DONDERDAG 22 OCTOBER 4914. 439 De heer Pera verklaart zich bereid de benoeming aan te nemen. II. Benoeming van een leeraar in het rekenen aan de afd. B der Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen. (Zie Ing. St. No. 224.) Wordt met algemeene (20) stemmen benoemd de heer J. Broeze. (De heer van Gruting was bij de stemmingen sub l en 2 der agenda tijdelijk afwezig.) De Voorzitter. Ik dank de heeren stemoprremers voor de genomen moeite. III. Verzoek van de Maatschappij tot Exploitatie van Staats spoorwegen om vergunning tot het bouwen van twee houten bergplaatsen op het terrein aan den Haagweg, kad. bekend Sectie M No. 2808. (Zie Ing. St. no. 217.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. IV. Voorstel tot kostelooze overname in eigendom en onder houd bij de gemeente van een gedeelte van de Buitenlaan. (Zie Ing. St. no. 220). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. V. Verzoek van G. H. Sijthoff om vergunning tot demping van een gedeelte sloot langs den Witten Singel, vóór het perceel Sectie M No. 4938. (Zie Ing. St. no. 223). De beraadslaging wordt geopend. De Voorzitter. Ik merk hierbij op, dat de conclusie sub D in ons praeadvies kan vervallen. Dat komt pas aan de orde bij ons voorstel naar aanleiding van het verzoek van den heer Sijthoff, zooeven door mij vermeld, om overneming van het strookje grond, dat zal liggen tusschen de te dempen sloot en het te bouwen huis. Daarover moeten wij nog praeadvies uitbrengen. De heer van der Pot. M. d. V. Sub B wordt gesproken van een betaling van ƒ0,05 per M2.; dat zal toch zeker bedoeld zijn als een jaarlijksche recognitie. Maar moet er dan het woord »jaarlijksche" niet uitdrukkelijk bijgevoegd worden? De Voorzitter. Het is natuurlijk een jaarlijksche recognitie maar wij gebruiken nu eenmaal deze vaste formule. Er is echter geen bezwaar om aan uw wensch te voldoen. Achter »M2." in de conclusie sub B wordt dan dus inge voegd »'sjaars". De heer Botermans. M. d. V. Sub B onder a staat, dat het gedempte gedeelte sloot van den weg moet worden afge scheiden door middel van een ijzeren hek. Moet er echter nu niet bijstaan, dat Burgemeester en Wethouders de rooilijn zullen aangeven? Ik zou er willen bijvoegen: volgens aan gegeven rooilijn. Dan heeft men het in zijn hand om achter de boomen genoeg ruimte over te houden voor het voetpad anders wordt het voetpad te smal. De heer Fischer. Ik begrijp niet goed uwe bedoeling; de rooilijn staat vast; die wordt aangewezen. De heer Botermans. Dat staat er toch niet bij. De heer Fisciier. Dat spreekt toch vanzelf. De heer Botermans. Mijne bedoeling is, dat er ruimte genoeg zal overblijven voor een voetpad achter de boomen en daarom moeten Burgemeester en Wethouders de rooilijn kunnen aangeven. Burgemeester en Wethouders moeten het in de hand hebben om het hek zoo te plaatsen, als zij raad zaam oordeeleu. De Voorzitter. De sloot wordt gedempt en op de grens van de demping komt het hek te staan, terwijl bovendien vol gens B letter c op de eerste aanzegging van Burgemeester en Wethouders de tuin opgeruimd en het terrein ter beschikking van de gemeente moet worden gesteld. De heer Botermans. Wanneer het ijzeren hek komt op de grens van de te dempen sloot, dan wordt het voetpad achter de boomen te smalik zou dat een breedte willen geven van 2 M. De heer Korevaar. Wanneer ik mij niet zeer vergis moet het plaatsen van een hek ingevolge de Bouwverordening ge schieden volgens een door Burgemeester en Wethouders ge geven rooilijn. Ik heb vroeger daarmee nooit eenige moeite ondervonden. Vroeger, vóór de annexatie, zijn die hekken wel wat te dicht bij de boomen geplaatst, maar later bij het maken van de voetstraatjes zijn ze zonder moeite teruggeplaatst. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het geven van vergunning is volgens den zelfden vorm als vroeger en daarbij is nooit eenige moeite ondervonden. De Voorzitter. Wanneer het later mocht blijken, dat er moei lijkheden rijzen, dan kunnen Burgemeester en Wethouders toch altijd gebruik maken van de bepaling, dat op hun eerste aanzegging de tuin opgeruimd en het terrein ter beschikking van de gemeente gesteld moet worden. Ik kan niet begrijpen, dat er eenig bezwaar kan bestaan. In den tijd dat ik Burge meester ben, hebben zich wel 50 dergelijke zaken voorgedaan, die nooit tot moeilijkheden aanleiding hebben gegeven. De heer Botermans. Het ijzeren hek voor de bestaande huizen, heeft vroeger een paar c.M. meer naar den Singel gestaan, waardoor het voetpad wat smal was. Toen is aan de eigenaren verzocht om de hekken wat achteruit te zetten. Alle eigenaren hebben daarin toegestemd, maar de gemeente moest het toch eerst gaan vragen. Ik heb dezer dagen nog een geval aan de hand gehad aan den Zoeterwoudschen Singel, daar had men ook een hek, waardoor een voetpad te smal werd. De menscben, die daar woonden hebben allen vrijwillig het hek verplaatst; slechts één heeft het niet willen doen, waardoor het voetpad daar weer smaller werd. En nu wilde ik juist, dat Burgemeester en Wethouders het in de hand hebben, het hek te plaatsen, zooals zij dat willen. De heer Korevaar. M. d. V. Ik geloof, dat de gevolgtrekking van den heer Botermans uit het geval van den Zoeterwoudschen Singel, als zou de gemeente daar machteloos hebben gestaan, niet juist is. De gemeente had aldaar het volste recht om ten allen tijde het gebruik van den gedempten gemeentegrond geheel of gedeel telijk op te zeggen en dus het hek weg te doen nemen of te verplaatsen. Daar echter de andere bewoners bereidwillig aan het verzoek van de gemeente voldeden, achtten Burgemeester en Wethouders het onnoodig voor één geval dadelijk krach tige maatregelen te nemen. De Voorzitter. Mijne heeren, ik herhaal nog eens puntc: op de eerste aanzegging van Burgemeester en Wethouders moet de tuin opgeruimd worden en het terrein ter beschikking van de gemeente worden gesteld. Deze bepaling sluit alles in. Voorts zal de heer Sijthoff wel met ons overleg plegen, teneinde noodelooze onkosten te vermijden. De beraadslaging wordt gesloten. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het nader door Burgemeester en Wethouders gewijzigd praeadvies besloten. VI. Voorstel tot verhuring van het perceel, kad. bekend gemeente Oegstgeest, Sectie C. no. 280 aan W. A. Zandbergen. (Zie Ing. St. No. 221.) De beraadslaging wordt geopend. De Voorzitter. Ik maak de heeren er op attent, dat in het ingekomen stuk no. 221, vijfde regel van boven abusievelijk ge schreven staatMaagsten inschrijver." Dat moet natuurlijk zijn: »hoogsten inschrijver." De heer Fokker. M. d. V. Ik heb dit voorstel eens nader bezien en het wil mij voorkomen, dat de prijs dien de gemeente bedingt als huur in verband met den tijd, waarvoor het ter rein verhuurd zal worden, niet is overeenkomstig de aan het perceel toe te kennen eigenlijke huurwaarde. W'anneer ik het goed begrepen heb, wordt het land gebruikt als teelland, maar voor den huurprijs, dien men voor weiland van een dergelijke qualiteit betaalt. Nu zou men uit oogpunt van gemeentebelang dit beter kunnen verhuren van jaar tot jaar, en dan zou ik mij met den huurprijs kunnen vereenigen, maar met de nu voor gestelde regeling om thet land voor 2 jaar te verhuren voor dien prijs, kan ik mij niet vereenigen. Dat lijkt mij niet toe in het belang van de gemeente. Bovendien heb ik gehoorddat dit land gebruikt zou worden voor bollenland; nu weet ik wel, dat in de tegen woordige omstandigheden men voor bollenland niet den prijs

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1914 | | pagina 3