DINSDAG 1 SEPTEMBER 1914.
123
Zitting van Dinsdag 1 September 1914.
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitter: de heer Burgemeester Jhr. Mr. N. C. DE GIJSELA AR.
Te behandelen onderwerpen:
1° Benoeming van twee Wethouders, jaar van aftreding 1920,
(aftredend: de H.H. J. A. Bots en H. W. Fischer).
2° Benoeming van drie leden van de Commissie van Financiën
en uit dezen van den Voorzitter, (aftredende leden: de
H.H. A. L. Reimeringer, Voorzitter, J. Bosch en Mr. C.
W. van der Pot Bzn., leden).
3° Benoeming van twee leden van de Commissie van Fabricage,
(aftredende leden: de H.H. A. Mulder en K. H. Korff).
4° Benoeming van twee leden van de Commissie voor het
Openbaar Slachthuis, (aftredende leden: de H.H. Dr. H. J.
Zwiers en S. de Boer Azn.).
5° Benoeming van twee leden van de Commissie voor het
Oud-Archief, (aftredende leden: de H.H. Mr. J. E. Heeres
en Mr. A. van der Eist).
6° Benoeming van twee leden van de Commissie voor het
Marktwezen, (aftredende leden: de H.H. D. van Gruting
en S. de Boer Azn.).
7° Benoeming van drie leden van de Commissie voor de
huishoudelijke verordeningen en uit dezen van den Voor
zitter, (aftredende leden: de H.H. Mr. A. van der Eist,
Voorzitter, Mr. P. E. Briët en K. Sijtsma, leden).
8° Benoeming van twee leden van de Commissie voor de
Strafverordeningen, (aftredende leden: de H.H. Mr. A. J.
Fokker en Mr. J. H. Carpentier Alting).
9° Benoeming van twee leden van de Commissie voor de Stede
lijke fabrieken van Gas en Electriciteit, (aftredende leden
de H.H. J. Korevaar P.Azn en Mr. A. J. Fokker). (195)
10° Benoeming van een lid van de Commissie van Beheer
over de gestichten «Endegeest", «Voorgeest" en «Rbijn-
geest", (aftredend lid: de Heer Mr. A. van der Eist). (177)
11° Benoeming van drie leden der Commissie van onderzoek
der bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke
directe belasting en uit dezen van den Voorzitter, (aftre
dende leden: de H.H. Dr. H. J. Zwiers, Voorzitter, S. de
Boer Azn. en W. Pera, leden).
12° Benoeming van drie plaatsvervangende leden der Com
missie van onderzoek der bezwaarschriften tegen aan
slagen in de plaatselijke directe belasting, (aftredend: de
H.H. J. Bosch, J. P. J. Driessenen Mr.C. W. van der Pot Bzri).
13° Benoeming van drie leden van de Commissie voor het
Stedelijk Museum «de Lakenhal", (aftredende leden: de
H.H. Dr. P. J. Blok, Dr. L. Knappert en Dr. A. W.
Kroon). (201)
14° Benoeming van een lid van het Bestuur der Stedelijke
Werkinrichting, buiten de leden van den Raad, (aftredend
lid: de Heer W. F. Verhey van Wijk). (179)
15° Benoeming van een lid en van een plaatsvervangend lid
van de Commissie van onderzoek, bedoeld in art. 22 van
'het Reglement voor de werklieden in dienst van de
gemeente Leiden, (aftredende leden: de H.H. Mr. A. van
der Eist en Mr P. E. Briët).
16° Benoeming van een lid der Commissie van Toezicht op
het Middelbaar Onderwijs. (176)
17° Voorstel inzake het invoeren van een noodmaatregel
betreffende de werkloosheidsverzekering, met de daarbij
behoorende adressen van het Comité uit den Leidschen
Bestuurdersbond en de Afd. Leiden van de Soc. Dem.
Arbeiders Partij en van den Voorzitter en den Secretaris
van de R. K. Vakkern. (202)
18° Verdeeling van den Raad in Sectiën.
Tegenwoordig zijn alle (31) leden, n.l. de heerenVergouwen,
Driessen, Briët, Botermans, Hartevelt, A. Mulder, Bosch,
Sijtsma, Roem, van Tol, Heeres, de Boer, Korevaar, Hoogen-
boom, Korff, van der Pot, Bots, Fischer, van der Lip, P. J.
Mulder, Reimeringer, Fokker, Carpentier Alting, Corts, Zwiers,
van Gruting, van der Eist, Aalberse, van Hamel, Pera en Timp.
De notulen van het in de vorige vergadering van 27 Augustus
1914 verhandelde worden goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen:
Mededeeling van Gedep. Staten, dat de beslissing over
het raadsbesluit tot aanwijzing van de plaats voor de nieuwe
school der 3e klasse wordt verdaagd.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Verzoek van de afd. Leiden van den Bond van Nederl.
Onderwijzers om haar verzoek om verbetering der salarissen
als niet ingediend te beschouwen.
Dit stuk luidt als volgt:
Leiden, 31 Augustus 1914.
Aan de Raad van de Gemeente Leiden.
Edelachtbare Heren
De afdeling Leiden v/d Bond van Ned. Onderw8. brengt
U in herinnering, dat in de maand Julie j.l. door haar bij
Uw Raad een adres tot verbetering van de onderwijzers
salarissen is ingezonden.
Begrijpende vooreerst, dat' door de moeilike omstandig
heden door de oorlogstoestand verwekt, autoriteiten voor
lopig niet in de gelegenheid zullen zijn aan deze zaak hun
aandacht te wijdenen ten tweede de gemeentekas voor zeer
grote verplichtingen zal komen te staan, heeft de afd. voor
noemd met algemene stemmen besloten U beleefd te verzoeken,
haar adres van Julie j.l. als niet ingekomen te beschouwen.
Met verschuldigde gevoelens van eerbied
Namens de afdeling Leiden v/d B. v. N. O.
J. M. Vos Jz. Voorzitter.
L. v. A speren, Sekretaris.
De Voorzitter. Mijne Heeren. Ik geloof, dat allen met
instemming dit verzoek vernomen hebben. Ik kan dan ook
niet nalaten daarvoor een woord van appreciatie te spreken
vooral met het oog op de tijdsomstandigheden. Ik stel voor
het voor kennisgeving aan te nemen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dienovereenkomstig
besloten.
2°. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke
directe belasting, dienst 1914.
Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders.
De Voorzitter. Wij kunnen nu overgaan tot de agenda.
Mag ik met het oog op de aan de orde komende benoemingen
de heeren van der Lip, Vergouwen, Zwiers en van der Pot
verzoeken het stembureau te willen uitmaken?
De heer Zwiers. M. d. V. Het is naar aanleiding van punt
11 der agenda, dat ik even het woord vraag. Het zal misschien
ter bekorting van de stemmingen kunnen dienen, wanneer ik
nu vooraf mededeel, dat ik een eventueele herbenoeming niet
zal kunnen aannemen. Het ontbreekt me tot mijn spijt aan
den tijd, die daarvoor noodig is.
De heer de Boer. M. d. V. Ik verklaar hierbij, ter bekor
ting van de stemming, dat ik de benoeming, bedoeld bij
punt 11 der agenda, onmogelijk aan kan nemen.
Aan de orde is thans
I. Benoeming van twee Wethouders, jaar van aftreding
1920, (aftredend: de H.H. J. A. Bots en H. W. Fischer).
Worden benoemd de heeren:
J. A. Bots met 30 stemmen; 1 stem was uitgebracht op
den heer Driessen.
en H. W. Fischer met 29 stemmen; 1 stem was uitge
bracht op den heer A. Mulder en 1 stem op den heer Zwiers.
De heeren Bots en Fischer verklaren zich bereid de benoe
ming aan te nemen.
II. Benoeming van drie lederi van de Commissie van Finan
ciën en uit dezen van den Voorzitter, (aftredende leden: de
H.H. A. L. Reimeringer, Voorzitter, J. Bosch en Mr. C. W.
van der Pot Bzn, leden).
Worden achtereenvolgens benoemd de heeren
A. L. Reimeringer met 29 stemmen, 2 biljetten waren in
blanco