158 Nieuw art. 12 13-16-12 D 1415 17 18 19 20 21—22—26 23 24 25—28—29 oud art. (gewijzigd) B 13 B 9 en 10 (ongewijzigd) B 11 B 14 B 18 B 19 B 20 B 21 B 17 B 30 (gewijzigd) (ongewijzigd) (gewijzigd) (ongewijzigd) B 121516—22—23 (gewijzigd) oud art. 24 b b. Instructie voor den Directeur. c. Instructie voor den adj.-Directeur. De aanwijzing vindt men bij de nieuwe bepalingen. d. Instructie voor den Hoofdboekhouder. Nieuw art. 1 H oud art. 1 H (gewijzigd) 2 H 2 H (ongewijzigd) 3 H 3 H 4 H 4 H 5 H 5 H (gewijzigd) 6 H 8 7 H 6 H 8 H 7 H (ongewijzigd) 9 H 8 H 10 H 9 11 11 H 10 II 12 H 11 H 13 H 12 li TOELICHTING op het ontwerp der Gasverordening 1914. Het is wenschelijk de bestaande gasverordening van 9 Januari 1896 te herzien, aangezien belangrijke bepalingen, zooals het leveren van gas over muntmeters, het leveren van gas over abonnementslantaarns en de mogelijkheid om in bijzondere gevallen aan groote verbruikers een verminderden prijs toe te staan, daarin geheel ontbreken. Voorts bevat de verordening van 9 Januari 1896 eenige voorschriften omtrent den aanleg en de aansluiting van gas leidingen in de perceelen, die niet in de verordening thuis behooren en beter opgenomen kunnen worden in de z.g. door Commissarissen vast te stellen installatie-voorschriften. Ten slotte is er naar gestreefd de nieuwe gasverordening en de nieuwe electriciteitsverordening zooveel mogelijk met elkander in overeenstemming te brengen. Voor zoover doen lijk zijn de overeenkomstige artikelen gelijkluidend en hebben zij in beide verordeningen hetzelfde nummer. Ter toelichting der afzonderlijke artikelen diene het vol gende Aanvraag aansluiting. Artikel 1 bevat de bepalingen omtrent de aanvraag voor aansluiting aan het gasbuizennet. Deze bepalingen waren ten deele in art. 17 der bestaande verordening opgenomen. Het artikel is geheel gelijkluidend met art. 1 der electriciteits verordening. Weigering aansluiting. Artikel 2 geeft op de gevallen, waarin de aansluiting kan worden geweigerd. Dit artikel ontbreekt in de bestaande verordening. Blijkbaar had het oude artikel 1 dezelfde bedoeling als het nieuwe artikel 2 sub. 1 en werden slechts aanslui tingen gemaakt in die straten, waar gasbuizen voor de open bare verlichting aanwezig waren. Thans zijn overal in de gemeentewegen gasleidingen aanwezig. Met de electrische kabels is dit nog niet het geval. Het artikel verschilt alleen in sub. 3 eenigszins met de electriciteitsverordening, omdat geen enkele aanvrager een eigen lichtgasinstallatie bezit. Vergunning voor gaslevering buiten de gemeente. Artikel 3 betreft de vergunning voor levering van gas buiten de gemeente Leiden en komt overeen met de 3de en 4de alinea van de bestaande verordening van artikel 1. Het artikel is gelijkluidend met dat der electriciteitsverordening. De aanvoerleiding. Artikel 4 behandelt het maken en onderhouden van de aanvoerleiding en komt overeen met art. 5 van de bestaande verordening. De bepaling van art. 2 der oude verordening is hier niet in opgenomen als behoorende tot de installatie voorschriften. Het artikel wijkt eenigszins af van dat der electriciteits verordening. is in overeenstemming met het gas- De kosten van het breek-, metsel- en timmerwerk zijn als van ouds voor rekening van den aanvrager gebleven. Nieuw en in overeenstemming met de electriciteitsveror dening is de bepaling, dat de aanvoerleiding slechts over eene lengte van 10 M. voor rekening der Gasfabriek geschiedt. Wegens het plaatsen van meerdere toestellen, benoodigd voor een of meer aansluitingen, is de electriciteitsverordening uitvoeriger dan voor de gasverordening noodig is. Aanleg van binnenleiding door derden. Artikel 5 is in de bestaande verordening in art. 6 weer te vinden. De bepalingen der artt. 2, 3 en 4 in de oude veror dening behooren tot de installatie-voorschriften en kunnen dus hier vervallen. Het is bijna geheel gelijkluidend met het betreffende artikel der electriciteitsverordening. Aanleg van binnenleiding door de Gasfabriek. Artikel 6. De oude verordening bevat in de tweede alinea van art. 5 eene overeenkomstige bepaling. Het art. 6 is voor zoover mogelijk in overeenstemming gebracht met art. 6 der electriciteitsverordening, handelende over z.g. /mnrbinnenleidingen. Muntgasinstallaties. Artikel 7. Dit artikel is geheel nieuw. Voor zoover mogelijk komt het art. 7 der electriciteitsverordening, handelende over abonnementsinstallaties, hiermede overeen. Abonnementslantaarns. Artikel 8. Dit artikel is eveneens nieuw. Het voorschrift om slechts lantaarns met één of meer branders van hoogstens 200 liter toe te staan verbruik der lantaarns der openbare verlichting, Art. 8 der electriciteitsverordening handelt over huurkoop motoren. Gasmeters. Artikel 9. Zooveel mogelijk is hierin overeenstemming met de electriciteitsverordening. Bij de gasmeters moeten de wette lijke voorschriften omtrent den ijk in acht worden genomen. Voor electriciteitsmeters bestaan daaromtrent tot heden geen wettelijke voorschriften. Voor zoover noodig zijn de bepalingen van de artt. 8, 9, 10 en 11 der bestaande gasverordening in het artikel opge nomen. Nieuw is de bepaling van alinea 2, dat de aanwijzing van den gasmeter op een daarvoor bestemde kaart onder bereik van den meteropnemer, door den verbruiker moet worden bewaard. Eveneens is nieuw het bepalen van het gas verbruik over een zeker tijdsverloop van een onjuist aan- wijzenden meter. In afwijking met de electriciteitsverordening zijn in art. 9 de meterhuren opgenomen. Dit is gedaan omdat in art. 10 der gasverordening, handelende over de vaststelling der gasprijzen, door den Gemeenteraad, geen prijzen of tarieven worden genoemd. Gasprijs. Artikel 10. Aangezien de gasprijs practisch voor alle doel einden dezelfde is, is in tegenstelling met de electriciteits verordening de gasprijs per M8. over gewone en over munt gasmeters niet genoemd. Daardoor is het bij verandering van den gasprijs niet noodig, de geheele gasverordening te wijzigen. Ten einde de mogelijkheid open te houden in bepaalde gevallen aan groote verbruikers bijzondere tarieven in te willigen, is in art. '10 de bepaling opgenomen, dat Commissarissen in die gevallen met verbruikers van meer dan 5000 M3. bijzondere overeenkomsten kunnen aangaan. Het ligt in de bedoeling hiervoor alleen zulke verbruikers in aanmerking te doen komen, die een groot verbruik gedurende het zomerhalfjaar kunnen garandeeren. Geldinvordering. Artikel 11 betreft de invordering van het verschuldigde wegens geleverd gas, enz., zoowel voor gewone als muntgas- verbruikers. De overeenkomstige artikelen in de oude verordening zijn art. 12 en art. 16. In tegenstelling met de Electriciteitsfabriek geschiedt het invorderen van het verschuldigde voor het verbruik over de maanden Mei en Juni en over de maanden Juli en Augustus, telkens op één quitantie, ter vereenvoudiging der administratie. Wanbetaling. Artikel 12 betreft het afsluiten van den gastoevoer bij wanbetaling. B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1914 | | pagina 12