DONDERDAG 27 AUGUSTUS 1914.
113
Hitting van Donderdag 27 Augustus 1914.
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitter: de heer Burgemeester Jhr. Mr. N.C. DE GIJSELA AR.
Te behandelen onderwerpen
1° Vaststelling van eene opgave van personen voor de benoe
ming van drie leden van het College van Zetters voor
's Rijks directe belastingen. (183)
2° Verzoek van H. Bolt om eervol ontslag als onderwijzer
met verplichte hoofdakte aan de Jongensschool 2e klasse.
(187)
3° Verzoek van A. de Poorte om eervol ontslag als Opzichter
der Gemeentewerken. (182)
4° Suppletoire begrooting, dienst 1913, van de gestichten
»Endegeest", «Voorgeest" en »Rhijngeest".
5° Balans en Winst- en Verliesrekening, dienst 1913, van de
gestichten «Endegeest", «Voorgeest" en «Rhijngeest". (194)
6° Balans en Winst- en Verliesrekening, dienst 1913, van
de Stedelijke Gasfabriek. (178)
7° Balans en Winst- en Verliesrekening, dienst 1913, van
de Stedelijke Electriciteitsfabriek en de Electrische Tijd
aanwijzing. (178)
8° Verzoek van de Leidsche Duinwater-Maatschappij om goed
keuring van een plan voor het opstellen van een nieuwe
hoogdrukpompmachine in hare werken te Katwijk aan
den Rijn. (180)
9° Voorstel tot overbrenging van het dienstjaar 1913 op dat
van 1914 van de benoodigde gelden voor de voldoening
van eenige onbetaald gebleven vorderingen en tot vol
doening van gelden uit den post «Onvoorziene Uitgaven"
voor 1914. (185)
10° Voorstel tot wijziging der begrooting, dienst 1914, in
verband met de betaling der jaarlijksche bijdrage aan het
Centraal Bureau van Verificatie en de z.g. kindertoeslag
aan de onderwijzers bij het Lager Onderwijs. (186)
11° Verzoek van de Wed. J. G. den Tonkelaarvan der Kaay
om bestendiging van de haar toegekende wekelijksche toe
lage. (181)
12° Verzoek van de Moll. Electr. Spoorweg-Maatschappij om de
aan te leggen spoorweglijn Nieuwveen- Ter Aar te be
schouwen als eene uitbreiding van haar spoorwegnet in
de Haarlemmermeer en omgeving. (184)
13° Voorstel om tot H. M. de Koningin het verzoek te richten
om de vergunning tot het verplegen van patiënten in de
beide houten hulppaviljoens op «Endegeest", te verlengen
tot uiterlijk 31 December 1916. (189)
14° Verordening, houdende wijziging der verordening van 26
Maart '1914 (Gem. Blad No. 5), voor de buitengewone
school voor Lager Onderwijs, te Leiden. (190)
15° Adres van de afd. Leiden van den Bond van Nederl.
Gemeentewerklieden in zake de uitbetaling van het loon
aan gemeentewerklieden gedurende hun verblijf onder
de wapenen in verband met de plaats gehad hebbende
mobilisatie. (188)
16° Voorstel in zake de uitbetaling der bezoldiging aan gemeente
ambtenaren en beambten gedurende hun verblijf onder de
wapenen in verband met de plaats gehad hebbende mobili
satie. (188)
17° Verzoek van het Comité uit den Leidschen Bestuurdersbond
en de afd. Leiden van de S. D. A. P., om de bij het Werk-
loozenfonds aangesloten vakvereenigingen in staat te stellen
aan hare verplichtingen te voldoen. (191)
18° Voorstel:
a tot vaststelling van de verordening, houdende wijziging
der verordening, van 23 April 1908 (Gem. Blad No. 13),
regelende den door de gemeente te verleenen steun ter
bevordering van de verzekering tegen de geldelijke ge
volgen van werkloosheid
b tot beschikbaarstelling van een bedrag van ƒ2000.—,
als extra-subsidié aan het Gemeentelijk Werkloozenfonds.
(192)
19° Verzoek van het Comité uit den Leidschen Bestuurders-
bond en de afd. Leiden van de S. D. A. P., in zake het
van gemeentewege verstrekken van voeding aan school
gaande kinderen. (193)
20° Rekening van de ontvangsten en uitgaven der gemeente
over het jaar 1913. (174)
Tegenwoordig zijn 29 leden, n.l. de heeren: Bots, Fokker,
van der Eist, Driessen, Heeres, Vergouwen, A. Mulder, Harte-
velt, Reimeririger, van Tol, Hoogenboom, van der Pot, Korevaar,
Botermans, Korff, Bosch, Carpentier Ailing, van Hamel, Fischer,
P. J. Mulder, Pera, van der Lip, Sijtsma, Briët, de Boer,
Corts, Zwiers, van Gruting en Aalberse.
Afwezig is de heer Roem. wegens verhindering, en de heer
Timp.
De Voorzitter.
Mijne Heeren!
Nog nimmer zal door U een Raadsvergadering zijn bijge
woond onder omstandigheden als waarin wij thans verkeeren.
Het grootste deel van Europa verkeert in oorlog, een niet
onaanzienlijk gebied staat in vuur en vlam, het handelsver
keer te land en ter zee wordt ten zeerste belemmerd of is
bijna geheel gestremd.
Te midden van de oorlogvoerende mogendheden vormt ons
land een kleine oase, waar vrede heerscht, maar dan toch
slechts een gewapende vrede, en al te zeer lijdt ook de be
volking van ons land vanwege de treurige toestanden, waarin
thans Europa verkeert. Zoo ook de inwoners dezer gemeente.
Al mogen zij zich verheugen tot nog toe verschoond te blijven
van de rampen des oorlogs, door de oeconomische gevolgen
van dien oorlog komen zij in den druk en dit kan in Leiden
te eer geschieden, omdat Leiden voor een groot deel is eene
fabrieksstad.
De arbeidsbeurs tracht veel te verhelpen, maar kan slechts
voor een klein deel in den nood voorzien. Het gemeentelijke
fonds tegen werkloosheid krijgt ook druk werk en om dat
fonds tot het volbrengen van een ruimere taak, zij het een
tijdelijke, taak in staat te stellen, zullen U binnenkort voor
stellen bereiken.
Om den tegenwoordigen en toekomstigen nood te lenigen,
is een Steuncomité opgericht, dat veel goeden arbeid zal
kunnen verrichten.
Onder leiding van den achtbaren voorzitter van dat comité,
geholpen door zijne medeleden en vele ingezetenen van alle
standen en richtingen, die zich te werk hebben gesteld, zal
dat comité veel armoede en leed kunnen voorkomen of be
strijden.
Moge de burgerij zich tegenover het Steuncomité milddadig
en goedgeefsch blijven betoonen, want veel zal er nog noodig
zijn. Allen vereenigingen en kassen, van welke standen of
richtingen ook, is het een plicht, dit Comité financieel en
desgevraagd ook door arbeidsprestaties te steunen.
In de tijden als deze, die we thans beleven, is de taak van
het gemeentebestuur en zijn helpers niet gering.
De mobilisatie vereischte ook van de burgerlijke overheid
veel arbeid. Gelukkig liep ook hier alles goed van stapel. De
militairen zijn dan ook, naar ik vernam, ingenomen met de
wijze, waarop de troepen zijn ondergebracht en waarop ook
al het verdere is in orde gekomen.
Moge de burgerij hen, die onverhoopt geroepen kunnen
worden ons land te verdedigen, voorkomend en met sym
pathie bejegenen; met genoegen vernam ik, dat de burgerij,
tot nog toe, zich die plicht zeer wel bewust heeft getoond.
Aan de burgerij daarvoor mijn dank.
Een regeling is getroffen om de armste gezinnen te voor
zien met het surplus aan eetwaren, dat dagelijks voor de
militairen verschaft wordt en door dezen welwillend wordt
afgestaan.
Ingevolge de voor een paar weken tot stand gekomen uit
breiding van de onteigeningswet konden maatregelen worden
getroffen om het opdrijven van de prijzen van levensmid
delen tegen te gaan.
Naar ik meen heeft de toepassing van dat zoo te noemen
noodwetje hier ter stede naar nagenoeg aller bevrediging
gewerkt.
Ook deed de stedelijke autoriteit wat zij kon om den hinder,
die ondervonden werd door het onttrekken van zilvergeld
aan de circulatie, zooveel mogelijk te verzachten. Gelukkig,
dat thans voldoende zilverbons in omloop zijn, zoodat deze
zorg voorbij is. Van veel wat het oeconomisch leven binnen
deze gemeente leed, nog lijdt en lijden zal, was een deel der
bevolking zelf schuld, door de dwaze onttrekking van het
zilvergeldde bestorming der spaarbanken en niet het minst
door het ongemotiveerd ophouden met betalen.
Een publicatie tegen dit laatste euvel heeft, naar ik durf
hopen, wel verbetering in den toestand gebracht.
Een andere publicatie geschiedde op verzoek van hoogere
autoriteiten. Zij betrof o. a. het betrachten van de onzijdig
heid door de gemeentenaren.
Met nadruk wijs ik er op, dat ieder zich in 't belang van