130 N° 255. Leiden1 October 1913. Onder overlegging van nevensgaand schrijven van Com missarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas- en Electri citeit en onder mededeeling, dat wij ons met het daarin vervatte voorstel geheel kunnen vereenigen, geven wij Uwe Vergadering in overweging: 1°. te besluiten tot aanvulling van het Uitbreidings- en Vernieuwingslonds der Stedelijke Electriciteitsfabriek meteen bedrag van 8500 ten behoeve van de uitbreiding der elgctri- citeitsvoorziening van de gemeente Voorhout, onder bepaling, dat jaarlijks door die fabriek aan de gemeente zal worden betaald 4XA rente van het door haar geleende kapitaal en dat te beginnen met het jaar 1914 jaarlijks 7% zal worden bestemd tot aflossing van schuld of kapitaalbelegging; 2°. over te gaan tot vaststelling van den hierbij overgeleg- den suppletoiren begrootingsstaat, groot 8500. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 11 September 1913 Met dezen hebben wij de eer het volgende onder Uwe aan dacht te brengen. Op 17 November 1910 besloot de gemeenteraad van Leiden tot levering van electriciteit in de gemeente Voorhout en werd ten behoeve van het Vernieuwings- en Uitbreidingsfonds der electriciteitsfabriek hierbij een bedrag van 5000. toege staan. Sindsdien is het aantal aansluitingen te Voorhout ge stadig toegenomen. Over het jaar 1912 werd in deze gemeente voor afgeleverde stroom, excl. kabel-en meterhuur, ontvangen een bedrag van 2882.55; over het jaar 1913 zal dit bedrag vermoedelijk ca. 3400.bedragen. Tengevolge van de totstandkoming der vele aansluitingen is het in de electriciteitsvoorziening van Voorhout gestoken kapitaal gestegen tot ruim 8700. Thans heeft de gemeenteraad van Voorhout in zijne ver gadering van 2 September j. 1. besloten tot het betrekken van j electriciteit van Leiden ten behoeve der straatverlichting, waarbij gedurende 10 achtereenvolgende jaren een jaarlijksch stroomverbruik van 325,uitsluitend voor de straatver- j lichting door de gemeente Voorhout aan de electriciteits fabriek wordt gegarandeerd. Voor de aansluiting dezer straat verlichting zal door de electriciteitsfabriek een straatverlich tingskabel moeten worden gelegd en diverse werken moeten worden uitgevoerd, waarvan de kosten hoogstens ƒ2000. zullen bedragen. Verder komen ook van particulieren te Voorhout voort durend aanvragen tot aansluiting in. üm hieraan te kunnen blijven voldoen zal gedurende de eerste jaren nog een bedrag van ca. 2800.noodig zijn. In verband met het bovenstaande hebben wij de eer U te yerzoeken bij den gemeenteraad van Leiden een voorstel aanhangig te willen maken tot aanvulling van het Vernieu wings- en Uitbreidingsfonds der Stedelijke Electriciteitsfabriek met een bedrag van 8500,ten behoeve van de uitbrei ding van de electriciteitsvoorziening der gemeente Voorhout, onder bepaling, dat jaarlijks door de fabriek aan de gemeente zal worden betaald 4| interest, en dat te beginnen met het jaar 1914 jaar lijks 7 zal worden bestemd tot aflossing van schuld of belegging van kapitaal. Eene aflossing van 7 meenen wij daarom te moeten voor stellen, omdat met de verplichte reserveering van 2 van het toegestane kapitaal, ingevolge artikel 22 alinea 4 sub b van de Verordening houdende reglement op het beheer en bestuur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, jaarlijks 9% van het kapitaal zal worden terzijde gelegd en het ge- heele bedrag dan aan het einde van de overeenkomst met Voor hout, op 31 December 1924, zal zijn afbetaald, resp. weder in het Uitbreidingsfonds der electriciteitsfabriek teruggestort. Wij voegen hieraan toe, dat dit aanvullingskapitaal slechts zal worden besteed voor het totstandbrengen van aanslui tingen, die de rentabiliteit van de electriciteitsvoorziening te Vporhout verhoogen. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, N. C. de Gijselaar, Voorzitter. j. Korevaar. Fokker. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 256. Leiden, 1 October 1913. Naar aanleiding van het U in de raadszitting van 25 Sep tember j.l. medegedeelde schrijven van den heer J. Botermans, waarin hij kennis geeft, dat hij bij nader inzien meent de benoeming tot lid der Commissie van aanslag voor de belas ting op bedrijfs- en andere inkomsten niet te moeten aan nemen, hebben wij de eer U, onder verwijzing naar ons voor stel, opgenomen onder No. 236 der Ingekomen Stukken, te verzoeken andermaal tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 257. Leiden, 2 October 1913. Wij hebben de eer U mede te deelen, dat bij ons geenerlei bezwaar bestaat tegen de inwilliging van nevensgaand verzoek van H. J. de Heijder. Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging aan adressant vergunning te verleenen tot het bouwen, overeen komstig de (Overgelegde teekening, van een houten schuurtje, bestemd tot het bergen van rijwielen en aannemersmateriaal, in den tuin van het perceel Beerenstraat No. 45, kadastraal bekend sectie M. No. 2366, gemeente Leiden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 24 September 1913. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldige eerbied te kennen H. J. de Heijder Aannemer wonende in u gemeente dat hij gaarne een houten Schuurtje wenschen te bouwen in de tuin achter mijn woning, staande op den hoek heeren en 'Drie octoberstraat. Kadastraal bekend No. 2366, ten dienste om er fietsen in te bergen en Matriaal voor mijn werkzaamheden. Redenen waarom ik Uedele achtbare beleefd verzoekt >om mij daarvoor vergunning te willen verleenen. Met bijgaande teekeuingen. 't Welk doende H. J. de Heijder. N°. 258. Leiden, 3 October 1913. Ter vervulling van de vacature van onderwijzer met ver plichte hoofdakte aan de openbare lagere school der 3e klasse No. 7 alhier, ontstaan door de benoeming van den heer D. de Jong tot onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de openbare Jongensschool le klasse, hebben wij de eer Uwe Vergadering de volgende voordracht aan te bieden: 1°. F. A. VAN Z1MMEREN, onderwijzer aan de O. L. school der 3e klasse No. 7, te Leiden; 2°. A. VAN WAMELEN, onderwijzer aan de O. L. school der 3e klasse No. 1, te 'Leiden; 3°. H. F. DD PON, onderwijzer aan de O. L. school der 3e klasse No. 6, te Leiden. Onder mededeeling, dat deze voordracht is opgemaakt in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener, na inge wonnen bericht van het Hoofd der school, en dat de desbe treffende stukken in de Leeskamer ter inzage zijn nedergelegd, verzoeken wij U tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 259. 'Leiden, 4 October 1913. Wij hebben de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden het 1ste Suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1913. Bij onveranderde vaststelling zal het belastbaar inkomen bedragen ƒ248,320. De proefdrukken van dit kohier zijn aan de Raadsleden toegezonden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 260. Leiden, 4 October 1913. Wij hebben de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden het forensenkohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1913, met een belastbaar inkomen van ƒ503,350. De proefdrukken van dit kohier zijn aan de Raadsleden toegezonden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en W'eth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1913 | | pagina 13