176
salarisregeling van het technisch en administratief personeel
toch had sedert 1 Januari 1907 geen verandering ondergaan,
terwijl, zooals wij in herinnering brachten, de stadswerklieden
in 1911 eene dubbele loonsverhooging zijn deelachtig geworden,
tengevolge waarvan ook in 1913 hunne verdiensten wederom
met f 0.50 per week toenamen.
Om al deze redenen blijven wij derhalve bij onze opinie,
dat de herziening der loonen voor de stadswerklieden op
1 April 1914 moet ingaan en dat hierin niets onbillijks voor
hen gelegen is. Ten laste van den dienst 1914 komt dan eene
hoogere uitgave ten bedrage van f van 4600.of 3450.
waarop bij het vaststellen van den post voor onvoorziene
uitgaven is gerekend.
Op grond van al onze bovenstaande beschouwingen geven
wij U mitsdien, geheel overeenkomstig het advies van de
Commissie van Fabricage, in overweging te besluiten
1°. dat met ingang van 1 April 1914 het uurloon vooralle
stadswerklieden zal worden verhoogd met '1 cent;
2°. dat met ingang van 1 April 1914 aan de stadswerk
lieden, aan wie een uurloon van 18 cent wordt toegekend,
eene tegemoetkoming in de door hen verschuldigde pensioens
bijdrage zal worden verleend van f 0.65 per week en aan
hen, die een uurloon zullen genieten van 19 cent, eene
tegemoetkoming van f 0,55 per week;
3°. dat de bij raadsbesluit van 20 October 1910 ingevoerde
toekenning van periodieke verhoogingen in dier voege zal
worden herzien, dat deze verhoogingen niet zullen bedragen
f 0.50, doch f 0.65 per week, met dien verstande, dat de
reeds toegekende verhoogingen op 1 April a. s. op het ver
hoogde bedrag worden gebracht, doch overigens het tijdstip,
waarop de verhoogingen worden uitgekeerd, geene verandering
ondergaat.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Edel Achtbare Heeren!
Ondergeteekenden, H. Botermans, J. Heemskerk, N. J.
Moonen en J. Lagerberg, resp. Voorzitters en Secretarissen
der Gemeentewerklieden-vereenigingen »Recht en Plicht" en
»Sint Antonius van Padua" gevestigd te Leiden, beiden
Koninklijk goedgekeurd, geven met verschuldigden eerbied te
kennen
Dat na het eindigen van den duurtetoeslag, einde Maart
j.l. wegens de toenemende duurte der levensbehoeften, het
voornemen bestond in opdracht hunner Vereenigingen een
verzoek tot loonsverhooging bij Uwen Raad in te dienen;
dat echter in April d. a. v. door eenige Uwer Raadsleden
een voorstel is ingediend tot herziening der loonen van werk
lieden in dienst van aannemers van gemeentewerken;
dat in verband met dit voorstel, na een gehouden bespre
king, met den Voorzitter van de Commissie van Fabricage
in uitzicht werd gesteld een herziening der loonen der ge
meentewerklieden
dat echter door omstandigheden buiten hun wil, zij tot
hun teleurstelling nog niets van genoemd voorstel hebben
vernomen
dat de periodieke verhooging der loonen, door Uwen Raad
reeds vroeger vastgesteld, en welke wij zeer op prijs stellen,
bij de thans heerschende stijging op alle levensbehoeften, niet
meer kan voorzien in de meerdere financieele uitgaven, welke
van de loonen worden gevergd;
dat, waar de gemeentewerklieden in 't algemeen en in 't
bijzonder meer lasten worden opgelegd, zij ook in staat moe
ten worden gesteld ze te kunnen betalen, en daar zij geen
andere inkomsten hebben dan hun loon (daar 't hen bij
reglement verboden is loonarbeid voor anderen te verrichten,)
kan dit niet anders geschieden dan door verhooging hunner
loonen.
dat zij om bovengenoemde redenen verzoeken hun loonen
met minstens een gulden per week te verhoogen.
Ondergeteekenden wenden zich daarom tot Uw Edel
Achtbaar College met het beleefd verzoek, de loonen der
gemeentewerklieden te verhoogen, ten einde hen in staat te
stellen, zij het ook op bescheiden voet, aan de steeds
meerder wordende eischen van het leven het hoofd te kun
nen bieden.
't Welk doende,
De Besturen der Gemeentewerklieden Vereenigingen
»Recht en Plicht" »St. Antonius van Padua."
H. Botermans, Voorzitter. J. Heemskerk, Voorzitter.
N. J. Moonen, Secretaris. J. Lagerberg, Secretaris.
Rijnsburger Singel 11 boven.
Leiden, October 1912.
Leiden, Januari 1913.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren.
Geven met verschuldigden .eerbied te kennen J. v. Weizen
en J. J. Limburg, respectievelijk Voorzitter en Secretaris van
den Bond van Nederlanilsche Gemeentewerklieden afdeeling
Leiden, goedgekeurd bij Kon. Besl. van 19 September 1903,
gevestigd te Leiden ten huize van J. J. Limburg, Vaartkade8:
dat zij Uwen Raad beleefd maar dringend verzoeken, in
een der eerstvolgende vergaderingen van Uwen Raad, wel te
willen besluiten tot verbetering van de loonen der werklieden
in dienst der Gemeente Leiden, speciaal die welke hun werk
verrichten aan Publieke W'erken
dat zij ter nadere motiveering verwijzen naar bijgaande
memorie van toelichting.
't Welk doende enz.
J. v. Welzen, Voorzitter.
J. J. Limburg, Secretaris.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren,
In uwe vergadering van 6 Februari werd een adres van
de afdeling Leiden van de Algemene Nederl. Bond van
Gemeentewerklieden, waarin gevraagd werd verhoging van
de lonen der Gemeentewerklieden, gesteld in handen van
B. en W. om preadvies.
Het Bestuur van de Leidse Bestuurdersbond heeft de eer
adhesie te betuigen aan bovenbedoeld adres en neemt tevens
de vrijheid, Uw Kollege te verzoeken, bij B. en W. te willen
aandringen op spoed bij het uitbrengen van hun preadvies.
Hetwelk doende
Namens het Bestuur van de
Leidse Bestuurdersbond
D. A. van Eck, Voorzitter
G. de Boer, Sekretaris
Aan den Raad der Gemeente Leiden,
Edel Achtbare Heeren
Ondergeteekenden, Hubertus Botermans, J. Heemskerk,
N. J. Moonen, en J. Lagerberg, resp. Voorzitters en Secreta
rissen der Gemeentewerkliedenvereenigingen »Recht en Plicht"
en »St. Antonius van Padua" gevestigd te Leiden, geven
met verschuldigden eerbied te kennen
Dat zij in October 1912 een verzoek aan Uwen Raad
hebben ingediend tot verhooging der loonen van de gemeente
werklieden
dat na lang wachten, in den loop van den zomer van dit
jaar door den Wethouder van Fabricage aan het bestuur is
medegedeeld, dat bedoeld request bij de a: s: begrooting
voor 1914 zou worden behandeld
dat zij met spanning de begrootingszittingen van Uwen
Raad hebben gevolgd
dat tot. hun groote teleurstelling in geen der Raadszittingen
is behandeld bovengenoemd request, noch de toezegging van
den Wethouder van Fabricage aan de orde is geweest.
Redenen waarom zij Uwen Raad dringend verzoeken tot
een verhooging met ingang van 1 Januari 1914 te besluiten,
aangezien het totaal onmogelijk is, bij het bestaande loon,
aan alle. opvoering der consumptiemiddelen, woninghuur,
verbruiksartikelen enz:, op behoorlijke wijze het hoofd te
kunnen bieden, en alleen door een betere regeling der loonen,
de maatschappelijke positie van de gemeentewerklieden in het
algemeen, en voor ieder huisgezin in het bijzonder kan wor
den verbeterd.
Hetwelk doende,
namens de besturen
Voor «Recht en Plicht"
H. Botermans,
Voorzitter.
N. J. Moonen,
le Scr:
Rijnsburger Singel 11 b
«Voor St: Ant: van Padua"
[J. Heemskerk,
Voorzitter.
J. Lagerberg,
le Secretaris.
Leiden, 27 October 1913.
N°. 327.
Leiden, 10 December 1913.
Nu met ingang van den len Januari a. s. de reinigings
dienst in eigen beheer van de gemeente zal worden gebracht
en dus ook in den vuilophaaldienst, behoudens eene enkele
uitzondering, voor het vervolg van gemeentewege zal worden
voorzien, rijst de vraag, in hoeverre de daaraan verbonden
kosten op de ingezetenen zullen worden verhaald.