177
Tot heden wordt gelijk men weet door de ingezetenen voor
het weghalen van vuilnis, enz. in het algemeen niets betaald en
heeft men hier dus een van de vele diensten, die de gemeente
aan hare inwoners bewijst, waarvan de kosten uit de opbrengst
van den hoofdelijken omslag worden gekweten.
Alleen voor het weghalen van fabrieksafval, van puin,
afkomstig van bouwwerken, alsmede van aarde, klei en uit-
gedolven grond, waarvan de ingezetenen zich werischen te
ontdoen, betaalt men aan de pachters van de gemeenterei
niging, overeenkomstig het bepaalde in de zesde alinea van
artikel 4 en onder letter a van art. 5 van het met dezen
gesloten contract 50 cents per M3.
Met den len Januari a. s. zal echter dit contract en zullen dus
ook de daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen komen
te vervallen en zal dus ook het weghalen van de zoo
even genoemde stoffen voortaan geheel gratis van gemeente
wege geschieden, tenzij Uw Vergadering bestendiging der
geldende regeling ten deze verkiest.
Zijn er nu termen aanwezig, om in dit opzicht de thans
geldende voorschriften te handhaven, casu quo uit te breiden,
nu niet langer vanwege de pachters, maar door eigen werk
lieden der gemeente de vuilophaaldienst zal geschieden?
Met de Commissie van Fabricage zijn wij van meening,
dat op deze vraag slechts een bevestigend antwoord kan
worden gegeven en dat het alleszins billijk is, dat de ge
meente in die gevallen, waarin door haar voor het weghalen
van vuilnis en afval extra-kosten moeten worden gemaakt,
deze extra-kosten verhaalt op de belanghebbenden, ten wier
behoeve de extra-bemoeiingen worden aangewend.
In de eerste plaats komen dan voor eene directe betaling
weer in aanmerking de fabrikanten, die tot heden voor het
weghalen van hun fabrieksafval aan de pachters 50 cents
per M3. moeten betalen, benevens andere bedrijven, geen
fabrieken zijnde, waarvoor de billijkheid eischt, dat zij ten
deze met fabrieken gelijk worden gesteld.
Voor dezen wordt voorgesteld het ophaal-tarief voortaan te
bepalen op 35 cents per hal ven M3., terwijl gelijk gezegd
aan de fabrikanten tot heden 50 cents per M3., een gedeelte
van een M3. voor een geheelen gerekend, door de pachters in
rekening werden gebracht. Het voordeel van deze oogen-
schijnlijke verhooging ligt hierin, dat kleinere hoeveelheden
nu niet onmiddellijk, zooals thans het geval is, met het volle
metertarief worden belast, zoodat zij, die zich slechts van
weinig vuil wenschen te ontdoen, dikwerf door het nieuwe
tarief zullen worden gebaat, zonder dat dientengevolge de
totaalopbrengst, die nu aan de gemeente zal komen, vermin
dering zal ondergaan.
Eenzelfde tarief kan worden ingevoerd voor het van ge
meentewege weghalen van puin van bouwwerken en van
aarde, klei en uitgedolven grond, waarvoor tot heden even
zeer 50 cents per M3. of gedeelte daarvan aan de pachters
is verschuldigd.
Echter komt het ons met de Commissie van Fabricage
gewenscht voor, dit tarief van 35 cents per halven M3. niet
altijd voor het weghalen der bovengenoemde stoffen toepas
selijk te verklaren. Immers, niet altijd geschiedt dit weghalen
van gemeentewege; van die plaatsen, fabrieken of perceelen
toch, die aan of dicht bij het water zijn gelegen, zal voor
het weghalen ingevolge het bepaalde in art. 11 tweede
lid van de met P. van Ulden gesloten overeenkomst
door dezen pachter, die overigens met den vuilophaal
dienst, als zoodanig, niets te maken heeft, worden gezorgd,
waarna deze stoffen door hem naar buiten de gemeente
zullen worden vervoerd.
En waar nu de gemeente, blijkens het tweede lid van art.
20 dierzelfde overeenkomst, tot betaling voor dit vervoer van
50 cents per M3. aan van Ulden verplicht is, verdient het
aanbeveling, op de belanghebbenden, wier terreinen in het
bovenomschreven geval verkeeren ditzelfde bedrag, of beter
weer 25 cents per halven M3. te verhalen.
Immers, stelt men het tarief in die gevallen hooger en
dus bijv. ook op 35 cents per hal ven M8., dan zal er zoowel
voor de belanghebbenden als voor den pachter gereede aan
leiding bestaan, om voor een geringer bedrag omtrent het
weghalen met elkander overeen te komen; voor de belang
hebbenden toch zal dit voordeelig zijn, zoolang de pachter
met een kleiner bedrag, dan de gemeente vordert, genoegen
neemt; voor den pachter is het winstgevend, zoodra hij van de
belanghebbenden meer kan bedingen, dan de 50 cents per M3.,
die de gemeente volgens het contract aan hem verschuldigd
is. Vandaar dat het geraden is aan de belanghebbenden niet
meer dan 25 cents per halven M3. in rekening te brengen, in
welk geval er voor het totstandkomen van bijzondere over
eenkomsten tusschen belanghebbenden en pachter niet behoeft
te worden gevreesd.
Weliswaar wordt dan met dit tarief voor de gemeente
geen directe winst verkregen, doch aan den anderen kant
worden de door haar verschuldigde uitgaven toch volledig
goedgemaakt, terwijl daarenboven wordt voorkomen, dat een
voordeel, dat bij hoogere heffing voor de gemeente zou worden
beoogdhaar toch weer door het tot stand komen der bijzondere
overeenkomsten zou ontgaan.
Wordt door vaststelling van het bovenbedoeld tarief de
tegenwoordige toestand in hoofdzaak bestendigd, naar de
meening der Commissie van Fabricage, waarbij wij ons ook
verder hebben kunnen aansluiten, zal het goed zijn aan het
verhaal van door de gemeente te maken extra-kosten, nu
tevens ook nog eenige uitbreiding te geven.
Vooreerst komen voor betaling van eenige vergoeding voor
het weghalen van vuilnis, afval enz., even goed als de fabrieken
en bedrijven, in aanmerking de Ziekenhuizen, het Militair
Hospitaal, het Invalidenhuis, de Rijks-Werkinrichting, voor
Vrouwen, benevens het Rijks-opvoedingsgesticht voor Jongens,
de Kazernes, en de gebouwen voor Academisch onderwijs,
kortom, al die inrichtingen, welke niet uitsluitend zoogenaamd
«huisvuil" produceeren.
Dergelijke inrichtingen worden weliswaar tot heden gratis
door de pachters bediend, maar nu de gemeente daarvoor
extra-kosten moet gaan maken, in zooverre speciale werk
krachten en extra-uren aan het bedienen ook van deze
«groot-producenten" zullen moeten worden besteed, kan tegen
de invoering van een tarief ook voor deze, naar onze mee
ning, ternauwernood bezwaar bestaan, temeer niet, wanneer
men bedenkt, dat deze inrichtingen niet in de gemeentelijke
belasting bijdragen en dus zonder eenige tegenpraestatie van
de gemeentelijke diensten profiteeren.
Een tarief van 50 cents per M3., gelijk door de Commissie
wordt voorgesteld, komt ons derhalve alleszins billijk voor.
Met dit tarief zouden dan echter ook de wijk verplegingen en
dergelijke inrichtingen worden belast, waarvan het doel meestal
een philanthropisch karakter draagt. Voor deze is echter een
bedrag van 50 cents per M3. wel wat bezwarend. Waar toch
de meeste dier inrichtingen slechts over betrekkelijk geringe
middelen beschikken, zoodat zij veelal door de gemeente
worden gesubsidieerd, komt het ons met de Commissie van
Fabricage voor, dat hiervoor een uitzondering op het voren
staand tarief moet worden toegelaten en dat voor deze
inrichtingen met een tarief van bijv. 10 cents «perophaling"
kan worden volstaan.
Ook al zullen dan daarmede de kosten der gemeente wel
niet volkomen worden vergoeder wordt in de extra-uitga
ven althans eenige tegemoetkoming verleend en dit op zich
zelf lijkt ons reeds voldoende om uit een billijkheidsoogpunt
tot deze geringe heffing te besluiten.
Resumeerende en onder verwijzing naar de in de Lees
kamer ter visie liggende stukken, geven wij U derhalve in
overweging om ter vergoeding van- of ter tegemoetkoming in
de extra-kosten, die de gemeente zich voor den vuilophaal
dienst in sommige gevallen zal zien opgelegd, eenig verhaal
op de belanghebbenden mogelijk te maken en zulks te doen
door te besluiten tot de invoering met ingang van den len
Januari 1914 van een tarief voor den vuilophaaldienst
a. wat betreft fabrieks- en bedrijfsafval, puin van bouw
werken, aarde, klei en uitgedolven grond, afkomstig van
terreinen, welke niet aan of dicht bij het water zijn gelegen
van 35 cents per a M3;
b. wat betreft dezelfde stoffen, afkomstig van terreinen,
welke aan of dichtbij het water zijn gelegen van 25 cents
per a M3;
c. wat betreft vuilnis, afval, enz., afkomstig van inrichtin
gen, die niet uitsluitend zoogenaamd «huisvuil" produceeren,
van 50 cents per M3;
d. wat betreft vuilnis, afval, enz., afkomstig van wijkver-
plegingen en dergelijke inrichtingen van philantropischen
aard, van 10 cent per ophaling.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 328. Leiden, 11 December 1913.
In October bereikte ons een schrijven van het gemeente
bestuur van Sassenheim, waarin het verzocht te mogen ver
nemen, onder welke voorwaarden die gemeente aan den Leid-
schen Keuringsdienst van eet- en drinkwaren zou kunnen
worden aangesloten.
Na gehouden besprekingen met den Directeur van den Keu
ringsdienst gaf Sassenheim den wensch te kennen, dat de
Leidsche Keuringsdienst voorloopig voor den tijd van één jaar
over die gemeente zou worden uitgebreid.
Onzerzijds bestaat tegen deze uitbreiding op de gewone
voorwaarden geen bezwaar en wij geven U derhalve, onder
verwijzing naar ons voorstel betreffende de verlenging van
de overeenkomsten met de gemeenten Voorschoten, Warmond
en Valkenburg, in overweging ons te machtigen de navol
gende concept-overeenkomst met de gemeente Sassenheim
aan te gaan.