140 DONDERDAG 22 OCTOBER 1914. kan krijgen, dien men in gewone omstandigheden ontvangt, doch men kan, wanneer dit land daarvoor gebruikt wordt, den prijs wel stellen op 200 a 300 per bunder en dus ƒ300 a ƒ400 voor het geheele perceel. Ik zou voorts meenen, dat wanneer men dit terrein kon gebruiken voor sportterrein, waaraan groote behoefte is, dat dan de sportverenigingen misschien méér zouden geven, dan de 140, die thans geboden worden. En dan voorziet men bovendien nog in eene behoefte van openbaar belang. Aan het voorstel, zooals het hier ligt, kan ik dus mijne stem niet geven. De heer Sijtsma. M. d. V. Ik wensch mij geheel aan te sluiten bij hetgeen de heer Fokker heeft gezegd. Ik ben gis teren een onderzoek wezen instellen en toen is mij gebleken, dat het land al door den huurder verbouwd wordt; hij had het geheel omgespit en voor de helft met bollen beplant. Dit heeft mij zeer verbaasd. Ik heb er toen iemand naar gevraagd, die mij zeide, dat hem vanwege Burgemeester en Wethouders was gezegd, dat hij daarmede wel kon doorgaan. Daartegen meen ik een kort protest te moeten doen hooren, temeer omdat ook een huurprijs van 140 veel te laag is. Menschen van het vak met wie ik daarover sprak, zeiden mij ook, dat die prijs naar niets lijkt, omdat nu het land is omgebroken, het nog wel 2 jaar bebouwd kan worden zonder verdere be mesting. Iets anders kwam mij hierbij nog in de gedachte en daarom vond ik het ook weer zoo jammer, dat wij nog geen Wethouder voor sociale aangelegenheden hebben. Burgemeester en Wethouders voelen wel wat voor sociale zaken, maar in dit geval heeft men daarvan niet veel kunnen merken. Wat is toch het geval? Wij hebben hier een vereeniging, die Volks tuintjes verhuurt, die verbazend graag worden genomen, want zij zijn op het oogenblik allen verhuurd en de menschen telen er hun groenten enz. op. Voor die tuintjes wordt betaald 0.05 per M2. en ze zijn groot 100 M2. Wat hier nu wordt voorge steld, komt neer op 0.01 per M2.voor die volkstuintjes wordt dus vijfmaal zooveel betaald. Nu is het verhuren van die volkstuintjes niet alleen van stoffelijk belang voor de huur ders, maar ook op moreel en geestelijk gebied is het een zeer goede en wenschelijke zaak. De menschen komen bij elkaar om over verschillende zaken te praten, terwijl zij na afloop van hun arbeid de tuintjes bewerken. Ik had zeer gehoopt dat Burgemeester en Wethouders hieraan ook wel eens zouden gedacht hebben, wat nu gebleken is niet het geval te zijn. Hoe dit zij, in dit geval vermoed ik echter, dat Burge meester en Wethouders aan Zandbergen geen vrijbrief zullen hebben gegeven om reeds met de bewerking van den grond te beginnen. Dan zou men nu tot een andere wijze van verhuring kunnen overgaan; meri zou bijv. kleine perceelen kunnen ver huren aan arbeiders, die daarvoor in aanmerking wenschen te komen. En kan dit niet van de gemeente zelve uitgaan, dan geloof ik wel, dat er een of ander lichaam zal zijn te vinden, dat dit werk op zich zal willen nemen. En wil men dit niet, dan is er nog wel een voordeeliger wijze om het land te verhuren. Door den vroegeren eigenaar is mij verzekerd, dat hij het daarnaast gelegen perceel gemakkelijk kon ver huren voor ƒ300 aan een Sportvereeniging. Telkens komen er dergelijke aanvragen. Wanneer Burgemeester en Wethouders dien weg opwilden, dan zou het ook voor dit doel best kunnen worden verhuurd. Maar dan moet het in de couranten worden geannonceerd. De menschen zeiden mij daarde meesten weten niet, dat het land te huur is. Was daaraan meer publiciteit door het plaatsen van een bord een zeer gebruikelijke manier gegeven, dan zouden er veel meer belangstellenden zijn geweest. In elk geval zou ik wenschen voor te stellen nu niet over te gaan tot de verhuring, maar zou ik Burge meester en Wethouders in overweging willen geven om den weg in te slaan door mij aangegeven. De heer Botermans. M. d. V. Het komt mij ook voor, dat de prijs van ƒ140.— voor een stuk land groot 1 H.A. 68 A. al verschrikkelijk weinig is. Nu wordt het tot bouwland ge maakt, wat ook verbazend te betreuren is. Wanneer wij het terrein hadden aangeboden als sportterrein, dan had men er misschien den dubbelen prijs van gemaakt. Ik vind het jammer dat Burgemeester en Wethouders op die wijze hebben ge handeld. D© heer Korff. M. d. V. Ik zou even een enkele opmerking willen maken naar aanleiding van hetgeen de heer Sijtsma heeft gezegd om den grond te verhuren als volkstuintjes. Dat klinkt oppervlakkig wel eenvoudig en gemakkelijk, maar ik wildeden heer Sijtsma en den Raad er op wijzen, dat als men overgaat tot het verhuren van den grond voor «volkstuintjes", men dan van ƒ1500.tot ƒ2000.per Hectare noodig heeft om die zaak in te richten. De heer Sijtsma schudt wel van neen, maar dat is betaald en uitgegeven voor onze volkstuintjes. Men verhuurt geen stuk grond maar zooals het daar ligt, voor volks tuintje. Men moet den grond eerst keeren en omspitten, greppels graven en op iedere 100 M2. een afrastering hebben die kosten komen er dus ook nog allemaal bij, voordat de menschen den grond voor tuintjes kunnen gebruiken. Ik heb met nog een paar leden, die met mij zitting in deze Commissie hebben, de zaak besproken en het komt ons verder ook nog voor, dat de ligging van den grond te ongunstig is om tot «volkstuinen" te worden ingericht. De Voorzitter. Ik zou even iets op willen helderen. Misschien ligt het aan mij, maar ik heb het heele debat niet begrepen. Er is steeds gesproken van het omleggen van weiland in bouwland, maar er is geen kwestie van weilandhet is teel- land. Er zijn bollen op geweest. Men zou het niet als weiland kunnen verhuren, want dat zou men er eerst van moeten maken. Het is gewoon bollenland, dat verhuurd wasvoorden tijd van 10 jaren. Dat schijnt hier zoo de gewoonte te zijn. Maar omdat er nu een tijdelijke malaise is in de bollencultuur, tengevolge van den oorlogstoestand, kon men voor den grond als teelland geen bevredigende pacht verkrijgen, en daarom was het beter gedurende 2 jaar met wat minder genoegen te nemen en af te wachten, hoe de toestand het 3e jaar zou zijn. Ik weet niet, of het land vroeger misschien weiland is geweest, het kan zijn, maar nu is het teelland. Wij hebben nu gedacht: we zullen het liever voor den tijd van 2 jaren verhuren en dan wat minder huur vragen, om dan na dien tijd weer vrij te zijn. Misschien zijn de heeren in de war met het bij openbare verpachting aan den heer Paardekooper gegunde stuk, doch dat ligt ter zijde en heeft er niets mede te maken. Wat betreft de inrichting van het terrein voor volkstuintjes, daarmede ga ik geheel accoord met den heer Korff. Voorts in antwoord op een andere vraag van den heer Sijtsma nog dit. De door ons voorgestelde pachter heeft gevraagd, daar het geen weiland doch teelland is, of hij het intijds zou mogen bewerken en hij beginnen mocht met op eigen risico den vuilen boel weg te halen, dien men altijd in teelland heeft, voornamelijk in het najaar. Daartegen hadden wij geen be zwaar, omdat wij uitdrukkelijk Zandbergen er aan herinnerd hebben, dat de risico voor hem was, indien het land hem niet door den Raad werd verhuurd. De heer Botermans. Ik ben gisteren op het terrein geweest en ik heb zelf het weiland zien omspitten. De heer Sijtsma. De menschen hebben mij verklaard, dat juist omdat het weiland omgespit is en veranderd in teelland, het nu 2 jaar zonder bemesting zal kunnen worden gebruikt. Een groot deel is omgespit, een ander deel nog niet. Zooals ik zeide, heb ik een onderzoek ingesteld en de personen die ik sprak, hebben mij gezegd, dat de verandering met toe stemming van Burgemeester en Wethouders mocht geschieden. Heeft men mij bedrogen, dan kan ik het niet helpen. Het weiland is dan nu echter opgebroken, terwijl het voor sport terrein uitnemend geschikt was geweest. U hebt, M. d. V., zeker zelf de zaak niet gezien. De Voorzitter. Den 14den September is er door Burgemeester en Wethouders een openbare verpachting gehouden van weide en teelland in de gemeente Oegstgeest en daarbij is een stuk weiland verhuurd aan P. J. Paardekooper; een perceel teelland sectie C No. 280 dat is het bewuste stuk werd aangehouden en wij stellen thans voor dit te verhuren aan Zandbergen. Het stuk wordt dus verpacht als teelland, wellicht heeft Zandbergen, die meer gronden gehuurd heeft, een ander stuk weiland omgespit, maar hij mag geen weiland omspitten in teelland. Ik herhaal echter, dat het stuk, dat aan hem ver huurd is, geen weiland, maar teelland is. De heer Vergouwen. Bij de verkaveling van het terrein is toch zeker gezegd: dat is teelland en dat weiland; men heeft dat vooruit toch geweten. De Voorzitter. Zeker! Maar het is mogelijk, dat Zandbergen een ander stuk grond heeft omgespit. De heer Fokker. M. d. V. Ik zou willen vragen, of Burge meester en Wethouders bereid zijn om wanneer deze voor dracht eventueel is aangenomen, nog eens nader een streng onderzoek te willen instellen, in hoeverre de mededeelingen door de heeren Sijtsma en Botermans gedaan, juist zijn en of de gemeente-ambtenaren die bij deze zaak betrokken zijn, hun plicht, hebben gedaan. Tevens zou dan kunnen worden vast gesteld, wie aansprakelijk is voor de alsdan gebleken feitelijk onjuiste mededeelingen, waarvoor ik de verantwoordelijkheid gaarne zou zien vastgesteld. Wanneer Burgemeester en Wet houders die toezegging willen doen, dan ben ik bereid voor het voorstel te stemmen, anders zal ik er tegen moeten stemmen. De heer Sijtsma. Ik zou die zaak juist willen omkeeren en zeggenwanneer ik verkeerd ingelicht ben, spijt het mij, dat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1914 | | pagina 4