25
door partijen in gemeen overleg te benoemen of, indien
bedoeld overleg tot geene overeenstemming heeft geleid binnen
vier weken, nadat de eene par tij de andere schriftelijk heeft
uitgenoodigd tot benoeming over te gaan, door den bevoegden
rechter. De scheidsrechteis zullen als goede mannen naai'
billijkheid rechtspreken en zelf de regelen der procedure
vaststellen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 53. Leiden, 6 Maart 1914.
In nevensgaand schrijven deeleri Regenten van het Heilige
Geest of Arme Wees- en Kinderhuis mede, dat het hun ge
raden voorkomt een einde te maken aan het bedienen van
een brandspuit door de in hun gesticht verpleegd wordende
weesjongens en dringen zij er op aan, dat de brandspuit
(handspuit No. 3) uit het Weeshuis worde verwijderd en dat
daarvoor in de plaats komen een groote slangenwagen en de
kleine ladderwagen met springzeil.
Door eene dergelijke verandering in den dienst der wees
jongens zouden niet alleen de bezwaren, die aan den be-
staanden toestand verbonden zijn en die in het schrijven
uitvoerig worden uiteengezet, grootendeels worden onder
vangen, doch bovendien zou op die wijze de traditioneele
band tusschen het Weeshuis en de brandweer niet worden
verbroken.
De Commandant der Brandweer, wiens gevoelen wij om
trent het voorstel van Regenten inwonnen, kan zich blijkens
zijne ter visie liggende rapporten daarmede zeer goed ver
eenigen. De bezwaren tegen het bezigen op den bestaanden
voet van de verpleegden uit het gesticht ten behoeve der
brandblussching worden door hem als gegrond erkend, terwijl
het materiaal, dat volgens de door Regenten aanbevolen rege
ling door de weesjongens zal worden aangevoerd en eventueel
door hen in den aanvang van een brand zal worden bediend,
z. i. ook beter voor hunne krachten geschikt is.
Aan de nieuwe regeling zijn verder volgens den Commandant
ook verschillende voordeeleri voor de brandweer verbonden.
Zoo zal in de eerste plaats de kleine ladderwagen met
springzeil, die thans in het politiebureau is geplaatst, over dag
meestal spoediger bij een brandend perceel aanwezig kunnen
zijn, dan nu het geval is, aangezien het aanvoeren over dag
thans is overgelaten aan stadswerklieden, die zich eerst nog
naar den politiepost Breestraat moeten begeven om den wagen
te halen, terwijl de weesjongens direct bij de hand zijn. Des
nachts zal het aanvoeren even vlug kunnen geschieden, als
nu door de beide brandwachts ten raadbuize pleegt plaats
te hebben.
In de tweede plaats wordt de kans op een snelleren eei sten
aanval bij brand verhoogd, indien ook de weesjongens met
een slangenwagen uitrukken, terwijl ten slotte de dienst van
brandwacht ten raadhuize, welke wordt uitgeoefend door 2
ploegen van 2 stadswerklieden en welke bestaat in het des
nachts bij alarm uitrukken met den kleinen ladderwagen met
springzeil, geheel kan vervallen.
Ons College kan zich, nu heeren Regenten de weesjongens
niet langer dienst willen laten doen aan handspuit No. 3 en
de door hen voorgestelde verandering niet alleen met het oog
op de weesjongens, doch ook met het oog op de brandweer
alleszins aannemelijk is, met de voorgestelde nieuwe regeling
wel vereenigen.
In verband hiermede zullen dan verschillende wijzigingen
in de verordening op de brandweer moeten worden aange
bracht en verder verschillende voorzieningen moeten worden
getroffen.
De 2 brandmeesters en de adjunct-brandmeester van hand
spuit 3, welke spuit tengevolge van de voorgestelde reorgani
satie komt te vervallen, kunnen voorloopig bij andere spuiten
worden ingedeeld, totdat er vacatures in hunne rangen komen,
terwijl de 16 particuliere spuitgasten van spuit 3 voor aan
vulling van de bestaande tekorten aan de handspuiten in
aanmerking kunnen komen en dus alleen behoeven te worden
overgeplaatst.
De opperbrandmeester Terburgh is door ons, in overleg met
hemzelf en met het College van üpperbrand meesters, als zoo
danig benoemd aan spuit No. 10, alwaar juist eene vacature
was,' terwijl voorloopig wijk 3 bij wijk 10 is gevoegd.
Spuit No. 3 zelf, die geen kostenvan reparatie meer waard
is, kan als oud-materiaal worden verkocht.
De in de verordening voorgestelde wijzigingen zijn in hoofd
zaak een gevolg van de voorgestelde nieuwe regeling. De
verdere kleine veranderingen dienen slechts, om de verordening
in overeenstemming te brengen met de bestaaude praktijk en
worden in de stukken voldoende toegelicht.
Op grond van het bovenstaande geven wij Uwe Vergadering
alsnu in overweging:
a. te besluiten tot den verkoop van handspuit No. 3;
b. over te gaan tot de vaststelling van de navolgende ver
ordening
VERORDENING, houdende wijziging der Verordening van
29 April 1909 op de Brandweer (Gem. Blad No. 6),
laatstelijk gewijzigd bij Verordening van 14 December
1913 (Gem. Blad No. 41).
Artikel 1.
Artikel 9, laatste lid van bovengenoemde verordening wordt
gelezen als volgt:
»De leeftijd van twintig jaren wordt niet gevorderd voor
de verpleegden in het Heiiige Geest- of Arme Wees- en
Kinderhuis, die met de aldaar geplaatste slangenwagen en
ladderwagen met springzeil uitrukken."
Art. 2.
Aan artikel 14 wordteen nieuw 2e lid toegevoegd, luidende:
»De slangen wagen, die in het Heilige Geest- of Arme
Wees- en Kinderhuis geplaatst is, wordt bediend door ten
hoogste 4 verpleegden uit dat gesticht."
Art. 3.
Artikel 29 wordt gelezen als volgt:
«Voor de eerste drie stralen, welke in den brand worden
geworpen, worden premiën toegekend; deze bedragen, indien
zij behaald worden door bevoegd personeel der slangenwagens,
resp. 6, ƒ4 en ƒ2.50, terwijl zij, indien zij behaald worden
door personeel der spuiten resp. 25, ƒ15 en ƒ10 bedragen.
Spuitgasten, die eerst bij hun spuit kwamen, nadat deze
reeds water had gegeven, deelen niet mede in de premie."
Art. 4.
Aan artikel 34 wordt een nieuw 2e lid toegevoegd, lui
dende
»De verpleegden in het Heilige Geest- of Arme Wees- en
Kinderhuis genieten voor elk uur dienst 0.30."
Art. 5.
Artikel 39 wordt gelezen als volgt:
»Aan hen, die de navolgende blusch- en reddingsmiddelen
op het terrein van den brand brengen, worden de daarbij
vermelde premiën toegekend
Reddingsladder of ladderwagen met springzeil:
Eerstaankomende3.
Tweede aankomende 2.
Derde aankomende 1
Slangen wagen
Eerstaankomende groote wagen 2, kleine wagen 1
Tweede aankomende groote wagen ƒ1,50, kleine wagen 0.75.
Derde aankomende groote wagen 1, kleine wagen ƒ0.50.
Art. 6.
Deze verordening treedt in werking op 1 Mei 1914.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 14 Januari 1914.
Regenten van het Heilige Geest of Arme Wees-en Kinder
huis nemen de vrijheid zich met het volgende tot Uw College
te wenden
Reeds geruimen tijd heeft het in ons Bestuur een punt
van ernstige overweging uitgemaakt of het niet geraden zou
zijn een einde te maken aan het bedienen van een brandspuit
door de in ons Gesticht verpleegd wordende weesjongens.
Het zal toch Uw College duidelijk zijn dat hieraan groote
bezwaren verbonden zijn. Wij wijzen op het levensgevaar dat
zeker niet buitengesloten is, wanneer zulke jeugdige personen,
wien het uit den aard der zaak aan kalmte en bezonnenheid
ontbreekt, op het terrein van een brand met het blusschings-
werk belast zijn. Hierbij komt dat, wanneer 's nachts brand
uitbreekt, de weesjongens, natuurlijk tuk op het behalen van
de premie, zich geen voldoenden tijd gunnen om zich eerst
behoorlijk te kleeden en dus dikwijls half gekleed de straat
opgaan, wat natuurlijk in aanmerking nemende den niet
al te gunstigen gezondheidstoestand van enkelen hunner
schadelijke gevolgen moet hebben. Bovendien maakt het uit
rukken met de spuit de jongens altijd min of meer wild,
wat na iederen brand gemakkelijk te constateeren valt.
Dat wij desniettegenstaande voortdurend geaarzeld hebben
om den band te verbreken, die ons Weeshuis met de brand
weer verbindt, vindt hierin zijn oorzaak dat wij niet gaarne
wenschten te breken met een traditie van zooveel jaren en
dat wij er tegen opzagen een maatregel te treffen die bij onze
Weesjongens, voor wien het behalen van een' premie een niet
te versmaden buitenkansje is, allicht ontstemming zou wekken.