84
VERORDENING, houdende wijziging der verordening van
30 Juni 1910 (Gem. Blad No. 11), regelende de be-
zoldigiug van de aan liet krankzinnigengesticht
„Endegeest", de afdeeling voor jeugdige idioten en
liet sanatorium voor zenuwlijders „Rhijngeest" ver
bonden geneesheereu.
Art. 1.
In art. 2, eerste lid, van bovengenoemde verordening ver
vallen de woordenzoolang zijne woning in het kasteel
«Endegeest" gevestigd is, tevens met genot", terwijl in^ de
laatste alinea in plaats van 500" gelezen wordt: 750".
Art. 2.
Deze verordening treedt in werking op 1 Juli 1914.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wetb. van Leiden.
Leiden, den 15 Mei 1914.
In de Verordening, regelende de bezoldiging van de aan
de onder ons beheer staande gestichten verbonden genees-
heeren, wordt ten aanzien van den 2en geneesheer van Rhijn
geest bepaald, dat hij een jaarwedde geniet van ten minste
1500.— en ten hoogste 2500.— en, indien hij uitwonend
is, bovendien een jaarlijksche toelage van 500.wegens
gemis van vrije woning en verdere emolumenten (hieronder
vallen: vrije kost, vuur, licht, bewassching, bediening enz.)
door de inwonende geneesheeren genoten. Het laatste geval
doet zich thans voor. De fungeerende 2e geneesheer van het
Sanatorium, Dr. H. Borgerhoff Mulder, is uitwonend.
Het wil ons echter voorkomen, dat een vergoeding van
500.voor al de door de inwonende geneesheeren genoten
emolumenten op een te gering bedrag is bepaald. Ter ver
gelijking diene, dat de vrije kost voor een inwonend genees
heer alleen reeds wordt gewaardeerd op 456.25.
Wij zouden dan ook de bedoelde vergoeding wenschen
verhoogd te zien en gebracht op 750.in verband waar
mede wij het zeer op prijs zouden stellen, indien Uw College
aan den Raad een voorstel zou willen doen om in het laatste
lid van art. 2 van de Verordening van 30 Juni 1910 (Gem.
Blad No. 11) het cijfer »500" te veranderen in »750."
De Commissie van Beheer van Endegeest,
Voorgeest en Rhijngeest,
N. C. de Gijselaar, Voorzitter.
J. Draayer, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leiden.
No. 130. Leiden, 9 Juni 1914.
Onder verwijzing naar nevensgaand schrijven van Com
missarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit,
waarin de noodzakelijkheid wordt aangetoond, om tot ver
grooting van de Uitbreidings- en Vernieuwingsfondsen dier
fabrieken over te gaan, geven wij U in overweging:
1°. te besluiten tot aanvulling van het Uitbreidings- en
Vernieuwingsfonds der gasfabriek met 397.000.en van
dat der electriciteitsfabriek met f 383.000.
2°. te besluiten tot vermindering van het bedrijfskapitaal
der gasfabriek van 310.000.tot 260.000.en de aldus
vrijgekomen gelden ad f 50.000.te voegen bij het Uitbrei
dings en Vernieuwingsfonds der gasfabriek;
een en ander onder bepaling:
a. dat, met inachtneming van Uw besluit van 6 November
1913 (Ingek. Stukken n°. 288) in zake de door de gemeente
bedrijven verschuldigde rente voor de aan hen verstrekte
kapitalen, zoolang de gemeente daarvoor nog geen vaste
leening heeft aangegaan, jaarlijks door de fabrieken aan de
gemeente zal worden betaald 4| rente van het door haar
geleende kapitaal;
b. dat te beginnen met het jaar 1915 jaarlijks 5 zal
worden bestemd tot aflossing van schuld of kapitaalbelegging;
3°. over te gaan tot vaststelling van den hierbij overgelegden
suppletoiren begrootingsstaat, groot f 780.000.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 2 Juni 1914.
Bij dezen hebben wij de eer U de volgende aanvullingen
voor de Vernieuwings- en Uitbreidingsfondsen der Stedelijke
Fabrieken van Gas en Electriciteit aan te vragen.
A. Voor de gasfabriek.
Voor aanvulling van het kapitaal ter dekking
van de in de laatste jaren te weinig aange
vraagde geldenf 350.000.
Voor uitbreiding in 191447.000.
Totaal 397.000.—
B. Voor de electriciteitsfabriek.
Voor aanvulling van het kapitaal ter dekking
van de in de laatste jaren te weinig aange
vraagde geldenf 311.000.
Voor uitbreidingen in 191472.000.
Totaal f 383.000—
TOELICHTING.
A. Gasfabriek.
Het is tot nu toe de opvatting geweest van de Directie,
dat bij de aan te vragen credieten voor uitbreidingen reke
ning kon gehouden worden met die gelden, welke beschikbaar
kwamen uit de jaarlijks in het V.- en U.fonds te storten 2
van het kapitaal. Dientengevolge is telkenmale minder aan
gevraagd dan inderdaad voor de uitbreidingen noodig was;
mede is hiervan het gevolg geweest, dat in het V.- en U.fonds
geen gelden disponibel bleven voor vernieuwingen. Hierbij
komt, dat meermalen voor de uitbreidingen meer is uitge
geven dan de begroote sommen, terwijl andere van kleineren
omvang zonder aanvulling van het V.- en U.fonds zijn ge
schied. Dientengevolge toont het V.- en U.fonds op 31 De
cember 1913 een tekort van f 8.566.06. Daarnaast heeft de
gasfabriek tot nu toe uit haar bedrijfskapitaal moeten aan
schaffen meters, muntmeters, muntleidingen en service-lei-
dingen. Deze activa komen in de balans per 31 December
1913 voor met een totaal-bedrag van rond f 395.000.—
Voor bedrijfsvoorraden en debiteuren was blij
kens diezelfde balans noodig een bedrag van 282.000.
te zamen f 677.000.
terwijl het bedrijfskapitaal slechts bedraagt. 310 000.—
derhalve te weinig f 367.000.
Hierbij komt nog het debet-saldo van het V.- en
U.fonds ad rond8.000.
waardoor het tekort stijgt totf 375.000.
Ter aanvulling van dit tekort wordt een ronde som van
350.000.gevraagd, een bedrag, dat voldoende is om in
de behoeften te voorzien, omdat er op gerekend kan worden,
dat steeds een bedrag aan crediteuren verschuldigd kan blijven.
Het ligt in de bedoeling, binnenkort een voorstel in te
dienen tot wijziging van de verordening en daarbij o. m. voor
te stellen, de meters enz. niet meer te doen aanschaffen uit
het bedrijfskapitaal, doch uit het gewone kapitaal, zooals dit
ook bij de electriciteitsfabriek van den aanvang af is geschied.
Waar op deze activa moet worden afgeschreven, dient ook
voor het daarvoor verschafte kapitaal een jaarlijksche aflossing
te geschieden.
Worden de desbetreffende voorstellen t. z. t. door den Raad
goedgekeurd, dan zal derhalve het (onaflosbare) bedrijfskapi
taal alleen bestemd worden voor bedrijfsvoorraden, vorderingen
e. d. Aangezien nu bet bestaande bedrijfskapitaal de daarvoor
benoodigde som reeds overtreft, wordt geen aanvulling gevraagd
voor het bedrijfskapitaal, doch voor het V.- en U.fonds, opdat
reeds dadelijk een jaarlijksche aflossing kan worden vast
gesteld, terwijl tevens wordt voorgesteld om bereids een
bedrag van f 50.000.van het (onaflosbare) bedrijfskapitaal
voortaan aflosbaar te stellen en de jaarlijksche aflossing daar
van te bepalen op 5
Na de hierboven gevraagde uitbreiding van het kapitaal
zal het mogelijk zijn, voortaan weder rente en aflossing tijdig
aan de Gemeente uit te keeren, hetgeen in de laatste jarèn
eerst in de maand Juni van het volgende jaar kon geschieden.
R. Electriciteitsfabriek.
Voor de uitbreidingen zijn eveneens gebruikt de fondsen,
verkregen door de jaarlijksche stortingen van 2 van het
kapitaal in het V.- en U.fonds.
Ook zijn vaak credieten overschreden tengevolge van wij
zigingen i'n de plannen, welke gedurende de uitvoering noodig
bleken, waarbij het wegens het voorhanden zijn van vol
doende gelden niet noodig was reeds dadelijk aanvulling van
het V.- en U.fonds aan te vragen. Zoo is bijv. bij Raadsbesluit
van 28 November 1912 machtiging verleend tot het uitbrei
den van het kabelnet ten behoeve van de stroomlevering aan