GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
97
IXeEKOIIEir STIIKKF.1V.
N°. 158. Leiden, 8 Juli 1914.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat zij geen bezwaar heeft tegen de door Burgemeester en
Wethouders voorgestelde overneming van eenige voortuintjes
aan de Mare- en Heerensingels (lug. St. n°. 150).
Evenmin heeft de Commissie bedenking tegen de begrootings-
staten gevoegd bij de voordracht tot uitbreiding van het
Gymnasium (Ing. St. n°. 144), noch tegen die betreffende de
verbouwing van de School 3e kl. n°. 4 en den bouw eener
nieuwe school aan de Duivenbodestraat (Ing. St. n°. 152),
noch tegen de betaling uit den post voor Onvoorziene Uitgaven
van de schadevergoeding aan W. van Ingen (Ing. St. n°. 151),
indien de Raad overeenkomstig de desbetreffende voordrachten
besluit.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
No. 159. Leiden, 8 Juli 1914.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat haar bij het nazien der rekening dienst 1913 van het
Leidsch Muziekkorps gebleken is, dat alle bescheiden aanwezig
waren en overeenkwamen met de rekening, uitgezonderd de
ingewisselde coupons.
Blijkbaar wordt in uitgaaf gebracht het totaal aan coupons
verschuldigd, en zeker zal er dus een afzonderlijke staat zijn,
waarop deze post als ontvangst wordt geboekt, en waartegen
over de werkelijk ontvangen coupons als uitgaven worden
genoteerd.
In het vervolg wenscht de Commissie dat het Bestuur van
het Leidsch Muziekkorps ook bedoelde staat bij de rekening
en verantwoording overlegt, maar acht deze zaak op zichzelf
niet zoo belangrijk; zij meent U te mogen adviseeren thans
de rekening goed te keuren.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N#. 160. Leiden, 10 Juli 1914.
Ingevolge het bepaalde bij artikel 21 der wet op het Lager
Onderwijs werd in den loop van dit jaar door ons College
en den Districts-Schoolopziener goedgekeurd eene door de
Hoofden der openbare lagere scholen 2e, 3e en 4e klasse in
deze gemeente voorgestelde wijziging in de regeling der va-
cantiën voor die scholen.
Behalve dat in de gewijzigde regeling zijn opgenomen enkele
dagen, waarop reeds sinds jaren vacantie werd gegeven, doch
die nog niet als vacantiedagen in de regeling waren vermeld,
n.l. de namiddag van den 8en Februari, de Maandag volgende
op de Paaschweek, de Zaterdag vóór en de Dinsdag na Pink
steren en de 31e Augustus, is de duur der zornervacantie op
deze scholen verlengd met ééne week (voor de scholen 3e en
4e klasse tijdelijk voor één jaar), terwijl als Kerstvacantie is
vastgesteld de week, waarin de le Kerstdag valt, de volgende
week en de daarop volgende Maandag.
Met het oog op de in bovenbedoelde regeling gebrachte wij
zigingen, geven de Hoofden der openbare herhalingsscholen in
deze gemeente thans in overweging, om het door Uwe Ver
gadering, den 13en October 1904 vasl gestelde Algemeene
Leerplan voor die scholen (opgenomen in Gemeenteblad
No. 27 van dat jaar), voor zooveel de vacantiën betreft, te
herzien en stellen zij o. a. voor, om de Pinksterweek als va-
cantie-week te laten vervallen, ten einde de zornervacantie te
doen voortduren tot en met den 31en Augustus en om ove
rigens de vacantiën in overeenstemming te brengen met die,
welke thans zijn vastgesteld voor de openbare lagere scholen.
Blijft toch de vacantieregeling voor de herhalingsscholen
ongewijzigd, dan zullen verschillende onderwijzers en onder
wijzeressen, die, behalve aan de openbare lagere scholen, ook
aan de herhalingsscholen werkzaam zijn, niet van de voor de
openbare lagere scholen vastgestelde nieuwe regeling kunnen
profiteeren.
Tegen het voorstel van de Hoofden der herhalingsscholen
bestaat bij ons College geen bezwaar, terwijl ook de Plaatse
lijke Schoolcommissie en de Districts-Schoolopziener zich met
de voorgestelde wijziging van de vacantieregeling voor die
scholen kunnen vereenigen.
Wij geven U mitsdien in overweging om het Algemeene
Leerplan voor de openbare herhalingsscholen, vastgesteld door
Uwe Vergadering den 13en October 1904, te wijzigen in dier
voege, dat onder »B. Vacantiën" gelezen wordt:
Deze zijn:
1°. de avond van den dag van de viering van den dies
natalis der Leidsche Hoogeschool;
2°. Donderdag, Vrijdag en Zaterdag vóór Paschen en de
Paaschweek met den daaropvolgenden Maandag;
3°. de avond van den dag, waarop de verjaardag van Prin
ses Juliana wordt gevierd;
4°. de Hemelvaartsdag;
5°. van af het begin der laatste volle week van Juli tot en
met den 31en Augustus.
Voor het huishoud-, wasch- en kookonderwijs strekt deze
vacantie zich uit over de volle maanden Juli en Augustus.
6°. de avond van den 3en October of van den dag, waarop
Leiden's ontzet wordt gevierd;
7°. de St. Nicolaas-avond
8°. de week, waarin de le Kerstdag valt, de volgende week
en de daarop volgende Maandag.
Andere vacantiën kunnen slechts gegeven worden met
toestemming van den Burgemeester.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 161. Leiden, 14 Juli 1914.
Bij het onderzoek van de concept-begrooting voor het loopende
dienstjaar werd volgens het Algemeen Verslag van het ver
handelde in de secties in ééne afdeeling de afschaffing der
«standenscholen" bepleit.
Over dit denkbeeld, dat door den heer Vergouwen bleek ter
sprake gebracht te zijn en door hem nader schriftelijk werd
toegelicht, is door ons College, ingevolge onze toezegging in
de Memorie van Antwoord, het gevoelen ingewonnen van de
Plaatselijke Schoolcommissie.
Teneinde U in staat te stellen van haar uitvoerig advies,
waaraan wij ons meenen te mogen refereeren, kennis te nemen,
is het advies in de Leeskamer, alwaar ook de nota van den
heer Vergouwen is gedeponeerd, ter inzage nedergelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 162. Leiden, 14 Juli 1914.
Door den aannemer J. van der Voet is namens de firma
L. E. Nieuwenhuizen een aan die firma toebehoorende strook
grond, gelegen aan den Morschweg en op de situatie in bruine
kleur aangeduid, aan de gemeente ter overname aangeboden.
De strook maakt thans deel uit van het perceel kad. bekend
Sectie L No. 943 en is 30 M2. groot. Voor een groot deel
is zij nog aan het fabrieksterrein verheeld en van den Morsch
weg afgescheiden door eeri schutting; voor een klein gedeelte
maakt zij thans reeds deel uit van den openbaren weg.
Indien de gemeente de op de overdracht vallende kosten
voor hare rekening neemt, is de firma bereid den grond zonder
betaling van koopsom af te staan, de bestaande êchutting te
verwijderen en eene nieuwe schutting te plaatsen volgens de
nieuwe eigendomsgrens. De gemeente zal dan de bij den weg
te trekken strook voorzoover noodig moeten ophoogen en be
straten.
Met de Commissie van Fabricage komt het ons voor, dat
het alleszins werischelijk is op het aanbod van de firma in te
gaan, aangezien na de verplaatsing der schutting en het bij den
weg trekken der over te nemen strook grond de eigendoms
grens zal samenvallen met de plaatselijke rooilijn en aldus ter
plaatse een ordelijke toestand zal ontstaan.
Wij geven U derhalve in overweging te besluiten de strook
grond aan den Morschweg, deel uitmakende van het perceel kad.
bekend Sectie L No. 943 en op de situatie in bruine kleur
aangeduid, zonder betaling van koopsom in eigendom en
onderhoud bij de gemeente over te nemen, onder voorwaarde,
dat de bestaande schutting door de firma L. E. Nieuwen
huizen wordt verwijderd en door haar eene nieuwe schutting
wordt geplaatst volgens de nieuwe eigendomsgrens.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.