DONDERDAG 22 MEI 1913. 71 3°. Verzoek van de Nationale Vereeniging tegen de Werk loosheid om als lid tot die vereeniging toe te treden. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 4°. Missive van W. F. Leemans, houdende aanbieding namens zijne overleden zuster, wijlen Mej. M. H. Leemans, van een juweelen speld ten behoeve van het Stedelijk Museum. Dit stuk luidt als volgt Warmond, 29 April 1913. Aan den Raad der gemeente Leiden. Mijne zuster, wijlen Mejuffrouw Maria, Hillegonda, Leemans, te Leiden overleden 9 April j.l., heeft mij opgedragen om bijgaanden speld met juweelen, en letter M. ten geschenke aan te bieden voor het stedelijk Museum te Leiden. Aan dezen speld en dit gaf mijne zuster aanleiding tot bedoeld geschenk is de bizonderheid verbonden dat Maxi- miliaan van Oostenrijk, de (later) Keizer van Mexico, bijeen herhaald bezoek aan het Rijks Museum van Oudheden te Leiden, onder wetenschappelijk geleide van onzen vader Dr. Conradus Leemans, Directeur van het Museum, bij het afscheid, hem tot herinnering dezen speld aanbood. Ondergeteekende heeft de eer te zijn van uwen Raad de dienstw. dienaar W. F. Leemans, c. i. Staatsraad i. b. d. De Voorzitter. Ik stel voor dit geschenk te aanvaarden en aan den heer Leemans dank te betuigen voor de aanbie ding daarvan. Daartoe wordt onder teekenen van instemming besloten. 5°. Verzoek van de Leidsche Koetsiersvereeniging «Verbetering zij ons Streven" in zake het verstrekken van rijbewijzen aan stalhouders en sleeperskoetsiers. Dit stuk luidt als volgt: Aan den Raad der Gemeente Leiden Geven met den verschuldigende eerbied te kennen onder geteekende Johannes van Leeuwen en Buis Hoek beiden koetsiers in hunne hoedanigheid van President en secretaris der Leidsche Koetsiers-Vereeniging «Verbetering zij ons streven" erkend bij Kon. Besluit 18 November 1911 die deze ver eeniging vertegenwoordigend en in opdracht van die vereeniging handelende. Dat zij uw geacht college verzoek, te willen besluiten dat er rijbewijzen worden verstrekt aan de stalhouders en sleepers koetsiers en strafbaar worden gesteld het rijden zonder rij bewijs. dat de rijbewijzen afgegeven worden aan koetsiers binnen de gemeente Leiden, en aan hen die dagelijks in de gemeente vertoeven, zooals melk en groente venters uit de omliggende dorpen, en zulks omdat het dikwijls voorkomt, dat er onge lukken worden veroorzaakt, ja, zelfs personen die niet met paarden kunnen omgaan, die als koetsiers optreden, hetgeen een belemmering te weeg brengt in het openbaar verkeer. Redenen waarom adressante zich tot uw Achtbaar College wendt, met het eerbiedig verzoek, het bovenstaande in gunstige overweging te willen nemen. 't Welk doende J. v. Leeuwen, Precident. B. Hoek, Secretaris. Piethuibershof 18. De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders zijn van meening, dat dit verzoek van de Koetsiersvereeniging niet voor inwilliging vatbaar is. Wij kunnen onmogelijk van iedereen, die met een rijtuig in de stad komt, een rijbewijs gaan vorderen. Dat zou iets wezen, dat uit den tijd is! Wij hebben met de poorten en de wallen om de stad afgedaan, maar nu zouden wij door op dit verzoek in te gaan, weer een soort muur- om de stad gaan plaatsen, door als het ware een stedelijk monopolie in het leven te roepen. Hoeveel mensehen komen er niet eiken dag per rijtuig uit andere gemeenten de stad binnen; van al die rijtuigbestuurders een rijbewijs te vorderen gaat naar onze meening niet aan. Die eisch kan niet worden gesteld, gesteld al, dat het mogelijk zou zijn om dit in een gemeentelijke verorde ning vast te stellen, hetgeen ik voor het oogenblik wil daarlaten. Burgemeester en Wethouders stellen daarom voor om dit adres in de Leeskamer ter inzage neder te leggen. Zijn er dan leden, die met een zelfstandig voorstel willen komen, dan kan dit later in behandeling worden gebracht. Aldus wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming besloten. 6°. Amendement van den heer C. J. van Tol op het voor stel tot wijziging der «Bepalingen omtrent minimum loon en maximum arbeidsduur in bestekken van Gemeentewerken". Dit stuk luidt als volgt: Aan den Gemeenteraad. In het ingekomen stuk N°. 125 van 25 April 1913 wordt door Burg. en Weth. voorgesteld de bepalingen omtrent minimum-loon en maximum-arbeidsduur te wijzigen in dier voege, dat alleen het uurloon van een opperman of sjouwer gebracht wordt van 17 op 18 cent per uur. De ondergeteekende stelt aan den Raad voor bovengenoemde bepalingen in haar geheel te wijzigen en alzoo te lezen als volgt Art 1. Den aannemer enz. a) aan een steenhouwer, timmerman, metselaar of stuca- door26 cents per uur. b) aan een verver, loodgieter of smid 22 c) behanger, witter of grond werker 21 d) opperman of sjouwer19 Leiden 3 Mei 1913. C. J. van Tol. Zal worden behandeld bij punt 22 der agenda. 7°. Missive van den heer J. Roem naar aanleiding van het voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor den bouw eener nieuwe Iloogere Burgerschool voor Jongens. Zal worden behandeld bij punt 21 der agenda. 8°. Verzoek van de Vereeniging tot bestrijding der tuber culose om weder in het genot te worden gesteld van een subsidie van 1250. Zal worden behandeld bij de begrooting. 9°. Verzoek van de Leidsche Duinwater-Maatschappij om vergunning tot uitbreiding van het buizennet in een gedeelte der gemeente-Oegstgeest. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 10°. Amendement van de heeren Sijtsma, Botermans en van der Eist op het voorstel tot wijziging der «Bepalingen omtrent minimum loon en maximum arbeidsduur in bestekken van gemeentewerken". Dit stuk luidt als volgt: Leiden, 16 Mei 1913. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Ondergeteekenden hebben de eer voor te stellen art. 1 van de «Bepalingen omtrent minimumloon en maximumarbeids- duur in bestekken van gemeentewerken", vastgesteld bij Raads besluit van 28 Maart 1901 en gewijzigd bij besluiten van 14 Mei 1903, 5 Mei 1904, 10 October 1907 en 21 Maart 1912, te lezen als volgt: «Den aannemer wordt de verplichting opgelegd aan zijne werklieden, die bij de uitvoering van de in dit bestek be schreven werken werkzaam zijn, geen lager loon te betalen dan a. aan een steenhouwer26 ets. per uur. b. timmerman, metselaar of stucadoor 25 c. smid23 d. verver, behanger of loodgieter 22 e. witter of grondwerker21 opperman of sjouwer20 En artikel 5, eerste alinea: «Den aannemer wordt de verplichting opgelegd zijn werk lieden, werkzaam voor het in dit bestek bedoelde werk, niet langer te doen arbeiden dan 10 uur per etmaal". Voorts stellen zij voor deze wijzigingen te doen ingaan op 1 April 1914. K. Sijtsma. J. Botermans. Zal worden behandeld bij punt 22 der agenda. 11°. Verzoek van W. Huizebosch te Vogelenzang ter beko ming in eigendom van een stuk van den berm langs de Haar lemmertrekvaart. 12°. Verzoek van de Vereeniging «Zuigelingenzorg" om toe kenning van een subsidie ad f 500. 13°. Verzoek van R. van der Laan om eervol ontslag als onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de school der 4e klasse No. 2. 14°. Verzoek van het Comité ter voorbereiding en uitvoe ring van «Plan 1913" om een crediet van ƒ3500.in de kosten der feestviering. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 15°. Verzoek van de Leidsche Vereeniging tegen winkel sluiting om terug te komen op het besluit in zake de ver- A. VAN DER ELST.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1913 | | pagina 3