170
sluiting op de irrigatievelden, mits tezamen uitgevoerd, eerie
uitgave van 4300.zal vereischen.
Bovendien zouden wij wederom een schrede willen zetten
op een anderen weg, die evenzeer geleidelijk door ons wordt
afgelegd, en die ten doel heeft om aan deze inrichtingen
langzamerhand eene volledige electrische vei lichting te geven.
Reeds werden de paviljoens en het schoolgebouwtje van Voor
geest, verschillende ambtswoningen en het laboratorium op
Rhijngeest van eene aansluiting op het kabelnet voorzien en
werd onze Commissie nog onlangs (n.l. bij besluit van den
Gemeenteraad van 25 September j.l.) gemachtigd ook het
paviljoen van Rhijngeest le klasse en de ambtswoning van
L)r. Oort electrisch te doen verlichten. Thans zouden wij den
kabel van uit het transformatiehuisje bij Voorgeest wenschen
door te trekken naar het Hoofdgebouw van Endegeest, al ligt
het daarmede nog niet in 'onze bedoeling om reeds nu dit
gebouw in zijn geheel electrisch te doen verlichten. Integen
deel ook het doortrekken yan den kabel stond nog niet voor
dit jaar op het programma; doch wij meenen daartoe reeds
nu te moeten besluiten, omdat tot onze Commissie het ver
zoek werd gericht door den Hoogleeraar Dr. G. Jelgersma, om
althans de collegezaal (»de Kerk") in het Hoofdgebouw van
eene electrische lichtleiding te voorzien, opdat het mogelijk
zal zijn het onderwijs aan de studenten, nu en dan door licht
beelden te kunnen verduidelijken.
Tegen de inwilliging van dit verzoek bestaan dezerzijds
geeD bezwaren, nu de Hoogleeraar ons een bijdrage in de
kosten van 100.ter nadere verrekening heeft toegezegd,
waardoor de kosten van dezen aanleg, die op den duur toch
aan de orde zou zijn gekomen, slechts ten bedrage van
500.ten laste onzer inrichting zullen worden gebracht.
Naar onze meening bestaat er dus alle reden om Uw College
te verzoeken aan den Raad een voorstel tot machtiging ook
voor dit nieuwe werk te doen.
Resumeerende hebben wij derhalve de eer Uw College te
verzoeken aan den Raad voor te stellen om onze Commissie te
machtigen
a. tot het vergrooten der portierswoning van Endegeest,
zulks met intrekking van de bij Raadsbesluit van 10 October
1912 daartoe reeds verleende machtiging;
b. tot het aansluiten van het Hoofdgebouw, de observatie
paviljoens en de economie-gebouwen op de bevloeiingsvelden
c. tot het doortrekken van den kabel voor electrische ver
lichting vanaf het transformatiehuisje bij Voorgeest tot aan het
Hoofdgebouw en tot het doen aanbrengen van eene electrische
verlichtings-installatie in de Collegezaal (»de Kerk") van dat
gebouw.
Uw College gelieve hierbij de toelichting en teekeningen
aan te treffen, voorzoover die betreffende deze nieuwe werken
kunnen worden overgelegd.
De Commissie van Beheer,
N. C. de Gijselaar, Voorzitter.
Q. J. Terpstra, Secretaris.
N°. 312. Leider., 2 December 1913
In de verordening van 29 April 1909 (Gem. Blad No. 6)
op de Brandweer, gewijzigd bij verordening van 24 April
1913 (Gem. Blad No. 13) is wel voor het kader en de spuit
gasten bij de brandweer een leeftijdsgrens vastgesteld, doch
niet voor machinisten, stokers, reserve-machinisten en reserve
stokers.
Met den Commandant der Brandweer komt het ons voor,
dat dezelfde redenen, die ertoe geleid hebben, om voor het
kader en de spuitgasten een leeftijdsgrens te bepalen, ook
gelden voor de machinisten, stokers, reserve-machinisten en
reserve-stokers uitgezonderd de machinist en stoker, die tevens
werkzaam zijn bij de Liernurinrichting. Eene aanvulling der
verordening in dien zin, dat de minimum leeftijd voor ge
noemde personen wordt bepaald op 20 jaar en dat hun bij
het bereiken van den leeftijd van 50 jaar ontslag wordt ver
leend is daarom gewenscht. In den geest van het in artikel
10 der verordening ten opzichte van het kader en de spuit
gasten voorgeschrevene, zou dan echter aan de op 1 Januari
a. s. in functie zijnde machinisten, stokers, reserve-machinisten
en reserve-stokers kunnen worden toegestaan, voorzoover zij
de voor hen vastgestelde hoogste leeftijdsgrens op dien datum
nog niet hebben bereikt, tot aan dat tijdstip en nog twee
jaren daarenboven en ten opzichte van hen, die alsdan die
leeftijdsgrens reeds hebben bereikt, nog tot 1 Januari 1916
in dienst te blijven.
Op grond van een en ander geven wij U mitsdien in over
weging de navolgende verordening vast te stellen:
VERORDENING, houdende wijziging der verordening van
29 April 1909 (Gem. Blad No. 6) op de Brandweer,
gewijzigd bij verordening van 24 April 1913 (Gem.
Blad No. 13).
Artikel 1.
In art. 9 van bovengenoemde verordening wordt vóór het
voorlaatste lid een nieuw lid ingevoegd, luidende:
»De machinisten, stokers, reserve-machinisten en reserve
stokers. uitgezonderd de machinist en stoker, tevens werkzaam
bij de Liernu tin richting, moeten ten minste 20 jaren zijn;
den leeftijd van 50 jaren bereikt hebbende wordt hun ontslag
verleend".
Art. 2.
Aan art. 10 wordt een 2e lid toegevoegd, luidende:
»De op 1 Januari 1914 in dienst zijnde machinisten, stokers,
reserve-machinisten en reserve-stokers, (uitgezonderd de ma
chinist en stoker, tevens werkzaam bij de Liernurinrichting,)
welke op dien datum den leeftijd van 50 jaren nog niet
hebben bereikt, kunnen tot aan dat tijdstip en nog twee
jaren daarenboven en zij. die dien leeftijd alsdan reeds hebben
bereikt, kunnen nog tot 1 Januari 1916 in dienst blijven.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 313. Leiden, 2 December 1913.
Op 31 December a. s. eindigt de huur van het weiland
benoorden de Decimastraat en beoosten de Kooilaan, dat
krachtens raadsbesluit van 13 Maait j.l. werd verhuurd aan
C. de Graaf, landbouwer alhier, tegen een huurprijs van
275.per jaar.
Aangezien de plannen voor den aanleg van een volkspark
op dit terrein nog niet geheel gereed zijn, bestaat er geen
bezwaar tegen, het land nog voor eenigen tijd te verhuren;
krachtens de voorwaarden heeft de gemeente toch het recht
de huur te allen tijde op te zeggen, mits drie maanden te
voren daarvan aan den huurder kennis gevende.
De tegenwoordige huurder C. de Graaf, heeft het verlangen
te kennen gegeven het land onder de bestaande voorwaarden
en tegen denzelfden, huurprijs opnieuw voor den tijd van
één jaar in te huren; noch bij ons College, noch bij de Com
missie van Fabricage bestaat daartegen bezwaar.
Wij geven daarom in overweging te besluiten het weiland
benoorden de Decimastraat en beoosten de Kooilaan, kadas
traal bekend onder Sectie K nis. 544, 545, 2341 en 2685
gedeeltelijk, voor den tijd van één jaar, ingaande 1 Januari
1914, te verhuren aan C. de Graaf, landbouwer alhier, tegen
een huurprijs van f 275.per jaar en verder onder de be
staande voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 314. Leiden, 3 December 1913.
Over de op de gemeentebegrooting voor 1913 uitgetrokken
som van 1.300 000.welke voor tijdelijke kasgeldleening kan
worden opgenomen, is thans voor een bedrag van 1.282.500.
beschikt.
Met het oog op belangrijke betalingen, welke in de laatste
helft van deze maand te wachten zijn, is het niet onwaar
schijnlijk, dat het resteerende bedrag van f17.500.dat nog
als kasgeld zou kunnen worden opgenomen, ontoereikend zal
blijken om in een tijdelijk kastekort te voorzien.
Ten einde nu het bezwaar te ontgaan, dat eventueel beta
lingen van urgenten aard dientengevolge zouden moeten worden
uitgesteld, achten wij versterking van den post voor op te
nemen kasgeld mét ƒ100.000.wenschelijk; door deze ver
hooging vertrouwen wij, zoo noodig, over voldoende kas
middelen te kunnen beschikken.
In verband met het bovenstaande geven wij U derhalve in
overweging te besluiten tot verhooging van de begrooting
voor 1913 in ontvang en uitgaaf met ƒ100.000.door vast
stelling van den hierbij overgelegden suppletoiren begrootings-
staat, model C.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 315. Leiden, 4 December 1913.
Het Bestuur der Gemeentelijke Arbeidsbeurs heeft de eer
Uw College hierbij aan te bieden onderstaande aanbeveling
van leden en plaatsvervangende leden voor dit Bestuur, inge*
volge Artikel 2 der verordening van 9 November 1905, tot
regeling van de Arbeidsbeurs der gemeente Leiden.