78 Ook moet ons de vraag van het hart, waarom of de voor standers van het regelen der rechtspositie van de ambtenaren, indien zij van oordeel waren, dat eene verordening, als door hen gewenscht, wel in een kort tijdsverloop kon worden ont worpen, niet zelf een dergelijke regeling hebben samengesteld of althans het voorstel hebben gedaan daarmede eene door en uit den Raad te benoemen commissie te belasten, gelijk in andere gemeenten, wij wijzen slechts op Haarlem, is ge schied, in plaats van ook deze zaak, die wij noch in het belang der gemeente, noch iri dat der ambtenaren noodig achten, weder bij onze vele gewichtige werkzaamheden als 't ware op bestelling aan ons College op te dragen. De voor standers waren dan in de gelegenheid geweest zelf eens te ondervinden, hoe bezwaarlijk het is voor zoovele verschillende categorieën van ambtenaren eene algemeene regeling te maken, welke niet al te groote moeilijkheden bij de toepassing ople- vect en waardoor de ambtenaren ook niet met betrekking tot hunne collega's in een minder gunstige positie worden gebracht of in hunne bestaande rechten worden verkort. Juist met het oog hierop kan er geen sprake van zijn de in andere gemeenten geldende voorschriften zoo maar klakkeloos over te nemen en moet bij het samenstellen van een algemeen ambtenaren reglement in de allereerste plaats met bestaande toestanden worden rekening gehouden. Wij komen thans tot de toelichting vari de hierbij over gelegde concept-verordening. Het concept gaat uit van de gedachte, dat in de verorde ning slechts die bepalingen moeten voorkomen, die voor de ambtenaren, op welke zij van toepassing is verklaard, in het algemeen gelden. De nadere uitwerking en de bijzondere voorschriften, die een ambtenaar of een groep van ambtenaren verplicht is na te leven, zullen ingevolge art. 14 in de instructie, die ieder ambtenaar ontvangt, worden opgenomen. Onder de verordening zullen vallen alle ambtenaren in dienst van de gemeente of van eene gemeentelijke instelling, voorzoover zij niet ingevolge artikel 1 zijn uitgezonderd. Buiten de verordening blijven uit den aard der zaak de werklie den, voor welke het U bekende werkliedenreglement is vast gesteld, alsook diegenen, die met werklieden moeten worden gelijkgesteld, zooals o.a. de dienstboden bij de gestichten »Endegeest", Voorgeest" en »Rhijngeest", de schoonmaaksters bij de bewaarscholen, de knecht der gemeente-apotheek en dergelijke personen. Voor hen kan, voorzooveel noodig, eene aparte regeling worden getroffen, indien zij niet alsnog onder het werkliedenreglement kunnen worden gebracht. Ingevolge artikel 1 worden verder uitgezonderd die ambte naren en beambten, wier rechtspositie reeds bij de wet (Ge meentewet of andere wetten) is geregeld of voor wie bij de wet is aangegeven, door welke macht hun instructie wordt vastgesteld. Buiten de verordening vallen dus ook de Gemeente- Secretaris, de Gemeente-Ontvanger, de ambtenaren van den burgerlijken stand en het personeel, dat hen bijstaat (natuur lijk niet met betrekking tot hun werk aan het bureau be volking), het onderwijzend personeel bij inrichtingen van onder wijs, het personeel van politie en, naar analogie hiervan, ook dat der brandweer. Voor het meerendeel zou dit laatste echter toch reeds het geval zijn in verband met het feit, dat hier ter stede een vrijwillige brandweer bestaat. De waagwerkers zijn niet meer, zooals in het oorspronkelijk concept, uitdrukkelijk uitgezonderd, aangezien zij, als zijnde geen gemeente-ambtenaren, van zelf buiten de verordening blijven. Het gilde der waagwerkers praesteert slechts als zoo danig diensten aan de gemeente in de Waag en op de varkens- markt; de corporatie krijgt hiervoor een toelage van de gemeente, doch de waagwerkers individueel ontvangen geenerlei belooning van gemeentewege. De uitzonderingen sub f en g behoeven geen nadere toe lichting, wel daarentegen het bepaalde sub h en i. Volgens sub i vallen de geneesheeren en het verplegend personeel van de gestichten »Endegeest", Voorgeest" en »Rhijngeest" buiten de verordening. Tegen hunne opneming bleken onoverkomelijke bezwaren te bestaan. Thans is de rechtspositie van de geneesheeren reeds bij raadsverordenirig en die van het verplegend personeel bij afzonderlijke regle menten en instructies geregeld. Het is de bedoeling deze reglementen en instructies, na aanneming der algemeene ver ordening, aan de goedkeuring van Uwe Vergadering te onder werpen en in die voorschriften o. a. ook op te nemen het hooren der in artikel 31 bedoelde Commissie van advies alvorens tot strafoplegging wordt overgegaan of op een beroep, tegen een door het hoofd van den tak van dienst opgelegde straf ingesteld, wordt beslist. Op den staat sub h zullen voornamelijk worden geplaatst die personen, voor wie, met het oog op den aard van hunne betrekking tot de gemeente, de verordening niet kan gelden. Wij denken hier aan den Commissaris der gemeente bij de Leidsche Duinwater Maatschappij, aan den klokkenist, aan de stadsgeneesheeren, den stadsvroedmeester, de stadsvroed- vrouwen en de schoolartsen, aan den secretaris van het ge meentelijke werkloozenfonds, aan den predikant en den pastoor van Endegeest en dergelijken. Vóór het in werking treden der verordening zal die staat aan Uwe Vergadering ter vast stelling worden aangeboden. Eindelijk is nog in het laatste lid van artikel 1 voorge schreven, dat de bepalingen der verordening omtrent benoe ming en ontslag niet toepasselijk zijn op de ambtenaren en bedienden ter plaatselijke secretarie en de wijkmeesters. Hun benoeming en ontslag is toch ingevolge de gemeentewet een uitsluitend recht van ons College, zooals terecht reeds in het rapport der Commissie voor de Huishoudelijke Verordeningen is opgemerkt. Met betrekking tot de overige artikelen der concept-veror dening kan met eene korte toelichting worden volstaan. Hunne bedoeling wordt toch reeds voldoende weergegeven door de bewoordingen zelf, terwijl, in verband met ons plan om U voor te stellen de behandeling in openbare vergadering te doen voorafgaan dooi' een onderzoek in de afdeelingen, verdere toelichting zoo noodig kan worden gegeven in de memorie van antwoord op het afdeelingsverslag. Vele bepalingen komen ook reeds in bestaande verordeningen en reglementen voor of worden in de praktijk reeds toegepast. Het voorschrift van artikel 2, dat de ambtenaren worden aangesteld en ontslagen door Burgemeester en Wethouders, voorzoover niet bij de wet of bij verordening benoeming en ontslag aan den Raad of aan anderen zijn of worden voorbe houden of opgedragen, komt overeen met het desbetreffende artikel van de nieuwe ambtenaren-reglementen te 's-Graven- hage en Haarlem. Dooi' het opnemen van een dergelijk voor schrift zullen moeilijkheden, die zich vroeger wel voordeden, b.v. bij de invoering van de nieuwe pensioenwetten, voortaan worden vermeden. Ingevolge artikel 6 moet de bezoldiging der ambtenaren bij afzonderlijke verordeningen door Uwe Vergadering worden geregeld. Voor de meeste takken van dienst heeft dit reeds plaats gehad. Voorzoover dit echter nog niet het geval is, zal dit na aanneming der algemeene verordening alsnog moe ten geschieden. De regeling van het verlof wegens ziekte in de artikelen 8 en 10 komt in hoofdzaak overeen met de bepalingen, die voor de onderwijzers bij het lager onderwijs hier ter stede gelden, terwijl het uitkeeren der bezoldiging bij het vervullen van militaire plichten volgens artikel 10 is ontleend aan het werklieden-reglement. Het verbod, bedoeld bij artikel 20 sub b, omtrent het mid dellijk of onmiddellijk aannemen van geschenken van aan nemers of leveranciers kan, voor zooveel de verdere bijzon derheden betreft, nader worden omschreven in de instructie der ambtenaren. Het aantal gewone verlofdagen, waarop de ambtenaar vol gens artikel 22 recht heeft, bedraagt ten minste G, dat is het maximum-aantal verlofdagen, waarop het werklieden reglement recht geeft. Het aantal gewone verlofdagen, alsmede door wien de aanwijzing geschiedt, zal ingevolge het bepaalde bi] artikel 74 voor iederen ambtenaar worden vastgelegd in zijne instructie. Verlof wegens dringende omstandigheden, b.v. het bijwonen van een huwelijk of eene begrafenis, wordt niet afgetrokken van de gewone verlofdagen. Het laatste lid van artikel 26 schrijft voor, dat aan vrou welijke ambtenaren eervol ontslag wordt verleend met ingang van den dag, waarop zij in het huwelijk treden. In het belang van den dienst en ten einde het in dienst nemen van onge huwde vrouwen niet onnoodig tegen te gaan, komt ons dit ontslag gewenscht voor. Alvorens op een beroep, door den ambtenaar ingesteld tegen een hem door het hoofd van den tak van dienstopgelegde straf wordt beslist, alsook voordat- door den Raad of door Burgemeester en Wethouders een straf wordt opgelegd, kan de ambtenaar ingevolge artikel 31 verlangen, dat eene com missie van advies wordt gehoord. Ook in het werklieden reglement is den werklieden een dergelijk recht gegeven, ter wijl eveneens in de nieuwe' ambtenaren-reglementen van 'sGravenhage en Haarlem het hooren van eene commissie van advies is opgenomen. De samenstelling der commissie van advies is omschreven in artikel 32, de wijze, waarop zij hare werkzaamheden uitoefent, zal nader worden geregeld door een reglement van orde, door ons College vast te stellen. Onder mededeeling, dat na eventueele aanneming der alge meene verordening door Uwe Vergadering, de daarin bedoelde verordeningen en instructies vastgesteld of met de algemeene verordening in overeenstemming gebracht zullen worden, leggen wij alsnu, ingevolge Uw verzoek, de navolgende concept verordening aan U over.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1914 | | pagina 2