152
overeenkomsten voor gaslevering zijn gesloten, bij Com
missarissen;
voor aanvragen op verderen afstand bij den Gemeenteraad.
Art. 4.
Het maken en het onderhonden der aansluiting vanaf de
hoofdgasbuis tot en met den gasmeter, geschiedt door en voor
rekening der Gasfabriek, behoudens de voor den meter verschul
digde huur en behoudens het bepaalde in alinea 2 van dit artikel.
Het breek-, metsel- en timmerwerk voor het leggen der
aanvoerleiding onder de stoep en door den buitenmuur van
het perceel geschiedt op verzoek mede vanwege de Gasfabriek
de kosten hiervan moeten door belanghebbenden worden
gedragen.
Vernieuwing of wijziging van een bestaande aansluiting op
verzoek van belanghebbenden, geschiedt uitsluitend tegen
vergoeding van de werkelijke kosten.
Ditzelfde geldt voor het maken van meerdere aansluitingen
in eenzelfde perceel.
Indien tusschen de hoofdgasbuis en den gasmeter meer dan
10 meter aanvoerbuis moet worden gebruikt, geschiedt de
aanleg van het meerdere voor rekening van den belang
hebbende.
De gasmeter met bijbehoorende hoofdafsluitkraan moet,
wanneer dit door de Directie noodig geoordeeld wordt, door
en voor rekening van den aanvrager worden betimmerd.
Art. 5.
Het aanleggen en het onderhouden van de binnenleiding
(aanleg achter den meter) geschiedt behoudens het bepaalde
in de artt. 6 en 7 vanwege den aanvrager.
Eene nieuwe of gewijzigde binnenleiding wordt slechts aan
gesloten, indien zij voldoet aan door Commissarissen vast te
stellen voorschriften.
Deze voorschriften houden bepalingen in betreffende de wijze
van aansluiting en aanleg der binnenleiding, de te gebruiken
grondstoffen, de overlegging voor zoover noodig van
teekeningen en opgaven, het toezicht van en de keuring door
de Directie, de wijziging en uitbreiding van aangesloten binnen
leidingen.
Het toezicht en de keuring, alsmede alle door de Directie
te verstrekken inlichtingen, geschieden kosteloos, zonder dat
hiervoor eenigerlei verantwoordelijkheid door de Gasfabriek
wordt aanvaard.
Van iedere voorgenomen wijziging in eene bestaande binnen
leiding moet aan de Directie vooraf schriftelijk kennis wor
den gegeven.
Voor aansluiting van eene gewijzigde binnenleiding geldt
het in art. 2 bepaalde.
Art. 6.
Op aanvrage van den eigenaar of van den huurder van
een perceel, in het laatste geval met toestemming van den
eigenaar, kan door de Gasfabriek eene binnenleiding worden
aangelegd.
Deze binnenleiding strekt zich uit tot de vaste leidingen
met toebebooren.
De kosten van aanleg en onderhoud dezer binnenleiding
zullen door belanghebbenden worden gedragen.
Zoolang de binnenleiding met toebehooren niet is betaald,
blijft zij het eigendom der Gasfabriek en in geval het perceel
door den aanvrager wordt verlaten alvorens de kosten van
aanleg geheel zijn voldaan, wordt aan den persoon, die het
perceel of een gedeelte daarvan betrekt, geen gas geleverd,
alvorens hij aan de verplichtingen van zijn voorganger, hetzij
eigenaar of huurder, heeft voldaan.
Art. 7.
Ter beoordeeling van Commissarissen kan aan bewoners
van kleine woningen of gedeelten van woningen gas worden
verstrekt over een muntgasmeter.
De aanleg van muntgasinstallaties voor verlichtings- en
verwarmingsdoeleinden geschiedt alleen in perceelen, waar
van de huurwaarde bij de week wordt uitgedrukt en in welke
geen abonnementsleidingen voor electrisch licht aanwezig zijn.
Bovendien wordt geen muntgasinstallatie aangelegd in
huizen, waarin reeds gas over een gewonen meter geleverd
wordt, zelfs niet wanneer het huis in meerdere perceelen
verdeeld is.
De aanleg geschiedt van gemeentewege op aanvrage van
den eigenaar of van den huurder, in het laatste geval met
schriftelijke toestemming van den eigenaar.
De muntgasverbruiker krijgt kosteloos een muntgasmeter,
de noodige leidingen en gastoestellen in bruikleen, waarvan
de soort en het aantal nader door de Directie worden vast
gesteld.
De muntgasverbruiker zal voor zijne rekening hebben te
zorgen voor de vernieuwing van lampeglazen en, bij gebruik
van gasgloeilicht, ook voor de vernieuwing van gloeikousjes.
De leiding en toestellen worden door de Gasfabriek ge
plaatst en blijven het eigendom der Gemeente.
Bestaande huisleidingen zullen door de Gasfabriek worden
beproefd en moeten, alvorens aan den muntgasmeter te wor
den aangesloten, door de Directie worden goedgekeurd.
De Directie is bevoegd muntgasinstallaties weg te nemen,
wanneer het gasverbruik in een vol jaar minder dan 200 M3.
bedraagt en het geringe verbruik niet aan buitengewone
omstandigheden, te harer beoordeeling, kan worden toege
schreven.
Bij het verlaten van de woning moet de verbruiker de
verstrekte toestellen en leidingen in goeden staat ter be
schikking van de Gasfabriek stellen en is hiervoor aanspra
kelijk volgens de bepalingen van art. 14.
Aan een verbruiker, die verhuist, wordt, behalve ingeval
van verhuizing wegens onbewoonbaarverklaring, afbraak of
verbouwing van de woning, in het nieuw door hem te be
trekken perceel geen gas over een muntgasmeter verstrekt, dan
nadat hij een bedrag van 1.zal hebben betaald.
Verplaatsing van of verandering aan den gasmeter of de
aanvoerbuis zal niet mogen plaats hebben, dan vanwege de
Gasfabriek.
De verbruiker of de eigenaar der woning, die den munt
gasmeter door een gewonen meter wenscht te doen vervangen,
kan tegen betaling van een door de Directie vast te stellen
som de aan de Gasfabriek toebehoorende binnenleidingen en
toestellenmet uitzondering van den muntgasmeter, overnemen.
De verbruiker is verplicht bij eigendomsovergang van het
door hem gehuurde of gebruikte perceel, of wanneer het per
ceel zal worden verbouwd of gesloopt, of wanneer daarin
brandschade is ontstaan, daarvan onmiddellijk schriftelijk
kennis te geven aan de Directie.
Ingeval van eigendomsovergang vari het perceel moet de
verbruiker eene door den nieuwen eigenaar afgegeven ver
klaring overleggenwaarin vergunning aan de Gasfabriek
verleend wordt tot het hebben eener muntgasinstallatie in
zijn perceel.
Art. 8.
Ter beoordeeling van Commissarissen kunnen vanwege de
Gasfabriek op aanvrage van belanghebbenden en te hunnen
kosten, straatlantaarns worden opgericht en aan het gasbui-
zennet aangesloten.
De gaslevering, de bediening en het onderhoud geschieden
door de Gasfabriek uitsluitend in jaarabonnement.
Naar het aantal branduren worden de abonnementslan
taarns verdeeld in twee soorten:
a. avondbrandersdie tijdens de tusschenblussching der
publieke verlichting gedoofd worden;
b. nachtbranders, die tijdens de morgenblussehing der
publieke verlichting gedoofd worden.
Abonnementslantaarns moeten in of aan openbare wegen
zichtbaar en steeds toegankelijk worden opgesteld, zij mogen
slechts met branders van hoogstens 200 liter gasverbruik per
uur zijn uitgerust.
Art. 9.
Alle meters, die het verbruikte gas aanwijzen, moeten vol
doen aan de door de Wet of wettelijke voorschriften gestelde
eischen.
De aanwijzing van den meter wordt aangeteekend op een
daarvoor bestemde kaart, die door den verbruiker bij den
meter, onder het bereik van den met de opneming belasten
beambte moet worden bewaard.
De gewone gasverbruikers kunnen de meters in huur of in
eigendom hebben, terwijl aan de muntgasverbruikers de meters
kosteloos in bruikleen worden gegeven.
De bepaling van de grootte van een voor eenig perceel be-
noodigden meter geschiedt uitsluitend door de Directie.
De maandelijks verschuldigde meterhuur is in onderstaande
tabel aangegeven.
Grootte van den
Doorlaatvermogen
Meterhuur
meter.
per uur.
per
maand.
3-lichts meter
420 liters p. uur
f
0.15
5-lichts meter
700 liters p. uur
0.15
10-lichts meter
1400 liters p. uur
0.15
20-liehts meter
2800 liters p. uur
0.30
30-lichts meter
4200 liters p. uur
0.40
50-lichts meter
7000 liters p. uur
0.55
60-lichts meter
8400 liters p. uur
0.75
80-lichts meter
11200 liters p. uur
0.85
100-lichts meter
14000 liters p. uur
1.—
150-lichts meter
21000 liters p. uur
1.20
200-lichts meter
28000 liters p. uur
2.—