146
DINSDAG 2 SEPTEMBER 1913.
Zijn ter visie gelegd en voor zooveel de Gemeentebegrooting
betreft aan de leden toegezonden.
6°. Verzoek van C. de Bruin om het bovenhuis van de
vroegere Hulpbank van Leening aan het Utrechtsche Veer te
mogen huren.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
7°. Missive van Mr. A. J. Fokker, houdende aanbieding van
eene nieuwe statistiek voor Leiden.
Dit stuk luidt als volgt:
Leiden, 30 Augustus 1913.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
In 1884, nu bijna 30 jaar geleden bood Mr. J. Bool, toen
lid van Uwe Vergadering, U een statistiek van Leiden aan.
Na Mr. Bool vervolgden nu wijlen den Heer Juta, daarna
Mr. Eerstens en later ons medelid de Heer Bots deze statis
tiek telken jare met de cijfers, waarmede zij kon worden
aangevuld.
Hoe prijzenswaardig de voortzetting van dezen arbeid van
Mr. Bool ook op zich zelve moet geacht worden, in de behoefte
aan een statistiek van Leiden, zoo deze bestaat, vermag zij
niet te voorzien.
Immers een overzicht van de cijfers over eenige achtereen
volgende jaren wordt er niet door verkregen: en het is slechts
een zoodanig overzicht, dat den aeconomischen toestand der
gemeente doen kennen en den staat harer voornaamste in
richtingen aanschouwelijk voorstelt, gelijk Mr. Bool het uit
drukte, terwijl bovendien sedert meerdere instellingen, waar
omtrent statistieke opgaven van belang kunnen worden
geacht, werden gesticht.
Ten slotte scheen mij ook het huidige tijdstip niet ongepast
om een terugblik te werpen over de cijfers, die ons een
inzicht kunnen geven in de groei dezer gemeente in de tweede
helft van de eerste eeuw onzer onafhankelijkheid.
Deze redenen noopten mij opnieuw eene statistiek van
Leiden te bewerken, waarbij ik, voortbouwend op den grond
slag door Mr. Bool gelegd, mij de vrijheid van een enkele
afwijking en meerdere aanvullingen veroorloofde.
Het resultaat van mijn arbeid aan Uwe Vergadering aan
biedend, roep ik Uwe toegevendheid voor de tekortkomingen,
die daaraan kleven in, en spreek ik mijn erkentelijkheid uit jegens
allen, die door het verschatten van gegevens mijnen arbeid
hebben verlicht.
Hoogachtend heb ik de eer te zijn
Uw medelid
Fokker.
De Voorzitter. Ik geloof wel in den geest van den Raad
te spreken, wanneer ik den heer Fokker hartelijk dank zeg
voor den grooten en moeizamen arbeid, dien hij zich bij de
samenstelling van deze tabellen heelt getroost. Teekenen van
instemming.) Burgemeester en Wethouders zouden gaarne in
eene volgende vergadering een voorstel willen doen ten aanzien
van de wijze van handelen met deze stukken. De vraag is voor
ons n.l. nog dezeZullen de tabellen ter visie worden gelegd, of
zullen zij in druk ter beschikking van de leden worden gesteld.
Aan dit laatste zijn eenige kosten verbonden en wij moeten dus
eerst eens nagaan, wat de kosten van drukken zullen zijn. Burge
meester en Wethouders stellen voor het oogenblik dus voor
thans nog geen besluit te dien aanzien te nemenwij zullen
in eene volgende vergadering dan met een voorstel komen.
Aan de orde is alsnu
II. Benoeming van een Wethouder, jaar van aftreding 1917,
(aftredend de Heer J. A. van Hamel).
De Voorzitter. Mag ik voor de nu volgende benoemingen
de heeren van der Lip, Zwiers, Carpentier Alting en van der
Pot uitnoodigen het stembureau te willen vormen.
Wordt benoemd met 17 stemmen de heer J. A. van Hamel;
1 stem was uitgebracht op den heer Heeres, 8 stemmen waren
van onwaarde.
De heer van Hamel verklaart zich bereid de benoeming
aan te nemen.
(De heer van Gruting was bij deze stemming niet tegen
woordig.)
III. Benoeming van een Wethouder, jaar van aftreding 1914;
(aftredendde Heer H. W. Fischer).
Wordt benoemd met 18 stemmen de heer H. W. Fischer;
1 stem was uitgebracht op den heer van der Pot, 8 stemmen
waren van onwaarde.
De heer Fischer verklaart zich bereid de benoeming aan
te nemen.
IV. Benoeming van drie leden van de Commissie van Finan
ciën en uit dezen van den Voorzitter, (aftredende ledende
H.H. A. L. Reimeringer, Voorzitter, J. P. Vergouwen en
J. Bosch, leden).
Achtereenvolgens worden benoemd de heeren
A. L. Reimeringer met 26 stemmen 1 stem was van onwaarde
Mr. C. W. van der Pot Bz. met 16 stemmen; 9 stemmen
waren uitgebracht op den heer Vergouwen, 1 stem op den heer
Driessen en 1 stem op den heer Fokker;
en J. Bosch met 25 stemmen; 1 stem was van onwaarde.
(Na de tweede stemming verliet de heer van Gruting tijde
lijk de vergadering).
Tot voorzitter der Commissie wordt benoemd:
de heer Reimeringer met 23 stemmen 2 stemmen waren
uitgebracht op den heer van der Pot, 1 stem was van onwaarde.
De heeren Reimeringer, van der Pot en Bosch verklaren
zich bereid hunne benoemingen aan te nemen.
V. Benoeming van twee leden van de Commissie van Fabri
cage (aftredende leden: de H.H. A. Mulder en K. H. Korft).
Worden benoemd de heeren
A. Mulder met 25 stemmen; 1 stem was van onwaarde
en K. H. Korffmet24 stemmen; 2 stemmen waren van onwaarde.
De heer A. Mulder verklaart zich bereid de benoeming aan
te nemen, terwijl aan den heer Korff van zijne benoeming
kennis zal worden gegeven.
VI. Benoeming van twee leden van de Commissie voor het
Openbaar Slachthuis, (aftredende leden de H.H. Dr. 11. J.
Zwiers en S. de Boer Az.).
Worden benoemd de heeren
Dr. H. J. Zwiers met 25 stemmen 1 stem was van onwaarde
en S. de Boer Azn. met 17 stemmen; 8 stemmen waren
uitgebracht op den heer Timp en 1 stem was van onwaarde.
De heeren Zwiers en de Boer verklaren zich bereid de be
noeming aan te nemen.
VII. Benoeming van twee leden van de Commissie voor het
Oud-Archief, (aftredende leden: de H.H. Mr. J. E. Heeres en
Mr. A. van der Eist).
Worden benoemd de heeren:
Mr."J. E. Heeres met 25 stemmen; 1 stem was uitgebracht
op den heer Carpentier Alting;
en Mr. A. van der Eist met 24 stemmen, 2 stemmen waren
van onwaarde.
De heeren Heeres en van der Eist verklaren zich bereid de
benoeming aan te nemen.
VIII. Benoeming van twee leden van de Commissie voor het
Marktwezen, (aftredende leden: de H.H. D. van Gruting en
S. de Boer Azn.).
Worden benoemd de heeren
D. van Gruting met 25 stemmen1 stem was uitgebracht op
den heer de Boer
en S. de Boer Azn met 20 stemmen; 6 stemmen waren
van onwaarde.
De heeren van Gruting en de Boer verklaren zich bereid
de benoeming aan te nemen.
(De heer Vergouwen verlaat de vergadering).
IX. Benoeming van drie leden van de Commissie voor de
Huishoudelijke verordeningen en uit dezen van den Voorzitter,
(aftredende leden: de H.H. Mr. A. van der Eist, Voorzitter,
Mr. P. E. Briët en K. Sijtsma).
Achtereenvolgens worden benoemd de heeren:
Mr. A. van der Eist met 24 stemmen; 1 stem was van
onwaarde;
Mr. P. E. Briët met 24 stemmen1 stem was van onwaarde
en K. Sijtsma met 19 stemmen, 6 stemmen waren uitge
bracht op den heer Driessen.
Tot voorzitter van de Commissie wordt benoemd:
de heer van der Eist met 24 stemmen; 1 stem was van onwaarde.
De heeren van der Eist, Briët en Sijtsma verklaren zich
bereid hunne benoemingen aan te nemen.
X. Benoeming van twee leden van de Commissie voor de
Strafverordeningen, (aftredende leden: de H.H. Mr. A. J. Fokker
en Mr. J. H. Carpentier Alting).
Worden benoemd de heeren:
Mr. A. J. Fokker met 18 stemmen; 5 stemmen waren uit
gebracht op den heer van der Pot, 1 stem op den heer
Heeres, 1 stem was van onwaarde
en Mr. J. H. Carpentier Alting met 23 stemmen; 2 stemmen
waren van onwaarde.
De heeren Fokker en Carpentier Alting verklaren zich bereid
de benoeming aan te nemen.
XI. Benoeming van twee leden van de Commissie voor de
Stedelijke fabrieken van Gas en Electriciteit, (altredende leden
de H.H. Mr. P. J. M. Aalberse en J. Korevaar P.Azn.).
(Zie Ing. St. No. 211.)