151
onmiddellijke leiding staande afdeeling noodig kunnen zijn.
Hij draagt zorg, dat de Directeur tijdig beschikt over de ge
gevens der onder zijne onmiddellijke leiding staande afdee
ling, welke deze noodig heeft om de hem in zijn instructie
opgedragen taak te vervullen.
Alle stukken, welke op het geldelijk beheer van de onder
zijne onmiddellijke leiding staande fabriek betrekking hebben,
worden door hem geviseerd, alvorens ze door den Directeur
worden afgeteekend.
De werkzaamheden van de technische ambtenaren en werk
lieden van de onder zijne onmiddellijke leiding staande afdee
ling worden door hem geregeld, onder goedkeuring van den
Directeur".
D. VERORDENING, houdende Instructie voor den Hoofd
boekhouder der Stedelijke Fabrieken van Gas en Elec-
triciteit te Leiden.
Art. 1.
De Hoofdboekhouder is belast met de behandeling der
administratie van de beide fabrieken en draagt zorg voor de
behoorlijke invordering en betaling van de te ontvangen en
verschuldigde gelden.
Hij gedraagt zich naar de bevelen van den Directeur, on
verminderd zijn verantwoordelijkheid voor de juistheid der
van hem afkomstige, door den Directeur aan Commissarissen
toegezonden, administratieve bescheiden.
Art. 2.
Alvorens zijn betrekking te aanvaarden, legt hij in handen
van den Burgemeester den eed of de belofte af, dat hij de
verplichtingen, hem bij verordeningen, instructiën of andere
bepalingen opgelegd, eerlijk en getrouw zal nakomen.
Art. 3.
De bedragen van het verschuldigde voor geleverd gas,
geleverde electriciteit, meterhuur enz. worden door herri
ingevorderd overeenkomstig de voorschriften van de ver
ordeningen op de levering van gas en de levering van electrici
teit volgens door den Directeur geviseerde staten.
Art. 4.
Op den 31 steil December van ieder jaar zal hij met den
Directeur een inventaris opmaken van de aanwezige grond-
stoflen, hoofd- en bijproducten, benevens magazijnvoorraden
deze zal tot grondslag strekken bij het opmaken van de balans
en door hem voor deugdelijk worden erkend en geteekend.
Art. 5.
In verband met de verordening, houdende reglement op het
beheer en bestuur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Elec
triciteit, draagt hij zorg:
voor het tijdig aan den Directeur mededeelen van verwachte
of zoo spoedig mogelijk mededeelen van plaats gehad hebbende
onvoorziene overschrijdingen van geraamde bedragen voor
onderhoud, herstellingen of nieuwe werken en van belangrijke
afwijkingen vari de geraamde exploitatie-cijfers
voor het tijdig aan den Directeur ter hand stellen van de
balans- en winstrekening van elke fabriek over het afgeloopen
dienstjaar, alsmede van het daarbij behoorende afschrift dei-
rekening vap het vernieuwingsfonds;
en voor het tijdig verstrekken der gegevens, noodig voor
het opmaken van het verslag van de exploitatie van elke
fabriek en van de begrootingen voor het volgend dienstjaar.
Art. 6.
Hij draagt zorg, dat geen betaling geschiedt dan tegen
behoorlijk geteekende kwijting.
Alle stukken, welke op het geldelijk beheer betrekking
hebben, worden door hem geviseerd, nadat hij zich ervan
overtuigd heeft, dat zij door den Directeur en, voor zoover
noodig, door den adjunct-Directeur zijn gefiatteerd.
Hij overtuigt zich, dat de door hem of door de ambtenar en
en beambten van den administratieven dienst geboekte ont
vangsten en uitgaven zijn gedaan in overeenstemming met
de verordeningen en met de overige door den Gemeenteraad,
door Burgemeester en Wethouders, door Commissarissen en
door den Directeur gegeven voorschriften.
Art. 7.
De werkzaamheden van de ambtenaren en beambten van
de afdeeling Administratie worden door hem geregeld onder
goedkeuring van den Directeur.
Art. 8.
De uren voor het in ontvangst nemen en betalen van
gelden ten kantore der Stedelijke Fabrieken van Gas en
Electriciteit worden door hem in overleg met den Directeur
en onder goedkeuring van den Commissaris-Voorzitter geregeld.
Art. 9.
Voor een afwezigheid buiten de gemeente van drie dagen
of korter, is toestemming noodig van den Directeur, voor
een afwezigheid van langeren duur is vergunning noodig van
Commissarissen.
Art. 10.
Hij wijst, onder goedkeuring van Commissarissen, iemand
als gemachtigde aan, die op zijne verantwoordelijkheid, tijdens
ongesteldheid of afwezigheid, zijne furrctiën bij de Stedelijke
Fabrieken van Gas en Electriciteit waarneemt.
Art. 11.
Hij mag geen betrekking aanvaarden of werkzaamheid op
zich nemen, waaraan bezoldiging of geldelijk voordeel ver
bonden is, zonder machtiging van Commissarissen, noch eenige
andere, welke naar het oordeel van Commissarissen aan de
waarneming van zijn ambt in den weg staat.
Art. 12.
Bij brand, stoornis der openbare orde of ander gevaar,
neemt hij de noodige maatregelen ter beveiliging van de
gelden en boeken in de fabrieken aanwezig.
Art. 13.
De jaarwedde van den Hoofdboekhouder wordt binnen de
grenzen van f 2500.— tot 3000.— door den Gemeenteraad
vastgesteld.
E. VERORDENING, betreffende de levering van gas door de
Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden.
Art. 1.
De aanvraag tot aansluiting aan het buizennet der Gasfabriek
geschiedt door invulling en onderteekening van een ten kantore
der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit kosteloos
verkrijgbaar formulier door den hoofdbewoner van een perceel,
die geacht wordt de aanvraag voor zijne rekening te hebben
gedaan.
Dit formulier wordt vastgesteld door Commissarissen dei-
Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit en bevat onder
meer opgave van de soort, het aantal en de grootte der aan
te sluiten verbruikstoestellen, de toestemming van den eigenaar
van het perceel tot het aldaar aanbrengen, hebben en weg
nemen van een aanvoerleiding en daarbij behoorende toestellen,
en eene verklaring van den aanvrager, dat hij zich onderwerpt
aan de hieronder volgende voorwaarden en de wijzigingen,
welke daarin mochten worden gebracht.
Onder perceel wordt verstaan dat gedeelte van eene woning
of van een reeks van woningen, dat een samenhangend geheel
vormt en door één gezin wordt bewoond.
De Directie is bevoegd, te harer beoordeeling, ook aan andere
aanvragen dan van hoofdbewoners van perceelen te voldoen.
Art. 2.
De aansluiting kan, onverminderd het in de artt. 5 en 17
bepaalde, geweigerd worden indien
1° de hoofdgasbuis naar het oordeel van Commissarissen
te ver van het aan te sluiten perceel is verwijderd of de aan
sluiting hinder in het buizennet zou veroorzaken.
2°. de aansluiting verlangd wordt voor tijdelijke doeleinden,
zooals voor illuminatiën, verlichting van tenten, enz.
3°. de aansluiting moet dienen als reserve-inrichting voor
een andere wijze van verlichten of verwarmen, of als reserve
voor een krachtinstallatie.
Wordt in een der in dit artikel genoemde gevallen aan
sluiting gegeven, zoo kunnen Commissarissen daaraan bij
zondere voorwaarden verbinden.
Art. 3.
Wanneer ter voldoening aan aanvragen voor levering van
gas buiten de gemeente het gasbuizennet zal moeten worden
uitgebreid of verzwaard, berust de beslissing:
voor aanvragen op een afstand van minder dan 1000 meter
van de grens der gemeente Leiden of van de grenzen van
gemeenten, waarmede door de gemeente Leiden bijzondere