90
DONDERDAG
18 JUNI 1914.
lenland met bijbehoorende bouwmanswoning, ter gezamenlijke
oppervlakte van 23 H. A. 38 A. 21 c.A., gelegen onder de
gemeente Oegstgeest;
b. tot beschikbaarstelling van de voor dien aankoop benoo-
digde gelden.
(Zie Ing. St. No. 132.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Sijtsma. M. d. V. Toen wij eenigen tijd geleden
een voorstel kregen om een perceel land aan te koopen met
bouwmanswoning. gelegen in de gemeente Zoeterwoude en
gedeeltelijk in onze gemeente, heb ik mij daar krachtig tegen
verzet. Die grond was duur en ik vreesde, dat de exploitatie
daarvan ook te lang zou duren.
Het voorstel, dat wij nu van Burgemeester en Wethouders
hebben gekregen om land aan te koopen. lacht mij echter
veel meer toe en ik wil wel verklaren, dat ik tegenover dit
voorstel geheel anders sta en het van harte toejuich. Ten eerste,
omdat de grond goedkoop is, ƒ5000.perH.A., terwijl voor
het andere land indertijd ƒ8000.per H. A. gevraagd werd.
In de tweede plaats, omdat de grond veel beter gelegen is
voor de uitbreiding van de stad, die zich aldoor in die richting
zal bewegen, n.l. naar den kant van Oegstgeest.
Wanneer eenmaal, wat te hopen is, dat het niet al te lan
gen tijd zal duren, eene annexatie ook dit deel aan Leiden
zal brengen, geloof ik, dat wij den grond spoedig zullen kunnen
exploiteeren. Daarom juich ik het voorstel, dat Burgemeester
en Wethouders ons hebben voorgelegd, van harte toe.
De beraadslaging wordt gesloten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
praeadvies besloten.
XV. Voorstel tot het verleenen van afschrijving van plaat
selijke directe belasting, dienst 1913.
(Zie Ing. St. No 136.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XVI. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke
directe belasting, dienst 1913.
(Zie Ing. St. No. 137.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
De Voorzitter. Verlangt nu nog iemand het woord?
De heer Vergouwen. Ik wil even onder de aandacht brengen
van Burgemeester en Wethouders, dat, nu het zwemseizoen
is aangebroken, er aan de openbare zwemplaats eenige ge
breken opgemerkt zijn. In de eerste plaats ontbreken er de
noodige hulpmiddelen, die bij een zwemplaats bepaald noodig
zijn en waarvan de aanschaffing heel weinig zal kosten. Maai
er is nog iets anders. Die zwemplaats is, wanneer men binnen
treedt, een idyllische rustplaats; zij is door 12 of 13 boomen
versierd. Nu is het heel genoegelijk om daaronder een zitje te
nemen, maar voor de zwemplaats blijken die boomen niet
goed te zijn en daarom zou ik wel aan Burgemeester en
Wethouders willen vragen, of die boomen niet kunnen worden
gerooid. Men heeft er veel meer aan wanneer de zon vrij in
het water kan schijnen, terwijl de boomen den wind opvangen
en in het water terugslaan. Ik begrijp dat er op het oogen-
blik niets aan te doen is, maar ik beveel die zaak wel aan
de aandacht van Burgemeester en Wethouders aan.
Wat de aanschaffing van de genoemde hulpmiddelen be
treft, dat is misschien een quaestie van ƒ10 of ƒ15.
De Voorzitter. Wat de heer Vergouwen heeft gezegd,
zullen wij gaarne in overweging nemen.
Niemand verder het woord verlangende wordt de verga
dering gesloten.
Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.