DINSDAG 2 SEPTEMBER 1913. 447 Wordt benoemd de heer: Mr. A. J. Fokker met 42 stemmen; 8 stemmen waren uitgebracht op de heer Aalberse, 4 stem op den heer van der Pot, 1 stem op den heer v. d. Eist, 4 stem op den heer Hoogenboom, 2 stemmen waren van onwaarde. De Voorzitter. Neemt de heer Fokker deze benoeming aan De heer Fokker. M. d. V Ik wensch het aannemen van deze benoeming nog in beraad te nemen. Vervolgens wordt benoemd de heer: J. Iiorevaar P.Azn. met 23 stemmen4 stem was uitgebracht op den heer Aalberse, 4 stem was van onwaarde. De heer Korevaar verklaart zich bereid de benoeming aan te nemen. XII. Benoeming van twee leden van de Commissie van Beheer over de gestichten «Endegeest", «Voorgeest" en »Rhijngeest", (aftredend lid: de heer J. A. Bots; 1 vacature). (Zie Ing. St. No. 221.) Worden benoemd de heeren: J. A. Bots met 24 stemmen; 4 stem was van onwaarde, en P. Hoogenboom met 14 stemmen; 8 stemmen waren uitgebracht op den heer Vergouwen, 1 op den heer van der Pot. 1 op den heer Bosch, 1 stëm was van onwaarde. De heeren Bots en Hoogenboom verklaren zich bereid de benoeming aan te nemen. XIII. Benoeming van drie leden van de Commissie voor het Stedelijk Museum »de Lakenhal", (aftredende leden: de H.H. Mr. P. ,1. M. Aalberse, Mr. J. A. F. Coebergh en J. Kore vaar P.Azn.). (Zie Ing. St. No. 234.) De Voorzitter. Ik stel voor bij deze stemming de namen der 3 nieuw te benoemen leden op één biljet te plaatsen. Daartoe wordt besloten Worden benoemd de heeren: Mr. P. J. M. Aalberse met 25 stemmen, Mr. J. A. F. Coebergh met 24 stemmen en J. Korevaar P.Azn met 24 stemmen; 1 stem was uitgebracht op den heer Chantepie de la Saussaye. De heer Korevaar verklaart zich bereid de benoeming aan te nemen. Aan de beide andere heeren zal van hunne benoe ming worden kennis gegeven. XIV. Benoeming van een lid van het Bestuur der Stede lijke Werkinrichting, uit de leden van den Raad, (aftredend lid: de Heer K. Sijtsma) Wordt benoemd de heer: K. Sijtsma met 20 stemmen; 2 stemmen waren uitgebracht op den heer Driessen, 3 stemmen waren van onwaarde. De heer Sijtsma verklaart zich bereid de benoeming aan te nemen. XV. Benoeming van een lid van het Bestuur der Stede lijke Werkinrichting, buiten de leden van den Raad, (aftredend lid: de Heer Dr. J. G. van der Sluys). (Zie Ing. St. No. 233.) Wordt benoemd de heer: Dr. J. G. van der Sluys met 25 stemmen; 1 stem was van onwaarde. (De heer van Gruting was inmiddels weder ter vergadering gekomen.) XVI. Benoeming van een lid en van een plaatsvervangend lid van de Commissie van onderzoek, bedoeld in art. 22 van het Reglement voor de werklieden in dienst van de gemeente Leiden, (aftredende leden: de H.H. Mr. A. van der Eist en Mr. P. E. Briët.) Worden benoemd de heeren: Mr. A. van der Eist met 25 stemmen; 1 stem was van onwaarde en Mr. P. E. Briët met 25 stemmen4 stem was van onwaarde. De heeren van der Eist en Briët verklaren zich bereid de benoeming aan te nemen. XVII. Benoeming van een lid van het Bestuur der Ver- eeniging tot instandhouding van het Leidseh Muziekcorps, (aftredend lid: de heer G. P. Timp). Wordt benoemd de heer: G. P. Timp met 22 stemmen; 4 stem was uitgebracht op den heer Botermans en 3 stemmen waren van onwaarde. De heer Timp verklaart zich bereid de benoeming aan te nemen. XVIII. Benoeming van een lid van het Bestuur der ver- eeniging «Kennis is macht", uit de leden van den Raad. De Voorzitter. Alvorens tot de stemming over te gaan, zou ik willen voorstellen het afgetreden raadslid, den heer Pera, schriftelijk dank te betuigen voor de vele diensten door hem in deze betrekking bewezen. Daartoe wordt besloten. Vervolgens wordt benoemd met 46 stemmen de heer Dr. H. J. Zwiers; 6 stemmen waren uitgebracht op den heer Bosch, 4 stem op den heer Vergouwen, 4 stem op den heer Hartevelt, 1 stem op den heer Corts, 4 stem was van onwaarde. De heer Zwiers verklaart zich bereid de benoeming aan te nemen. XIX. Benoeming van een plaatsvervangend Voorzitter van het Bestuur der Gemeentelijke Arbeidsbeurs (aftredend lid: de heer A. Mulder). Wordt benoemd de heer: A. Mulder met 24 stemmen2 stemmen waren van onwaarde. De heer A. Mulder verklaart zich bereid de benoeming aan te nemen. XX. Benoeming van een lid en van een plaatsvervangend lid van de Commissie van aanslag voor de belasting op be- drijfs- en andere inkomsten. (Zie Ing. St. No. 236.) Bij de stemming voor een lid der Commissie worden uit gebracht 42 stemmen op den heer J. Botermans, 41 stemmen op den heer J. P. Creyghton, terwijl 1 stem was uitge bracht op den heer Creyghton en 4 stem op den heer Botermans zonder meer; 1 stem was van onwaarde. De Voorzitter. Bij deze stemming heeft dus geen der heeren de volstrekte meerderheid verkregen. Waar echter op de heeren Creyghton en Botermans, zonder vermelding van voorletters, ieder 4 stem is uitgebracht, geloof ik wel te mogen aannemen, dat het de bedoeling is geweest deze stemmen ook te geven aan den heer J. P. Creyghton en aan den heer ,T. Botermans. Aangezien nu ingevolge het Reglement van Orde in geval van twijfel over den inhoud van een briefje de vergadering beslissen moet, zoo vraag ik, of de Raad zich er mee vereenigen kan, deze stemmen toe te kennen aan de heeren J. P. Creyghton en J. Botermans? Zoo ja, dan zijn dus uitgebracht op den heer J. Botermans 43 stemmen, op den heer J. P. Creyghton 42 stemmen en 4 stem was van on waarde, zoodat alzoo de heer Botermans is benoemd tot lid der Commissie van aanslag. De heer Botermans verklaart zich bereid de benoeming aan te nemen. Tot plaatsvervangend lid wordt benoemd de heer P. J. Mulder met 14 stemmen; 11 stemmen waren uitgebracht op den heer J. P. Creyghton en 1 stem was van onwaarde. Aan den heer Mulder zal van zijne benoeming kennis worden gegeven. XXI. Benoeming van twee Curatoren van het Gymnasium. (Zie Ing. St. No. 217.) Worden benoemd de heeren Dr. A. W. Kroon met 25 stemmen4 stem was uitgebracht op den heer J. P. Creyghtonen Prof. Dr. W. Nolen met 22 stemmen3 stemmen waren uitgebracht op den heer Aalberse en 1 stem op den heer J. M. N. Kapteyn. XXII. Voorstel tot bestendiging van J. M. N. Kapteyn in de betrekking van leeraar aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. (Zie Ing. St. No. 237.) Wordt herbenoemd met 25 stemmen de heer M. N. Kapteyn; 1 stem was van onwaarde. De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders stellen voor de bezoldiging van dezen tijdelijken leeraar vast te stellen op f 400.'sjaars. Daartoe wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming besloten. De Voorzitter. Ik geloof wel een hartelijk woord van dank te mogen uitbrengen aan de leden van het stembureau voor het volvoeren van de zware taak, die zij heden hebben moeten vervullen. XXIII. Rekening, dienst 4912, van de Stedelijke Werk inrichting. (Zie Ing. St. No. 235.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goed gekeurd. (De heeren Reimeringer, Sijtsma en Bots hadden gedurende de behandeling van dit punt tijdelijk de vergadering verlaten.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1913 | | pagina 3