150 Art. 19. Commissarissen zenden vóór 20 Juni van elk jaar aan Burgemeester eu Wethouders een bedrijfsbegrooting der fabrieken voor het volgende jaar. Deze begrooting vermeldt het geraamde eindcijfer der winstrekening van de beide fabrieken en de geraamde cijfers der winstrekening, naar de belangrijkste onderdeelen gegroepeerd De bedrijfsbegrooting wordt door Burgemeester en Wethouders als bijlage bij de ontwerp-begrooting der plaatselijke inkomsten en uitgaven aan den Raad overgelegd. Indien in den loop van het dienstjaar mocht blijken, dat de voor dat jaar geraamde overschotten niet zullen worden verkregen, geven Commissarissen daarvan zoo spoedig mogelijk kennis aan Burgemeester en Wethouders. Art. 20. Commissarissen dienen geldaanvragen voor uitbreiding der fabrieken met toelichting tijdig in bij Burgemeester en Wet houders. Bij oveischrijding der geraamde bedragen geven zij daar van zoo spoedig mogelijk kennis aan Burgemeester en Wet houders met vermelding van de oorzaken, welke tot de over schrijding aanleiding hebben gegeven. Art. 21. Van de gasfabriek en de electriciteitsfabriek zal eene afzon derlijke boekhouding worden gevoerd. De boeken worden ge voerd naar het beginsel der dubbele boekhouding, zoodat zij een volledige verantwoording geven over alle waarden der fabrieken en de uitkomsten in onderdeelen doen blijken. Art. 22. Jaarlijks vóór 15 April wordt door Commissarissen aan Burgemeester en Wethouders een verslag met balans en winstrekening toegezonden van elk der fabrieken over het op 31 December daaraanvoorafgaande geëindigde boekjaar en een afschrift van de rekening van het in art. 29 bedoelde Vernieuwingsfonds. Deze stukken worden door Burgemeester en Wethouders aan den Gemeenteraad overgelegd; zij wor den gedrukt en aan de leden van den Gemeenteraad toe gezonden. Art. 23. Het besluit van den Raad tot vaststelling van de balans en de winstrekening strekt aan Burgemeester en Wethou ders. aan Commissarissen, aan den Directeur en den Hoofd boekhouder tot ontlasting, behoudens later in rechten geble ken valschheid in bewijsstukken. Art. 24. De bepalingen omtrent het gebruik van gas en electrici- teit worden door den Gemeenteraad vastgesteld bij verorde ningen, waarvan een afdruk door den Directeur aan iederen nieuwen verbruiker kosteloos zal worden uitgereikt. Art. 25. Leveringen en diensten van de fabrieken onderling en aan en van de Gemeente worden verrekend tegen den kosten- den prijs. De kosten van de verzorging der openbare ver lichting worden mede met de Gemeente verrekend. Aan de Gemeente wordt jaarlijks vergoed voor het gebruik van den gemeentegrond: voor de hoofdgasbuizen 1,— voor de hoofdkabels der electriciteitsfabriek f 0,25 en voor die ten behoeve van den klokkendienst f 0,05alles per strek- kenden meter. Voor de lengten der hoofdgasleidingen en hoofdkabels zal het gemiddelde der op 1 Januari en 31 December van eenig jaar gelegde lengten worden aangenomen. Over de aan de fabrieken door de Gemeente verstrekte gelden wordt rente vergoed tegen een door den Gemeente raad vast te stellen rentevoet. Bij het besluit tot, verschaffing der gelden wordt door den Gemeenteraad tevens bepaald, op welke wijze deze door de fabrieken zullen moeten worden terugbetaald; de aflossings termijn wordt zooveel mogelijk gebracht in overeenstemming met den termijn van afschrijving voor de daartegen aan te schaffen bezittingen. De beschikbare gelden der fabrieken boven een door Com missarissen vast te stellen bedrag worden door baar bij den Gemeente-Ontvanger a deposito gestort. Over deze gelden kan door de fabrieken weder te allen tijde worden beschikt. De Gemeente vergoedt over deze gelden eveneens rente tegen een door Burgemeester en Wethouders vast te stellen rentevoet. De rente wordt verrekend halfjaarlijks in de laatste week der maanden Juni en December. De aflossingen worden aan de Gemeente betaald in de laatste week der maand December. De vergoedingen voor het gebruik van den gemeentegrond worden aan de Gemeente betaald in de maand April van elk jaar over het voorafgaande jaar. Art. 26. De door de fabrieken blijkens de balans gemaakte winst wordt uitgekeerd aan de Gemeente; het door de fabrieken blijkens de balans geleden verlies wordt door de Gemeente aangezuiverd. De verrekening van de winst of het verlies geschiedt binnen een week na de vaststelling van de balans en winstrekening door den Gemeenteraad. Art. 27. Van elke storting en beschikking bij den Gemeente-Ont vanger geeft de Directeur onmiddellijk schriftelijk kennis aan Burgemeester en Wethouders, die daarvan aanteekening houden. Art. 28. De jaarlijksche afschrijvingen op de bezittingen der fabrie ken ten laste van de winstrekening worden berekend over eenkomstig een door den Gemeenteraad onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten vast te stellen tabel. Art. 29. De winstrekening der fabrieken wordt bovendien jaarlijks belast voor twee procent van het door de Gemeente verstrekt kapitaal, voor zoover daarvoor een jaarlijksche aflossing is bepaald en dit kapitaal nog niet is afgelost; de aldus gere serveerde gelden dienen tot vorming van een Vernieuwings fonds, ter bestrijding van buitengewone vernieuwingen, met uitsluiting van alle onderhoudskosten. Art. 30. Dit Reglement wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 Januari 1914. Op dat tijdstip vervalt het Reglement van 26 October '1911 (Gemeenteblad n°. 13), gelijk dit laat stelijk is gewijzigd bij verordening van 10 Juli 1913 (Gemeen teblad n°. 23). B. VERORDENING, houdende wijziging der verordening van 22 Februari 1912 (Gemeenteblad No. 7), houdende Instructie voor den Directeur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden. Art. 1. Artikel 10 wordt gelezen als volgt: »De Directeur draagt, in verband met de verordening, hou dende reglement op het beheer en bestuur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, zorg voor de tijdige inzen ding aan Commissarissen van het verslag van den toestand van elke fabriek en van haar exploitatie over het afgeloopen jaar, alsmede van de door den Hoofdboekhouder opgemaakte balans en winstrekening, het afschrift der rekening van het Vernieuwingsfonds en de begrooting voor het volgende dienstjaar". Art. 2. Aan artikel 12 worden een derde en vierde lid toegevoegd, luidende: »Hij neemt de kas van de beide fabrieken op ongezette tijden en ten minste eenmaal per maand op. Van deze kasopnemingen wordt aanteekening gehouden in een daartoe bestemd register. Hij deelt de uitkomst der kasopneming en den stand der geldmiddelen, beschouwd in verband met de te verwachten uitgaven, schriftelijk aan den Voorzitter van Commissarissen mede C. VERORDENING, houdende wijziging der verordening van 22 Februari 1912 (Gemeenteblad n°. 8), houdende Instructie voor den Adjunct-Directeur der Stedelijke Fabrieken van Gas- en Electriciteit te Leiden. Art. 1. Aan artikel 1 wordt een derde lid toegevoegd, luidende Hij is belast met de onmiddellijke leiding van den dienst van een der beide fabrieken". Art. 2. Artikel 3 wordt gelezen als volgt »Hij is verplicht den Directeur tijdig in kennis te stellen met vernieuwingen en uitbreidingen, die voor de onder zijne

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1914 | | pagina 4