473
raadsbesluit van den 13®11 Maart j.l. de veilingsloods aan de
Boommarkt aan de Leidsche Tuinderspatroonsvereeniging in
huur is afgestaan, niet langer bepalingen in te houden, die
op de in deze loods gehouden wordende veilingen van groente
en aardappelen betrekking hebben. Deze veilingen toch zijn
thans niet langer voorwerp van publieke zorg, terwijl ook
de ooftveilingen, voorzoover die iu de loods worden gehouden,
evenzeer aan -die zorg zij r onttrokken. In verband hiermede
zullende op de twee eerstgenoemde veilingen betrekking heb
bende. woorden, in den titel der verordening, kunnen ver
vallen, zoodat de verordening dus gelden blijft voor de ver
schillende markten en voor die veilingen van ooft, welke
overeenkomstig het bepaalde in art. 1, 1°, sub e der veror
dening buiten de loods blijven plaats vinden.
Evenzeer kan nu artikel 2 der verordening worden gemist,
omdat de daarin opgenomen voorschriften betreffende de
veilingen in de loods ook niet langer in de verordening thuis
behooren en eene zelfde bepaling thans in de voorwaarde
sub 4 van het huurcontract met de Tuinderspatroonsver
eeniging is opgenomen.
Zullen op deze wijze dus in de eerste plaats enkele bepa
lingen aan de verordening worden ontnomen, overigens be
hoeft zij op sommige punten aanvulling.
Immers de Commissie bericht ons, dat, terwijl het aan-
vangsuur der groente- en ooftmarkt in art. 1, 1°, sub. a. op
1 uur des namiddags is bepaald, de feitelijke toestand tegen
woordig met dit voorschrift niet meer overeenkomt. Het
tegenwoordig aanvangsuur werd bij raadsbesluit van den
20en April 1911 aldus vastgesteld naar aanleiding van een
adres van A. van Varik e.a., die tegen het toenmaals geldend
aanvangsuur (afwisselend tusschen 6 en 8 uur des voormid
dags) oogenschijnlijk gegronde bezwaren aanvoerden; en
ofschoon toen aan de wenschen van adressanten volledig werd
tegemoet gekomen en het aanvangsuur der groente- en ooft
markt tot 1 uur des namiddags werd' verlaat, is sedert in
de praktijk afdoende gebleken, dat dit latere aanvangsuur op
den duur niet kan blijven gehandhaafd.
Vooreerst toonen enkele groentehandelaren, in wier belang
het besluit van 4911 werd genomen, zelf weinig met de
daardoor aangebrachte wijziging te zijn ingenomen enkomen
deze nu en dan toch weer vroeger aan de markt; verschillende
marktproducten worden bovendien reeds in de morgenuren
uit de omliggende gemeenten aangevoerd en deze zouden
dus vooraf gedurende enkele uren in bergplaatsen en pak
huizen moeten worden opgeslagen, alvorens zij tegen 1 uur
naar de markt kunnen worden gebracht. Het ligt voor de
hand, dat derhalve het streng handhaven van het voorschrift
der verordening belangrijke bezwaren en schade voor de
betrokkenen medebrengt, zoodat het vroeger ter markt komen
veelal reeds oogluikend moest worden toegelaten. Deze toe
stand verergerde nog, toen in de veilingsloods de zoogen.
«exportveilingen" werden ingevoerd, waarvan het aanvangsuur
met het oog op de toestanden in andere gemeenten, waar
dergelijke veilingen worden gehouden, op 11 uur des morgens
moest worden bepaald, Het bleek toen geheel onmogelijk om
de groentemarkt eerst twee uur later toe te laten. Terecht
wordt toch door de Commissie opgemerkt, dat, ook al ware
eene strenge handhaving der in de verordening vastgelegde
uren in de praktijk uitvoerbaar, dan nog de meeste koop
lieden elders gelegenheid zouden trachten te vinden, hunne
waren vóór het aanvangsuur van de hand te doen, ten gevolge
waarvan de kans groot zou zijn, dat de markt in verval
geraakte en het marktgeld werd gederfd.
Om al deze redenen achten wij het met de Commissie
noodzakelijk, dat de oude aanvangsuren der groente- en ooft
markt weer herleven en in art. 1, 1°, sub a der verordening
dus voor de maanden Januari en December op 8 uur, voor
Februari en November op 7 uur en voor de overige maanden
weer op 6 uur des voormiddags worden gesteld.
Het sluitingsuur kan dan voor alle maanden gevoegelijk op
8 uur des namiddags blijven bepaald.
Verder zal, gelijk door de Commissie wordt aangegeven,
het nog wenschelijk zijn, dat ook de uren van de paarden
markt, bij raadsbesluit van den 5den October 1911 vast
gelegd in art. 1, 5° 6 der verordening, in overeenstemming
worden gebracht met hetgeen de praktijk ten deze eischt.
De ervaring heeft toch reeds geleerd, dat de behoefte aan
eene vroegere openstelling en eene latere sluiting der paarden
markt bestaat, zoodat deze laatste in den loop van het vorig
jaar reeds bij wijze van proef moest worden toegelaten.
Daarom verdient het aanbeveling voor het vervolg in art 1,
5°b in plaats van: »van des voormiddags 8 tot des namiddags
2 uur" te lezen»van des voormiddags 7 tot des namiddags
4 uur", waardoor aan de eischen der praktijk ook ten deze
voor het vervolg zal zijn voldaan,
Ten slotte kan nu de verordening op al deze punten
toch wijziging moet ondergaan deze gelegenheid tevens
worden benut, om in verband met het arrest van den Hoogen
Raad omtrent de beteekenis van de woorden «algemeen erkende
Christelijke feestdagen" in de verordening aan te geven,
welke dagen met den Zondag worden gelijkgesteld. Als zoo
danig kunnen dan in artikel 4 eerste lid worden vermeld
de Christelijke tweede Paasch- en Pinksterdagen, de beide
Kerstdagen, Hemelvaartsdag en Nieuwjaarsdag, op alle welke
dagen, in verband met artikel 1, dan geen enkele markt of veiling
zal mogen worden gehouden, zoodat de bestaande toestand
ten deze dus onveranderd blijft en alleen de redactie van
het artikel wordt verbeterd.
Ons College is van meening met het bovenstaande ter
toelichting te kunnen volstaan en wij geven U derhalve
onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende
stukken in overweging alsnu te besluiten tot vaststelling
van de navolgende verordening:
VERORDENING, tot wijziging der Verordening van den
20sten April 1911 (Gemeenteblad N° 12), houdende
aanwijzing van de dagen, uren en plaatsen voor het
houden van de verschillende markten, en van veilingen
van groente, ooft en aardappelen, laatstelijk gewijzigd
bij Verordening van den 5<ien October 1911 (Gemeente
blad N°. 28).
Artikel 1.
De titel van bovengenoemde Verordening wordt gelezen
als volgt
«Verordening houdende aanwijzing van de dagen, uren en
plaatsen voor het houden van de verschillende markten en
van veilingen van ooft".
Art. 2.
In artikel 1, 1°. wordt onder a. gelezen
«eene groente- en ooftmarkt, dagelijks, uitgezonderd des
Zaterdags en des Zondags
in de maanden: Januari en December van des voormid
dags 8 tot des namiddags 8 uur;
in de maanden: Februari en November van des voormid
dags 7 tot des namiddags 8 uur;
in de overige maanden van des voormiddags 6 tot des
namiddags 8 uur op en aan de Bloemmarkt, den Apothekersdijk
en, zoo noodig, ter beoordeeling van den Algemeenen Markt
en Havenmeester ook op en aan den Stillen Rijn en het
gedeelte van de Aalmarkt tusschen de Kippenbrug en het
vischschrappershuisje.
Art. 3.
In artikel l, 5° b, wordt in plaats van: «van des voormid
dags 8 tot des namiddags 2 uur'' gelezen: «van des voor
middags 7 tot des namiddags 4 uur".
Art. 4.
Artikel 2 vervalt.
Art. 5.
Het eerste lid van artikel 4 wordt aldus gelezen
«Met den Zondag worden voor de toepassing van deze
verordening gelijk gestéld de Christelijke 2e Paasch- en
Pinsterdagen, de beide Kerstdagen, de ilemelvaarts- en de
Nieuwjaarsdag."
Art. 6.
Deze verordening treedt in werking op den len Januari
1914.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 323. Leiden, 9 December 1913.
Onder verwijzing naar nevensgaande aanbeveling van de
Commissie voor de Bewaarscholen, hebben wij de eer U, voor
de benoeming van een lid dier Commissie, ter voorziening in
de vacature, welke den laatsten December van dit jaar zal
ontstaan door de periodieke aftreding van den heer H. C.
van der Heijde, de volgende voordracht aan te bieden:
1°. H. C. VAN DER HEIJDE, aftredend lid
2°. W, DRAAIJER, leeraar aan de H. B. School voor
Jongens alhier.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 6 December 1913.
Ter voorziening in de vacature, welke einde des jaars zal
ontstaan in de Commissie der Bewaarscholen door de periodieke
aftreding van den Heer H. C. van der Heijde, heeft de Com
missie de eer, aan te bevelen: