91
een uitgave van 1800 voor electrischen aanleg te doen,
niet terug, terwijl de telephonische aansluiting inmiddels reeds
was aangebracht.
Aangezien ook ons College het nieuwe denkbeeld in zake
den bijbouw wel aanbevelenswaard voorkwam, verzochten
wij den Directeur van Gemeentewerken andermaal aan het
werk te tijgen en ons mede te deelen, of het plan van Cura
toren voor uitvoering vatbaar kon worden geacht.
Na bevestigend antwoord wendden wij ons terstond tot
den Minister van Binnenlandsche Zaken met de vraag, ot
hij genegen was te bevorderen, dat ten behoeve van de ver
grooting van het Gymnasium een gedeelte van het van der
Werfpark, ter grootte van ongeveer 300 M2., wederom aan
de gemeente werd afgestaan. Eene teruggave van 300 M2.
werd gevraagd, teneinde ook de speelplaats, die met het oog
op het steeds toenemend aantal leerlingen langzamerhand te
klein werd, wat grooter te kunnen maken.
De Minister bleek genegen aan de gemeente de beschikking
te geven over de gevraagde strook gronds. Spoedshalve stelde
hij daarbij voor de bewuste terreingedeelten met het oog op
de daarvoor vereischte goedkeuring bij de wet, niet dadelijk
in eigendom over te dragen, doch voorloopig in gebruik te
geven tegen betaling eener jaarlijksche recognitie van ƒ1.
Te zijner tijd kon dan het terrein in eigendom worden afge
staan, tegelijk met den aankoop door het Rijk van eenige
aan de gemeente toebehoorende gedeelten grond ten .behoeve
van de Universiteit.
Toen nu derhalve ook het Rijk bereid was zijne mede
werking te verleenen, kon het plan van Curatoren nader
worden uitgewerkt en begroot.
Volgens dit nieuwe plan 1)1, waarmede Curatoren zich bij
schrijven van 14 Mei j.l. volkomen hebben vereenigd, is de
tegenwoordige kamer van den rector gemaakt tot wachtkamer
en bibliotheek, waaraan behoefte bestond. Deze wachtkamer
tevens bibliotheek, is rechtstreeks in verbinding gebracht met
het daarnaast gelegen vertrek, dat vroeger als leslokaal, doch
in den vervolge als nieuwe, ruime rectorskamer, tevens be
stemd voor de vergaderingen van het College van Curatoren,
zal dienst doen, tegen welke combinatie geen bezwaar blijkt
te bestaan. Voor leslokaal zou het vertrek na de verbouwing
minder geschikt zijn geworden, aangezien het lichtoppervlak
daardoor noodzakelijkerwijzer wordt verminderd.
Door de uitvoering van plan Di zal het Gymnasium dus
krijgen eene uitbreiding met 3 leslokalen (waarvan 1 tevens
geschikt voor voordrachten), alsmede een wachtkamer (tevens
bibliotheek), terwijl de rectorskamer door een grooter vertrek
(tevens Curatorenkamer) wordt vervangen en de combinatie
leeraren- tevens Curatorenkamer zal vervallen.
Ten slotte wordt van de 300 M2 terrein van het van der
Werfpark 150 M2 bestemd voor vergrooting der speelplaats
en uitbreiding der rijwielbergplaats en 100 M2 voor een
nieuwe bergplaats voor gereedschappen en materialen van
het park.
De kosten van verbouwing worden geraamd op 20.000,
waarbij gerekend is op een geheel onderheiden aanbouw voor
het benoodigde meubilair is bovendien'uitgetrokken ƒ3500,
Curatoren zullen echter trachten hierop nog te bezuinigen.
Van de verbouwing zou intusschen nog gebruik gemaakt
kunnen worden, om de bestaande closetinrichtingen aan het
Liernurstelsel te onttrekken en deze inrichtingen te vernieuwen
en aan te sluiten op het straatriool, waarvoor een bedrag van
1500,benoodigd zal zijn.
De totale kosten zullen dan bedragen 25.000,
Het komt ons College voor, dat bij uitvoering van plan Di
eene flinke verbetering voor het Gymnasium zal tot stand
komen en voor een reeks van jaren in de behoefte aan
plaatsruimte zal zijn voorzien en wij geven u daarom in over
weging door vaststelling van nevensgaanden suppletoiren be-
grootingsstaat een bedrag van ƒ25.000,te onzer beschikking
te stellen voor de verbouwing enz. van het Gymnasium, overeen
komstig het door Curatoren goedgekeurde plan Di.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 145. Leiden, 26 Juni 1914.
Naar aanleiding van het aan bet slot van de raadsverga
dering van 15 Januari jl. gesprokene betreffende de volgorde,
waarin stemmingen moeten worden gehouden over verschillende
voorstellen, die eenzelfde zaak betreffen, en het indienen van
een amendement op eene motie, hebben wij de Commissie
voor de Huishoudelijke Verordeningen uitgenoodigd ons wel
te willen mededeelen, of, en zoo ja, welke wijzigingen in het
Reglement van Orde voor den Gemeenteraad haar te dezen
opzichte noodig voorkwamen. Tevens verzochten wij der Com
missie toen te mogen vernemen, of ook nog andere wijzi
gingen van dat reglement door haar wenschelijk werden
geacht.
In baar hierachter afgedrukt schrijven stelt de Commissie nu
eenige wijzigingen in het reglement voor, waarmede wij ons
volkomen kunnen vereenigen. Ook met de toelichting gaan
wij geheel accoord.
Het aanbrengen van nog meerdere veranderingen in het
reglement achten wij met de Commissie voorloopig niet noodig.
Evenmin het instellen van eene Commissie voor de Verzoek
schriften.
Wij vreezen, dat van de instelling van eene dergelijke com
missie groote vertraging in de afdoening van zaken het ge
volg zal zijn Immers geregeld komt het voor, dat requester)
slechts zeer kort voor den dag of zelfs voor het uur van aan
vang der raadsvergaderingen worden ingediend. Volgens de
bestaande usance worden deze stukken dan toch nog aan Uwe
Vergadering medegedeeld en daaromtrent eene beslissing ge
nomen, welke beslissing in verreweg de meeste gevalien hierin
bestaat, dat de stukken worden gesteld in handen van ons
College ten fine van praeadvies. Bij het bestaan eener Com
missie voor de Verzoekschriften zou deze echter vooraf met
de verzoeken in kennis gesteld en daarover haar advies ge
vraagd moeten worden. Eene vertraging van ongeveer 3 weken
zou dientengevolge herhaaldelijk kunnen voorkomen.
In bijna geen enkele groote gemeente treft men dan ook
eene Commissie voor de Verzoekschriften aan. Bij onderzoek
bleek zij in Rotterdam, deri Haag, Utrecht, Groningen, Haarlem,
Arnhem, Tilburg, Nijmegen, Dordrecht en Delft onbekend.
Alleen in Amsterdam is eenige jaren geleden tot de instelling
ervan besloten doch de wijze, waarop haar werkkring aldaar
is geregeld, heeft ons versterkt in de meening, dat verschil
lende moeilijkheden van de instelling het gevolg zullen zijn en
dat eene vlugge behandeling van zaken erdoor zal worden
belemmerd.
En aangezien ons bovendien de behoefte aan eene Com
missie voor de Verzoekschriften nimmer is gebleken, komt
het ons met het oog op een en ander vooralsnog niet ge-
wenscht voor tot de instelling daarvan over te gaan.
Onder verwijzing naar het advies der Commissie voor de
Huishoudelijke Verordeningen geven wij U derhalve in over
weging thans slechts de door haar voorgestelde wijzigingen
in het Reglement van orde aan te brengen door vaststelling
van de navolgende verordening:
VERORDENING, houdende wijziging van het Reglement van
Orde voor de vergaderingen van den Raad der Ge
meente Leiden van 21 Januari 1904 (Gem. Blad No. 1).
Artikel 1.
Aan art. 28 wordt toegevoegd een tweede lid luidende:
»Een amendement op een motie is niet toegelaten."
Art. 2.
In art. 47, Ie lid wordt de komma achter 't woord «ver
kiezingen" vervangen door een punt en vervallen de verdere
woorden.
Art. 3.
Art. 60, le lid wordt gelezen
«Elke afdeeling benoemt haren verslaggever telkens voor elk
onderwerp, dat in de afdeelingen wordt onderzocht."
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden.
Mijne Heeren,
Ter voldoening aan uw verzoek, tot de Commissie voor de
Huishoudelijke Verordeningen gericht bij uw schrijven van
20 Januari j.l. No. 16/8, heeft genoemde Commissie de eer
U het navolgende te berichten.
Zij heeft het thans geldend Reglement van Orde aan een
onderzoek onderworpen en geeft als resultaat daarvan in over
weging de navolgende wijzigingen in dat Reglement aan te
brengen.
Artikel %8. Aan dit artikel worde toegevoegd een tweede
lid, luidende:
«Een amendement op een motie is niet toegelaten."
De Commissie acht inderdaad met andere medeleden een
amendement op een motie onbpstaanbaar en aanleiding
gevende tot eene onzuivere stemming die eventueel kan wor
den voorkomen door het indienen van een zelfstandige motie,
naast de eerst voorgestelde.
Overigens heeft het in de Raadsvergadering van 15 Januari
jl. in dit verband ter sprake gebrachte de Commissie geen