474 DONDERDAG 49 NOVEMBER 4914. dat ook tot bevordering van het turnen door de Gemeente besturen kan worden medegewerkt door de bij de scholen bestaande gymnastieklokalen, op de tijden, dat die voor het gymnastiek-onderwijs niet noodig zijn. beschikbaar te stellen voor turn-vereenigingen, hetzij gratis, hetzij tegen geringe vergoeding dat ook de oprichting van gemeentelijke turnhallen over weging verdient en dat aanbevolen moet worden bij de in richting en exploitatie daarvan overleg te plegen met de Nederlandsche organisaties op het gebied van gymnastiek; dat het Bestuur voornoemd eerbiedig verzoekt met het voren staande wel rekening te willen houden. Hetwelk doende, Het Algemeen Bestuur der Tuchtunie, Edo Bergsma, Algemeen Voorzitter. J. Kleefstra, Algemeen Secretaris. Prinsestraat 82, Den Haag. Enschede. 1 Den Haag. i D Aus"st"s 1914 De Voorzitter. Dit is het eerste request. Zooals deheeren hebben gehoord, worden hierin verlangens geuit, waaraan de gemeente Leiden, voor zoover hare krachten dit toelaten, al geheel heeft voldaan. Wij hebben zooveel mogelijk gymnastiek lokalen beschikbaar gesteld en wanneer wij voor sportdoel- einden iets verhuren, doen wij dit voor een zeer lagen prijs. Men moet natuurlijk rekening houden met de gemeente- financiën, maar dan geloof ik toch nog, dat wij reeds geheel handelen in den geest van adressanten. Ik stel dus voor dit adres aan te nemen voor kennisgeving. Daartoe wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. De Voorzitter. Dan is er nog een_ aanhangsel bij dit adres, dat origezegeld is, zoodat het eigenlijk niet behoeft te worden behandeld. Ik wil alleen maar even meedeelen, dat daarin wordt te kennen gegeven, dat men de vreemdelingen beleefd moet ontvangen. Dit staat wellicht in verband met een bericht, dat eenigen tijd geleden in de dagbladen heelt gestaan over het gebeurde in een andere gemeente. Thans hebben wij zooveel vreemdelingen in ons midden, als wij nog nooit hebben gehad, de Belgische vluchtelingen, die hier als het ware een los-vast verblijf hebben, en niemand zal ontkennen, dat wij die vreemde lingen op de vriendelijkste wijze hebben ontvangen. Ik geloof dus te mogen zeggen, dat wij ons ook geheel volgens dit tweede verzoek gedragen. 2°. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 4914. 3°. Verzoeken om afschrijving van plaatselijke directe be lasting, dienst 1944. 4°. Verzoek van W. A. van Besooyen om eervol ontslag als onderwijzer aan de School der 3e klasse No. 2. Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders. 5°. Verzoek van N. Vermeer om uitstel van de betaling van plaatselijke directe belasting. Wordt als zijnde ongezegeld, ter zijde gelegd. De Voorzitter deelt ten slotte nog mede: dat de Wethouder van Fabricage zich in het vervolg zal belasten met de regeling van de aangelegenheden der Brand weer, en zal optreden als hoofd der Brandweer, behoudens het bepaalde in art. 189 der Gemeentewet. Aan de orde is thans: I. Benoeming van een lid der Commissie voor het Stedelijk Museum »de Lakenhal". (Zie Irig. St. No. 244.) De Voorzitter. Mag ik voor het doen van de thans vol gende benoemingen de heeren Vergouwen, van der Eist, Reime- ringer en Heeres verzoeken het stembureau te willen uitmaken? Wordt benoemd de heer Mr. J. Th. C. Viruly met 22 stemmen; de heer S. J. Le Poole L.Gzn. verkreeg 4 stemmen en Prof. Dr. J. P. Kuenen 1 stem. II. Benoeming van een Curator van het Gymnasium. (Zie Ing. St. no. 236). Wordt benoemd Prof. Dr. J. P. Kuenen met 24 stemmen; Prof. Dr. P. C. T. van der Hoeven vei kreeg 3 stemmen; 4 briefje was in blanco. Er werd bij deze stemming één stem meer uitgebracht dan de presentielijst aangaf, hetgeen echter niet van invloed was op den uitslag der stemming. (De heer Carpentier Alting komt ter vergadering.) III. Benoeming van een Hoofd der school 3e klasse No. 3. (Zie ing. St. No. 238.) Wordt benoemd de heer F. W. Zeelenberg met 27 stemmen; 4 briefje was in blanco. De Voorzitter. Ik dank de heeren van het stembureau voor de genomen moeite. IV. Verzoek van Mej. A. E. S. Michelsen om eervol ontslag als leerares in de plant- en dierkunde en in de aardrijks kunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (Zie Ing. St. no. 234.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. V. Verzoek van H. J. Zijlstra om eervol ontslag als Hoofd der Jongensschool 4e klasse. (Zie Ing. St. no. 253.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. VI. Verzoek van E. J. Blekkink om eervol ontslag als Hoofd der school 3e klasse No. 4. (Zie Ing. St. No. 254.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. VII. Verzoek van M. H. Tuinder om eervol ontslag als onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de school der 4e klasse No. 4. (Zie Ing. St. No. 237.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. VIII. Verzoek van H. J. van Zon om eervol ontslag als onder wijzer met verplichte hoofdakte aan de school der 3e klasse No 8. (Zie Ing. St. No. 252.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. IX. Verzoek van Mej. C. E. de Vos om eervol ontslag als onderwijzeres aan de school der 2e klasse in de Heerenstraat. (Zie Ing. St. No. 235). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. X. Voorstel: a. tot het verbinden van de school der 2e klasse aan de Oude Vest als leerschool aan de Kweekschool voor onder wijzers en onderwijzeressen, in plaats van de school der 3e klasse No. 5; b. tot het openen van het bij art. 29, 7e lid der wet op het Lager Onderwijs bedoelde overleg met den Districts schoolopziener, ten aanzien van de benoeming van de hoofden der nieuwe school 2de klasse aan de Langebrug, der school 2de klasse aan de Oude Vest en der school 3e klasse No. 5. (Zie Ing. St. No. 242.) De beraadslaging wordt geopend. De heer Sijtsma. M. d. V. Ik zal mij tegen dit voorstel niet verzetten, want ik geloof ook, dat wij dezen weg op moetenmaar in het algemeen komt het mij echter niet wenschelijk voor, dat w:ij bij herhaling hoofden van scholen verplaatsen van de eene school naar de andere. Per slot van rekening is het verplaatsen van de Leerschool eigenlijk een reageeren tegen het besluit in 4901 genomen. Toen was de Leerschool feitelijk verbonden aan de Kweekschool en toen heeft men in overeenstemming met alle schoolautoriteiten ik heb de stukken nog eens nagezien het wenschelijk geacht, dat Leerschool en Kweekschool niet onder één dak zouden zijn en de hoofden van de Leerschool en de Kweek school van elkaar waren. Dit is in de stukken zelfs nadrukkelijk gezegd, doch men heeft er niet bij gezegd, waarom. De Voor zitter heeft bij openbare behandeling in den Raad dieopmer-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1914 | | pagina 2