4 Art. 4. Overtreding van eenige bepaling dezer verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden. De Commissie voor de Strafverordeningen. Aan den Gemeenteraad. N°. 7. Leiden, 5 Januari 1915. In Uwe vergadering, van 17 December des vorigen jaars werd de behandeling van ons voorstel tot vaststelling eener «Verordening op de keuring van Eet- en Drinkwaren en andere Waren" (zie lng. St. 1914 N° 270 en 279) uitgesteld, mede in verband met het te dezer zake ingekomen advies der Gezondheids-Commissie. De in bedoeld advies gemaakte opmerkingen zijn thans door ons overwogen en wij hebben aanleiding gevonden ons voorstel alsnog op enkele punten te herzien. Zoo hebben wij in de artikelen 1 en 11 het woord «fabrikanten" ingevoegd. In art. 7 komt thans duidelijker uit, dat Burgemeester en Wethouders over de al of niet geschikt heid eener lokaliteit oordeelen, terwijl volledigheidshalve in art. 15 ook de Melk verordening is genoemd. Wij drukken ons voorstel, zooals het thans luidt, gemaks halve wederom in zij n- geheel hieronder af. VERORDENING op de keuring van Eet- en Drinkwaren en andere Waren. Artikel 1. Onder verkoopen wordt in deze verordening begrepen: a. het ten verkoop voorhanden of in voorraad hebben; het voorhanden of in voorraad hebben op markten of in winkels; het voorhanden of in voorraad hébben in woningen, pakhuizen, vaartuigen, werkplaatsen of erven van winkeliers, fabrikanten, kooplieden, venters of slijters; het afleveren; het in de gemeente invoeren het in het openbaar uitstallen het rondbrengen het te koop aanbieden; het vervoeren b. het doen of laten verkoopen en het doen of laten ver richten der in a genoemde handelingen. Art. 2. Het is verboden te verkoopen a. Eet- of drinkwaren, die, hetzij ondeugdelijk van samen stelling zijn, hetzij tengevolge van bederf, vermenging met schadelijke bestanddeelen of eenige andere oorzaak in ondeugdelijken toestand verkeeren b. Andere waren, die tengevolge van daarin aanwezige bestanddeelen bij gebruik overeenkomstig hunne bestem ming, schadelijk voor het leven of de gezondheid kun nen zijn. Art. 3. Het is verboden eet- of drinkwaren te verkoopen met onjuiste opgave van hunnen aard, hunne hoedanigheid of hunne hoeveelheid. Art. 4. Het is verboden voor het bereiden van ten verkoop bestemde eet- of drinkwaren grondstoffen te gebruiken, die ondeug delijk van samenstelling zijn of in ondeugdelijken toestand verkeeren. Art. 5 Het is verboden eet- of drinkwaren te verkoopen, ten ver koop bestemde eet- of drinkwaren te bereiden, bewerken of bewaren op zoodanige wijze of met behulp van voorwerpen van een zoodanige samenstelling, dat die eet- of drinkwaren daardoor voor de gezondheid schadelijke eigenschappen kunnen verkrijgen. Art. 6. Ieder, die waren verkoopt of eet- of drinkwaren verkoopt of ten verkoop bestemde eet- of drinkwaren bereidt, bewerkt of bewaart, is verplicht die waren, of eel- of drinkwaren desgevorderd met de voorwerpen, waarin zij zich bevinden, alsmede de voorwerpen gebezigd voor bereiding, bewerking of verkoop, onmiddellijk aan de met de handhaving dezer verordening belaste ambtenaren te vertoonen en toe te laten, dat die waren of eet- of drinkwaren of een gedeelte daarvan of die voorwerpen gekeurd of ter keuring medegenomen worden. Art. 7. Het is verboden voor het bereiden, bewerken, bewaren of verkoopen van ten verkoop bestemde eet- of drinkwaren een werkplaats, lokaal of erf te gebruiken, nadat aan den ge bruiker door Burgemeester en Wethouders is aangezegd, dat door hen de werkplaats, het lokaal of het erf voor een dier doeleinden ongeschikt is geoordeeld. Ieder, die aan het hoofd staat van een inrichting, waar ten verkoop bestemde eet- of drinkwaren worden bereid, bewerkt, bewaard of verkocht,; is verplicht te zorgen, dat de werk plaatsen, lokalen of erven, waar zulks geschiedt en de voor werpen met behulp waarvan de bereiding, bewerking, bewaring of verkoop plaats heeft, of die daartoe bestemd zijn, in behoorlijk zindelijkeh staat verkeeren en dat de eet- of drinkwaren niet verontreinigd worden. Art. 9. Het is verboden voor het bereiden, bewerken, bewaren of verkoopen van ten verkoop bestemde eet- of drinkwaren een gebouw of erf in gebruik te hebben, waar een ander middel van watervoorziening aanwezig is dan de duinwaterleiding. Burgemeester en Wethouders kunnen, gehoord de Gezond heids-Commissie, van het bepaalde in dit artikel ontheffing verleenen. Aan deze ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden. Art. 10. Ieder, die ten verkoop bestemde eet- of drinkwaren bereidt, bewerkt, bewaart of verkoopt, is verplicht te zorgen, dat voor het reinigen van gereedschappen, vaatwerk of andere voor werpen, welke hij tot de uitoefening van dat bedrijf in gebruik of voorhanden heelt, geen ander water aangewend wordt dan uit een krachtens artikel 9 toegelaten middel van water voorziening. Art. 11. Eet- en drinkwaren, die aanwezig worden bevonden op markten of in winkels of wel in woningen, pakhuizen, vaar tuigen, werkplaatsen of erven van winkeliers, fabrikanten, kooplieden, venters of slijters worden geacht ten verkoop bestemd te zijn. Art. 12. De ambtenaren der gemeentepolitie en die van den keurings dienst van eet- en drinkwaren zijn in het bijzonder belast met het opsporen van de overtredingen dezer verordening en verplicht deswege proces-verbaal op te maken. Hun wordt de last verstrekt om ter handhaving der be palingen dezer verordening zoo noodig woningen, winkels, werkplaatsen, pakhuizen, vaartuigen en erven ook tegen den wil van den bewoner, eigenaar of gebruiker binnen te treden of te betreden mits met inachtneming van de bepalingen der Wet van 31 Augustus 1853 (Staatsblad, no. 83); de uit voering van dezen last zal te allen tijde mogen plaats hebben. Art. 13. De overtreding van de artikelen 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 dezer verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of een geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden. De rechter kan de voorwerpen, door middel van de over treding verkregen of waarmede de overtreding is gepleegd, voor zoover zij den veroordeelde toebehooren, verbeurd ver klaren. Art. 14. Elke overtreding van de in artikel 12 genoemde artikelen, waarop eene onherroepelijke veroordeeling is gevolgd, wordt in een of meer der plaatselijke dagbladen bekend gemaakt met vermelding van den naam en de woonplaats van den overtreder, den aard der overtreding en de dagteekening van het proces-verbaal en van het vonnis. Met onherroepelijke veroordeeling wordt gelijkgesteld be taling van de opgelegde boete. Art. 15. Door deze verordening worden onverkort gelaten de be palingen der verordeningen «op het veil bieden en verkoopen x\rt. 8.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1914 | | pagina 2