90 door vaststelling van den hierbijgevoegden begrootingsstaat model C, waarin tevens de verhooging van de volgns. 29, 33 en 224 is opgenomen. Op den aldus verhoogden post voor On voorziene Uitgaven is dan, ongeacht de afschrijving van het bedrag ad. 450.— voormeld, een bedrag van 5962.72 be schikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 176. Leiden, 20 Juni 1913. Bij raadsbesluit van 23 Maart 1911 (lngek. Stukken No. 53) werden wij gemachtigd met de gemeente Zoeterwoude eene overeenkomst aan te gaan betreffende de levering van elec- trischen stroom in die gemeente door de Leidsche eleetrici- teitsfabriek en werd een bedrag van ƒ22.000.toegestaan ter bestrijding van de aanlegkosten voor den hoogspannings kabel met transformatorstations, het laagspanningsnet en de huisaansluitingen voor de z.g. Noordbuurt en Zuidbuurt, welke gedeelten der gemeente het eerst voor de stroomlevering in aanmerking kwamen. Voor de kabellegging langs den lloogen Rijndijk werd verder bij raadsbesluit van 5 October 1911 (lngek. Stukken No. 246)) een bedrag van 16.000 toegestaan, terwijl eindelijk bij raadsbesluit van 10 April 1913 (lngek. Stukken No. 93) een bedrag van ƒ40.000werd gevoteerd voor uitbreiding van het aantal aansluitingen in de toeri aan gesloten gedeelten van Zoeterwoude (Noordbuurt, Zuidbuurt, Hooge Rijndijk en Heerenweg), met het oog op de toe neming van het stroomverbruik in die gedeelten. Thans vragen Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit in nevensgaand schrijven eene aanvulling van het Uitbreidings- en Vernieuwingsfonds der electriciteits- fabriek men ƒ30.000 en met 18.000.—voor de uitbreiding van de electriciteitslevering in Zoeterwoude tot de buurt schappen in de Weipoort en langs den Vlietweg. Onzerzijds bestaat hiertegen geen bezwaar, aangezien de gemeente Zoeterwoude een jaarlijksche opbrengst aan elec- trischen stroom (excl. kabelhuur en meterhuur) van resp. ƒ2450.en ƒ1490.voor de nieuw aan te sluiten gedeelten garandeert, welke gar antie naar het oordeel van Commissarissen alleszins voldoende kan worden geacht. Voor nadere bijzonderheden verwijzende naar het schrijven van Commissarissen geven wij U alsnu in overweging: 1°. ons te machtigen met de gemeente Zoeterwoude een overeenkomst aan te gaan, waarbij, met instandhouding van de krachtens r aadsbesluit van 23 Maart 1911 aangegane over eenkomst, de electriciteitslevering in Zoeterwoude wordt uit gebreid tot de buurtschappen in de Weipoort en langs den Vlietweg, onder voorwaarde, dat door de gemeente Zoeterwoude een jaarlijksche opbrengst aarr electrischen stroom (excl. kabel- huur en meterhuur) van resp. ƒ2450.en ƒ1490.wordt gegarandeerd voor die buurtschappen; 2°. over te gaan tot de vaststelling van den hierbij over- gelegden suppletoiren begrootingsstaat, groot ƒ48.000; 3°. te besluiten tot aanvulling van het Uitbreidings-en Ver- nieuwsfonds der Stedelijke Electriciteitsfabriek meteen bedrag van ƒ48.000 onder bepaling, dat jaarlijks door de fabriek aan de gemeente zal worden betaald 4a rente van het door haar geleende kapitaal en dat te beginnen met het jaar 1914 jaarlijks 5% zal worden bestemd tot aflossing van schuld of belegging van kapitaal. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden Leiden, 2 Juni 1913. Bij dezen hebben wij de eer het volgende onder Uwe aan dacht te brengen. Van het gemeentebestuur van Zoeterwoude is bij de Directie der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit een verzoek ingekomen om het kabelnet in de gemeente Zoeterwoude uit te breiden zoodanig, dat de inwoners van de buurtschappen in de Weipoort en langs den Vlietweg ook van stroom kon den worden voorzien. Voor deze uitbreidingen is noodig eene kapitaalsuitgave van resp. 30.000.voor de Weipoort en 18.000.voor den Vlietweg, totaal 48.000.- waartegen over van de gemeente Zoeterwoude een gegarandeerde jaar lijksche opbrengst aan electrischen stroom (excl. kabel- en meterhuur) van resp. 2450,en 1490,totaal ƒ3940,— voor deze nieuw aan te sluiten gedeelten is verlangd geworden. De Raad van Zoeterwoude heeft met zijn besluit van 19 Mei j.l. deze garantie aanvaard, zoodat wij Uw College ver zoeken thans bij den Gemeenteraad van Leiden een voorstel aanhangig te willen maken tot: 1°. uitbreiding van de stroomlevering in Zoeterwoude tot de bovenvermelde buurtschappen; 2°. aanvulling van het Vernieuwings- en Uitbreidingsfonds der Stedelijke Electriciteitsfabriek met een bedrag van 48.000,met de bepaling, dat jaarlijks van dit bedrag door de fabriek zal worden betaald 47a in terest, en dat aan te vangen met het jaar 1914 jaarlijks 5% van bovenvermeld kapitaal zal worden afgelost, zooals gebruikelijk is. Ter toelichting diene, dat de stroomlevering geheel zal geschieden krachtens de gesloten- overeenkomst met de ge meente Zoeterwoude betreffende de levering van electriciteit in die gemeente door de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, goedgekeurd bij raadsbesluit van 23 Maart 1911. Door den Raad van Zoeterwoude is voor elk der bedoelde buurtschappen een afzonderlijk bedrag gegarandeerd, hetgeen ook het geval is voor de overige gedeelten van Zoeterwoude. In de in dezen bedoelde aanvraag voor aanvulling van het Vernieuwings- en Uitbreidingsfonds der Stedelijke Electrici teitsfabriek met 48.000,— is in afwijking met vorige aan vragen, waarbij aflossingen resp. van 6 en 67s zijn aan genomen, voorgesteld jaarlijks 5% af te lossen. De aflos singen van 6 en 6V2 zijn vastgesteld in verband met den duur van het contract, dat met Zoeterwoude is afgesloten en dat in 1928 eindigt. Vroeger is aangenomen, dat met het eindigen van het contract ook de stroomlevering zou zijn afgeloopen. Aangezien echter door de Regeering aan Leiden eene concessie zal worden verleend tot stroomlevering in de omliggende ge meenten, waartoe ook Zoeterwoude behoort, kan vvo' den aan genomen, dat ook ra 1928 nog electriciteit zal worden ge leverd. De levensduur der kabels kan op 25 tot 30 jaar worden gesteld. Eene aflossing van 5%, zooals die in de Verordening op het beheer der Fabrieken van Gas en Electriciteit (Gemeente blad n°. 13 van 1911) wordt voorgeschreven, mag dus vol doende worden geacht. Wij meeneri Uw College er nog opmerkzaam op te moeten maken, dat bij raadsbesluit van 10 April 1913 een bedrag van 40.000,ten behoeve van de uitbreiding der electri- citeitsvoorziening van Zoeterwoude werd toegestaan, zijnde 30.000,ter dekking van de kosten van uitbreidingen, welke reeds zijn gemaakt, en 10.000,voor uitbreiding van het aantal aansluitingen in de reeds aangesloten gedeelten van Zoeterwoude (Noordbuurt, Zuidbuurt, Hooge Rijndijk en Heerenweg), waar het stroomverbruik zooals uit onderstaand overzicht blijkt, sterk toeneemt. 1911 1912 Geraamd voor 1913 Stroomopbrengst (excl. kabel- en meterhuur) 3.163,78 12.114,55 16.500,— Verkochte K.W.U. 31.110 160.173 230.000 Het thans aangevraagde bedrag zal uitsluitend dienen voor de nieuw aan te sluiten buurtschappen in de Weipoort en langs den Vlietweg. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, N. C. de Gijselaar, Voorzitter. P J. M. Aalberse. J. Korevaar. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 177. Leiden, 20 Juni 1913. Blijkens een door het Bestuur der Stedelijke Werkinrichting ingezonden suppletoiren staat van begrooting dier Instelling, over het dienstjaar 1912, zal, ter dekking van het nadeelig slot, der exploitatie over het vorige jaar, de aan die inrichting verleende subsidie over 1912, ad 4500.—, verhoogd dienen te worden met een bedrag van 204.77. Aangezien dit bedrag gevoegelijk kan gevonden worden uit het restant van den post «Onvoorziene Uitgaven", waarop nog f 1791.beschikbaar is, stellen wij Uwe Vergadering voor de aangevraagde verhooging der subsidie te verleenen, door vaststelling van den hierbij overgelegden staat van af- en overschrijving. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 178. Leiden, 21 Juni 1913. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te dee- len, dat zij tegen den in hare handen gestelden suppletoiren staat van begrooting, dienst 1912, van de Stedelijke Werk inrichting en den staat van af- en overschrijving, dienst 1912, dier instelling, geene bedenkingen heeft. Zij stelt U voor beide staten goed te keuren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1913 | | pagina 6