11
verband met de ambachten staan" (art. 16 sub 3), terwijl
alleen als leerlingen worden toegelaten zij die »de verplich
ting op zich nemen dat zij de lessen aan bet genootschap
«Mathesis Scientiarum Genitrix geregeld zullen bezoeken"
(art. 28 van het Reglement).
Hieruit blijkt voldoende de naam duidt het trouwens
uit dat het onderwijs aan Uwe school in de eerste plaats
moet zijn het praktisch vormen van ambachtslieden, terwijl
het theoretisch onderwijs, voor zoover het niet rechtstreeks
met de ambachten in verband staat, door Mathesis wordt
verstrekt. Het nauwe verband, maar ook het onderscheid
tusschen de beide inrichtingen, springt daarmede duidelijk
in het oog.
Wij mogen aannemen dat ook de Inspecteur voor het Mid
delbaar Onderwijs door U met deze regeling is in kennis
gesteld.
Uit Uw adres nu blijkt, dat de door U gewenschte uitbrei
ding van het onderwijs, aan uwe inrichting te geven, voort
gezet lager onderwijs zal zijn, waarvoor zelfs de aanstelling
van een onder wijzer met verplichte hoofdakte en akte wis
kunde noodig wordt geacht. Aangezien echter in dit onder
wijs reeds op voldoende wijze door Mathesis wordt voorzien
meenen wij dat het niet op den weg van de Practische
Ambachtsschool ligt, om hare zorgen daarover ook nog uit
te strekken.
Tenzij wij dan ook nader worden overtuigd van de nood
zakelijkheid dat Uwe inrichting van haar kant in dat onderwijs
moet voorzien, komt ons deze, o. i. overbodige uitbreiding
van Uw leerplan voor te zijn het betreden van een onge-
wenschten weg.
Hoe gaarne wij ook overigens de belangen van Uwe inrich
ting willen bevorderen, zoo kunnen wij op bovenstaande
gronden vooralsnog geen vrijheid vinden, om den Raad
gunstig op Uw verzoek te adviseereh.
Wij noodigen U daarom beleefdelijk uit, ons omtrent deze
aangelegenheid nadere inlichtingen te willen verstrekken.
Afgescheiden van deze kwestie staat echter Uw verzoek om
subsidieverhooging ten behoeve van de kosten ter voorzie
ning in het gebrek aan plaatsruimte en voor de aanschaf
fing van machinemateriaal. Ten einde daaromtrent afzonder
lijk een oordeel te kunnen scheppen, verzoeken wij U beleef
delijk ons tevens nader te willen mededeelen, welke kosten
met deze voorzieningen gepaard gaan en «mlke subsidiën U
daarvoor rioodig voorkomen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden.
N. C. de Gijsela ar,
Burgemeester.
Van Strijen,
Secretaris.
Aan het Bestuur van de Practische
Ambachtsschool, alhier.
Leiden, 22 September 1913.
In antwoord op Uwe missive van 24 Juni 1913 No. 3/59 R.
betreffende de vanwege onze Vereeniging aan den Gemeenteraad
gevraagde verhooging van het gemeentelijk subsidie o.a. ten
behoeve van het theoretisch onderwijs in andere, dan tot nu
toe aan onze school onderwezen vakken, hebben wij de eer
Uw College het navolgende te berichten.
Inderdaad vinden de leerlingen onzer school des avonds
gelegenheid tot het ontvangen van voortgezet Lager onderwijs
aan de avondschool van het Genootschap «Mathesis Scientiarum
Genitrix"; maar deze regeling brengt verschillende bezwaren
met zich.
Immers vooreerst kan aan dit avondonderwijs niet worden
deelgenomen door die leerlingen der ambachtsschool, die uit
andere gemeenten komen. Hun aantal bedroeg op 31 Decem
ber 1912 34, of meer dan 20 van de geheele schoolbevolking.
Voor dezen voorziet dus onze school niet geheel in hetgeen
men van haar mag verlangen en geeft deze regeling, vooral
met het oog op de einddiploma's, telkens tot moeilijkheden
aanleiding.
Bovendien is het niet zonder bezwaar, dat de leerlingen,
die van 's morgens 7 tot 12 uur en van 's middags l1/* tot 5
uur ('s winters van 8 tot 12 en van 17a tot 4 uur) reeds
zoowel lichamelijken als geestes-arbeid verrichten, ook nog
des avonds gedurende enkele uren met theorielessen worden
beziggehouden.
Toch zou een en ander op zichzelve voor ons bestuur wel
licht nog geen aanleiding zijn geweest om thans reeds te
trachten de bedoelde verandering te verwezenlijken ware het
niet, dat gelijk in ons adres van 29 April j.l. reeds werd ver
meld, de Inspecteur van het M. O. er reeds. herhaaldelijk op
had aangedrongen, dat het L. O. ook aan ónze school zelve
eene plaats zou vinden. De Inspecteur toch, ofschoon uit den
aard der zaak van het bestaand verband tusschen het ouder
wijs van M. S. G. en van onze school op de hoogte, blijft
daartegen voortdurend zijne bezwaren aanvoeren, zoodat wij
meenden eene poging tot opheffing dier bezwaren niet langer
te mogen uitstellen.
In de tweede plaats is er nog een reden, waarom het ge-
wenscht moet worden geacht, dat het voortgezet L. O. aan
onze school zelve wordt onderwezen.
Sedert de laatste jaren toch wordt onze school door den
Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel gerekend tot
die inrichtingen, wier einddiploma aanspraak geeft om te worden
toegelaten tot het examen ter verkrijging van een diploma
als machinist aan boord van koopvaardijschepen. «Teneinde
deze speciale opleiding goed tot zijn recht te doen komen, is
het van zeer veel belang, dat het theoretisch en practisch
onderwijs bij elkander aansluit, hetgeen eerst te bereiken valt,
wanneer dit zich in een hand bevindt.
Om al deze redenen vertrouwen wij, dat Uw College zijne
aanvankelijke meening, dat ons verzoek niet tot een gunstig
advies aan den gemeenteraad vrijheid geeft, alsnog zal willen
wijzigen.
Afgescheiden van deze kwestie wordt ons door Uw College
verzocht, U nader te willen mededeelen, welke kosten met
de voorgenomen voorziening in het gebrek aan plaatsruimte
en ter aanschaffing van machine-materiaal gemoeid zullen zijn.
Ter voldoening aan dit verzoek diene, dat daarvoor op de
bij ons request overgelegde begrooting is uitgetrokken:
a. voor een nieuwen onderwijzer in het bank-
werken met: acte Mff 1200.—
b. voor premie voor zijn ouderdomsverzekering 120.-
c. materialen, leermiddelen, smeedkolen, elec-
trische stroom etc595.
Annuïteit van de te sluiten leening voor inrich-
tings- en uitbreidingskosten ad 7550.— (ƒ8000.—
f 450.voor inrichting van een lokaal voor
L. O.).
Deze inrichtings- en uitbreidingskosten hebben
betrekking op:
verbouwing van den zolder tot in
richting van een timmerlokaal 1500.—
inrichting van een nieuw bankwerk-
Iokaal1000.—
aanschaffing van nieuwe werktuigen
als: draaibanken, schaafbankeu, boor-
banken, steekbank, motor met trans
missie enz. 5050.
Totaal f 7550.—
welk bedrag geleend zou kunnen worden tegen
41/2 rente en af te lossen in 20 jaar, hetgeen
een annuïteit vordert van 7.688 580.44
Totaal zullen de jaarüjksche uitgaven op deze
wijze bedragen
waartegenover eene bate aan schoolgeld mag wotden
gesteld ad
zoodat alsdan door subsidie zoude zijn te dekken, f 2345.44
f 2495.44
150.—
waarvan de verhouding bijvoorbeeld zou kunnen
zijn als volgt
te dragen door het Rijk1172.72
de Provincie390.91
Gemeente781.81
2345.44
Wij hopen met het bovenstaande de in Uw in den aanvang
genoemde missive gestelde vragen voldoende te hebben
beantwoord en spreken het vertrouwen uit, dat deze nadere
mededeelingen er toe leiden mogen, dat de door ons ge
vraagde subsidieverhooging aan onze Vereeniging zal worden
verleend.
Ter Uwer informatie kan hieraan nog worden toegevoegd,
dat op het ontwerp Staatsbegrooting voor 1914 de door ons
aan het Rijk gevraagde subsidieverhooging ten volle is in het
vooruitzicht gesteld. Van de Provincie is nog geen definitief
bericht ontvangen.
Het Bestuur der Vereeniging
«de Practische Ambachtsschool",
G. van Driel, Voorzitter.
Q. J. Terpstra, Secretaris.
Leiden, 6 November 1913.
Voldoende aan het bij nevehsvermeld schrijven tot ons
gericht verzoek om Uw College van advies te dienen ter zake
van een adres van het Bestuur der Vereeniging «de Px'actische
Ambachtsschool" alhier, om verhooging van het gemeentelijk
subsidie ten behoeve van de uitbreiding van het theoretisch