GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
93
IDGEKOÏIEK STEKKEN.
N°. 180. Leiden, 21 Juni 1913.
De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten,
dat zij geen bezwaar heeft tegen de vaststelling van den staat
Model f! behoorende bij het voorstel van Burgemeester en
Wethouders opgenomen onder n°. 177 der Ingekomen Stukken.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 181.
Leiden, 24 Juni 1913.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te dee-
len, dat zij tegen den in hare handen gestelden suppletoiren
staat van begrooting van het Krankzinnigengesticht »Ende-
geest", de afdeeling voor jeugdige Idioten »Voorgeest" en het
Sanatorium voor Zenuwlijders »Rhijngeest" en de rekening
dier inrichtingen, beide het dienstjaar 1912 betreffende, geene
bedenkingen heeft.
Zij adviseert U tot goedkeuring van dien staat en die
rekening, waarvan de exploitatie een zuivere winst van
f 7220.17 opleverde, over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 182.
Leiden, 24 Juni 1913.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te dee-
len, dat zij geene bedenkingen heeft tegen de navolgende
voordrachten van Burgemeester en Wethouders:
1°. tot regeling op de begrooting voor 1913 van de kosten
der beweegbaarmaking van de Zijlpoortsbrug (Ing. St. No. 168)
2°. tot regeling op de begrooting voor 1913 van de kosten
van inrichting van lokalen in het Caecilia-Gasthuis tot een
tweeklassige school voor zwakzinnige leerlingeh, indien de Raad
tot de oprichting van een dergelijke school besluit (Ing. St.
No. 171);
3°. tot regeling op de begrooting voor Endegeest-Voorgeest-
Rhijngeest van de kosten der verbouwing van het kasteel
»Endegeest" en van de kosten der electrische installatie van
het laboratorium en van de lift op Rhijngeest (Ing. St. No. 174)
4°. tot beschikbaarstelling van een bedrag van 450.—voor
den herdruk van den Catalogus van het Museum in de La
kenhal en tot versterking van den post voor Onvoorziene
Uitgaven, dienst 1913 (Ing. St. No. 175);
5°. tot beschikbaarstelling van een bedrag van f 48000.—
voor de aanvulling van het uitbreidirigs-en vernieuwingsfonds
der Electriciteitsfabriek ten behoeve van de kabel-uitbreiding
in Zoeterwoude, indien de Raad tot deze uitbreiding mach
tiging verleent (Ing. St. No. 176).
Zij geeft U in overweging bij aanneming van deze voor
drachten, tot vaststelling van de daarbijbehoorende begroo-
tingsstaten te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
No. 183.
Leiden, 24 Juni 1913.
In verband met het voorstel van Burg. en Weth. tot goedkeuring
van het ontwerp-exploitatiecontract tusschen de Directie der
Holl. IJz. Sp. Mij. en de Holl. El. Sp. Mij. zij opgemerkt, dat
het volkomen juist gezien is dat het zwaartepunt voor de
gebeente Leiden gelegen is in de in art. 7 omschreven wijze
van verrekening;
dat afgezien van de vraag of het voorgestelde bedrag van
50 of 45 ct. voor eiken K. M. niet te hoog is, deze berekening
veel voor heeft, omdat daardoor alle moeielijkheden, welke
zouden ontstaan bij de berekening der kosten, vooral dan
wanneer de beide Maatschappijen onderling verbonden zullen
zijn, zullen worden voorkomen; en
dat de gemeente Leiden gevoegelijk in het voorgestelde
bedrag van 50 of 45 ct. per Kilometer kan berusten, nu ook
door den Minister van Waterstaat zoowel als door de betrokken
provinciën, wier belangen met die onzer gemeente parallel
loopen, zich bij deze oplossing hebben nedergelegd.
De door Burg en Weth. voorgestelde lezing, dat de Holl. IJz.
Spoorweg Mij. r>ten minsteƒ250 in het reservefonds der Holl.
El. Sp. Mij. moet storten, verdient ten zeerste te worden
gewaardeerd.
De overige wijzigingen geven tot geen opmerking aanleiding.
Resumeerende vereenigen wij ons volkomen met het voorstel
van Burg. en Weth. vervat in het ingekomen stuk dd.
21 Juni '13 N°. 179.
N°. 184. Leiden, 1 Juli 1913.
Het Curatorium van het Gymnasium heeft de eer LJ de
volgende aanbeveling aan te bieden ter voorziening in de
vacature ontstaan door het vertrek van Dr. B. J. H. üvink:
1. Dr. J. C. P. SMITS,
2. H. D. BRASCAMP, litt. hum. doctdus.
3. Dr PH. G. GUNNING.
De bescheiden der verschillende sollicitanten gaan hierbij
terug.
Fockema Andreae, voorz.
D. C. Hesseling, waarn. secr.
Aan den Gemeenteraad.
N°. 185.
Leiden, 1 Juli 1913.
In de Raadszitting van den 5en Juni j.l. werd besloten aan
Mej. Chr. Ligtenberg, leerares in de geschiedenis en aardrijks
kunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes alhier, bui
ten bezwaar van de gemeentekas verlof te verleenen van
1 September 1913 tot 15 Juli 1914.
Overeenkomstig het voorstel van de Commissie van Toezicht
op het Middelbaar Onderwijs hebben wij thans de eer U in
overweging te geven om, gedurende den verloftijd van Mej.
Ligtenberg, met de waarneming harer lessen te belasten Mej.
M. Immink te Deventer, die zich bereid heeft verklaard deze
waarneming op zich te nemen, en zulks op eene bezoldiging
berekend naar 1600.per jaar.
Bij den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs bestaat
tegen deze tijdelijke opdracht geen bezwaar.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Wetb. van Leiden.
N°. 186.
Leiden, 1 Juli 1913.
Aan den Gemeenteraad.
De Commissie van Financiën.
In overleg met den Arrondissements-Schoolopziener, na in
gewonnen bericht van het Hoofd der betrokken school, hebben
wij de eer IJ de volgende voordracht aan te bieden voor de
benoeming van een onderwijzer met verplichte hoofdakte aan
de openbare Jongensschool le klasse alhier, ter voorziening
in de vacature, welke zal ontstaan tengevolge van het aan
den heer S. P. Perdijk met ingang van 15 Augustus 1913
verleend ontslag.
1°. D. DE JONG, onderwijzer met verplichte hoofdakte aan
de openbare lagere school der 3e klasse No. 7 te Leiden;
2°. G. H. NUESINK, onderwijzer met verplichte hoofdakte
aan de openbare lagere school der 3e klasse No. 6 te
Leiden
3°. H. VAN LIENDEN, onderwijzer met verplichte hoofd
akte aan de openbare lagere school der 3e klasse No. 1
te Leiden.
Onder mededeeling, dat de desbetreffende stukken in de
Leeskamer ter inzage liggen, geven wij in overweging tot
de benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 187.
Leiden, 4 Juli 1913.
Aangezien wij ons geheel kunnen vereenigen met het in
nevensgaand schrijven bedoeld advies der Commissie, belast
met het onderzoek der reclames tegen de aanslagen in de
plaatselijke directe belasting, dienst 1912, geven wij U in
overweging overeenkomstig dat advies te besluiten.
De door de Commissie ingezonden lijst, waarin haar advies
is vervat, is in de Leeskamer ter lezing nedergelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, den 3en Juli 1913.
De Commissie, bedoeld in art. 10 der Verordening, regelende
de heffing van eene plaatselijke directe belasting, heeft de eer
hierbij te doen toekomen eene lijst, waarin is vervat haar
advies omtrent één bezwaarschrift tegen een aanslag in de
plaatselijke directe belasting, dienst 1912.
De Commissie voornoemd:
W. Pera, Voorzitter.
S. de Boer Az., Leden
H. J. Zwiers,
Aan den Gemeenteraad van Leiden.