0.15V2 per M2. voor het rooien der stoven
en het gemis van het thans 7 jaar oud zijnde hakhout, onder
de navolgende voorwaarden
1°. dat het gebruik van de opslagplaats zoodanig geschiede,
dat nimmer het verkeer op den weg daardoor worde ge
hinderd
2°. dat de opslagplaats ten genoegen van Burgemeester en
Wethouders worde afgeheind met een heg of palen met draad,
welke afheining geplaatst jmoet worden op een afstand van
1 M. van den koolaschweg.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 24. Leiden, 27 Januari 1915.
Door den Ingenieur der Telegrafie te 'sGravenhage is in
verband met het leggen van een telephoonkabelkanalisatie
tusschen Rotterdam en Amsterdam vergunning gevraagd
tot het plaatsen van een kabelhuisje buiten de Morschpoort,
even beoosten het brugje over de sirigelsloot, achter de leu
ning op het grastalud, zooals op de teekening nader is aan
geduid.
Noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij ons College
bestaat tegen de plaatsing van het huisje bezwaar.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan
den Staat der Nederlanden tot wederopzeggens vergunning
te verleenen tot het plaatsen van een kabelhuisje buiten de
Morschpoort, zooals op de teekening nader is aangeduid,
tegen betaling van eene recognitie van f 10 'sjaars, bij
vooruitbetaling te voldoen, en verder onder de navolgende
voorwaarden
1°. dat bij het bouwen van het kabelhuisje alle voorschrif
ten worden in acht genomen, die daaromtrent door of namens
Burgemeester en Wethouders worden gegeven en dat de
aansluitende grasglooiing met beschoeiing na voltooiing weder
in goeden staat worde opgeleverd, terwijl alle verondieping
van het water moet worden opgeruimd;
2°. dat het kabelhuisje ten genoegen van Burgemeester en
Wethouders in goeden staat worde onderhouden;
3°. dat daags vóór den aanvang der werkzaamheden daar
van schriftelijk kennis worde gegeven aan het Bureau van
Gemeentewerken
4°. dat deze vergunning vervalt, wanneer daarvan vóór of
op 31 December 1915 geen gebruik is gemaakt.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 25. Leiden, 27 Januari 1915.
Door den Minister van Binnenlandsche Zaken zijn op voor
stel van Curatoren der Rijks-Universiteit alhier eenige grafzer
ken, die bij de verbouwing van het Groot Auditorium te voor
schijn zijn gekomen, aan de gemeente afgestaan ten behoeve
van het Stedelijk Museum »de Lakenhal''.
Overeenkomstig het advies van de Commissie voor dat
Museum geven wij U in overweging die grafzerken, welke
ongetwijfeld van historisch en kunsthistorisch belang zijn te
achten en een waardevolle aanwinst voor het museum zullen
zijn, te aanvaarden en der Regeering en Curatoren dank te
betuigen voor het geschenk.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 26. Leiden, 28 Januari 1915.
Onder verwijzing naar eene in de Leeskamer ter inzage
liggende lijst van op de Stadstimmerwerf aanwezige, buiten
gebruik gestelde, voorwerpen en materialen, geven wij Uwe
Vergadering, overeenkomstig het advies der Commissie van
Fabricage, in overweging tot den openbare verkoop dier zaken
te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 27. Leiden, 28 Januari 1915.
Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van de vereeni-
ging »Emtégeës", geven wij U in overweging aan die vereeni-
ging tot wederopzeggens vergunning te verleenen op door
ons College te bepalen dagen en uren gebruik te maken van
het gymnastieklokaal der Hoogere Burgerschool voor Meisjes
tegen betaling van f 10.— 'sjaars per wekelijksch uur en
van de kosten van vuur, licht, schoonhouden en bediening
en onder voorwaarde, dat de kosten van herstel van aan het
gebouw of meubilair eventueel toegebrachte schade door de
vereeniging worden vergoed en dat alle ter zake van het ge
bruik door ons te geven voorschriften zullen worden nage
komen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 2 Dec. 1914.
Aan de Edelachtbare Heeren Burgemeester en Wethouders
der gemeente Leiden.
Edelachtb. Heeren.
Ondergeteekenden, resp. Voorzitter en Secretaris der Leidsche
H. B. School Vereeniging »Emtégeës" geven met verschuldigde
eerbied te kennen, dat zij gaarne het Gymnastieklokaal van
de H. B. School voor Meisjes, des Donderdag's avonds van
7_8 uur zouden willen huren, tot het houden van de gymnas
tieklessen van bovengenoemde Vereeniging voor den tijd van
1 Januari '15—1 Augustus '15, daar wegens de mobilisatie
de gemeente Leiden beslag heeft gelegd, op het Gymnastiek
lokaal a/d Pieterskerkgracht, dat zij in gebruik hadden.
Hopende, dat Uw Edelachtbaar College, gunstig omtrent
dit verzoek mogen besluiten, teekenen zij
UEd. Achtb. dw. dn.
J. S. Rosier,
voorzitter.
J. Luzac,
le Secr.
N°. 28. Leiden, 28 Januari 1915.
In Uwe Vergadering van 28 November 1889 (Ingek. Stukken
n° 237), werden wij gemachtigd het geregeld onderzoek op de
bliksemafleiders der gemeentegebouwen op te dragen aan
Dr. B. J. Goossens, destijds leeraar aan het Gymnasium en de
Hoogere Burgerschool voor Jongens alhier en hem daarvoor eene
toelage uit de gemeentekas toe te kennen van f 100 per jaar.
Nu Dr. Goossens onlangs is overleden, komt het ons, na
raadpleging van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van
Gas en F.lectriciteit en van de Commissie van Fabricage,
wenschelijk voor, de Electriciteitsfabriek met het toezicht op
de gemeentelijke bliksemafleiders te belasten. De Electriciteits
fabriek beschikt toch over voldoende technisch personeel om
de daaraan verbonden werkzaamheden uit te voeren, terwijl
ook de onkosten, die aan de Electriciteitsfabriek zullen moeten
worden vergoed, vermoedelijk lager zullen zijn, dan het bedrag
van f 100, dat thans onder volgn. 127 der begrooting voor
het onderzoek is uitgetrokken.
Wij geven U mitsdien in overweging goed te keuren, dat
het geregelde toezicht op de bliksemafleiders, geplaatst op de
gemeentegebouwen, voortaan wordt uitgeoefend door de Elec
triciteitsfabriek alhier.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.