GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 75 INGEKOMEN ITIJKKEM. N°. 146. Leiden, 21 Mei 1913. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij geene bedenking heeft tegen de door Burgemeester en Wethouders bij hunne voordracht dd. 16 Mei jl. (Ing. St. No. 143) voorgestelde overneming van terreinen, onder de daarbij vermelde voorwaarden, noch tegen de begrootings- regeling ten opzichte van de daaraan verbonden kosten van demping, rioleering en bestrating. Zij adviseert U derhalve dienovereenkomstig te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. No. 147. Leiden, 22 Mei 1913. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij tegen de in hare handen gestelde rekening, dienst 1912, der Gemeentelijke Bank van Leening, geene bedenkingen heeft. Zij adviseert IJ derhalve die rekening, welker exploitatie een voordeelig saldo van 17.95 aanwijst, goed te keuren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. No. 148. Leiden, 22 Mei 1913. Wij hebben de eer Uwe Vergadering de navolgende voor drachten aan te bieden voor de benoeming van een onder wijzer met verplichte hoofdakte aan de openbare school der 4e klasse N°. 2 en aan de openbare school der 3e klasse N°. 3 alhier, ter vervulling van de vacatures welke zijn ont staan, tengevolge van het ontslag, verleend aan de heeren J. Laterveer en D. Douma. School der 4e klasse N°. 2. 1°. A. P. BOGAERT, onderwijzer te Woensdrecht; 2°. J. VAN LOO, hoofd der school te Nieuwdorp; 3°. K. W. BEERENS, onderwijzer te Westzaan. School der 3e klasse N°. 3. 1°. J. VAN LOO, hoofd der school te Nieuwdorp; 2°. A. P. BOGAERT, onderwijzer te Woensdrecht; 3°. J. Th. VAN HAGEN, onderwijzer te Zevenaar. Onder mededeeling, dat deze voordrachten zijn opgemaakt in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener, na in gewonnen bericht van de Hoofden der betrokken scholen, en dat de desbetreffende stukken in de Leeskamer ter inzage liggen, geven wij U in overweging tot de benoemingen over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 149. Leiden, 22 Mei 1913. Tegen inwilliging van bijgaand verzoek van den heer R. van der Laan, om eervol ontslag als onderwijzer met ver plichte hoofdakte aan de openbare lagere school der 4e klasse N°. 2 alhier, bestaat bij ons geen bezwaar. Wij geven U derhalve in overweging aan den heer R. van der Laan, op diens verzoek, eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de openbare lagere school der 4e klasse N°. 2 alhier en dat ontslag te doen ingaan op 16 Augustus 1913. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 9 Mei 1913. Edelachtbare Heeren, Hierbij heeft ondergeteekende de eer UEd. te berichten, dat hij is benoemd tot onderwijzer bij het O. L. O. te Amsterdam. Daarom heeft hij de eer met ingang van 16 Augustus 1913 eervol ontslag aan te vragen als onderwijzer aan de O. L. S. der 4e klasse N° 2. Met verschuldigden eerbied heeft ondergeteekende de eer te zijn, Edelachtbare Heeren Uw dw. dnr. R. v. n. Laan Jz. Aloëlaan 15, Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. No 150. Leiden, 22 Mei 1913. Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van Mej. C. Ligtenberg en onder overlegging van het daaromtrent door de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs uitgebracht advies, hebben wij de eer U te berichten, dat ook bij ons college tegen de inwilliging van het verzoek geen bezwaar bestaat. Wij geven U derhalve in overweging aan Mej. C. Ligten berg, leerares in de geschiedenis en aardrijkskunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes alhier, buiten bezwaar van de gemeentekas verlof te verleenen van 1 September 1913 tot 15 Juli 1914. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 15 Mei 1913. Onder terugzending van het adres van Mejuffrouw 0. Ligtenberg, dat in onze handen werd gesteld bij Uwe missive van 18 April j.l. N°. 10a/32, hebben wij de eer Uw College mede te deelen, dat er dezerzijds tegen het verleenen van het gevraagd verlof geen bezwaar bestaat. Wij geven U mitsdien in overweging den Raad voor te stellen aan deze leerares een verlof van 1 September 1913 tot 15 Juli 1914 te verleenen en hopen U weldra een voor stel inzake de waarneming der lessen van Mejuffrouw Ligten berg te kunnen doen. De Commissie v. Toezicht o/h. M. O. P. Zeeman Gz„ Voorzitter. Q. J. Terpstra, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de onderge teekende, leerares in de Geschiedenis en Aardrijkskunde aan de Gemeentelijke Hoogere Burgerschool voor Meisjes alhier, dat zij gaarne verlof zou bekomen om van 1 September 1913 tot 15 Juli 1914 een plaatsvervangster in hare betrekking te stellen, zonder bezwaar voor de gemeentekas, ten einde hier door in de gelegenheid te zijn haar proefschrift af te maken en zich voor te bereiden voor de promotie. Hetwelk doende enz. Catharina Ligtenberg. Leiden, 14 April 1913. Heerengracht 4. N°. 151. Leiden, 23 Mei 1913. Wij hebben de eer U hierbij over te leggen een lijst van aangeslagenen op het kohier der plaatselijke directe belasting naar het inkomen over 1912, die de gemeente hebben verla ten of overleden zijn. Wij stellen U voor op hunne aanslagen afschrijving te verleenen tot de bedragen in kolom 11 van die lijst vermeld. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 152. Leiden, 23 Mei 1913. Wij hebben de eer u hierbij ter vaststelling aan te bieden het kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1913, waarvan de proefdrukken aan de raadsleden zijn toegezonden. Bij de gemeentebegrooting voor 1913 is de opbrengst dezer belasting geraamd op 429.589.Aangezien ons evenwel door Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit is medegedeeld, dat een hoogere winst dier fabrie ken, ad f 22.000.kan worden verwacht, dan waarop bij de vaststelling der begrooting werd gerekend, kan het te beffen bedrag tot f 407.589.worden teruggebracht. Na aftrek der vermoedelijke opbrengst der Suppletoire kohieren en van het Forensenkohier en na verhooging van het daarna verkregen bedrag met een som, wegens verlies voor kwade posten, zal het te heffen bedrag bedragen 415.368.45. Bij een vermenigvuldigingscijferéén zou de opbrengst der belasting bedragen ƒ83.058.76. Teneinde derhalve een opbrengst van 415.368.45 te verkrijgen, moet men het vermenig vuldigingscijfer vaststellen op 5. Het heffingspercentage van het belastbaar inkomen is derhalve gelijk aan dat van 1912. Op grond van het vorenstaande geven wij U alsnu in overweging 1°. Over te gaan tot de vaststelling van den hierbij overge- legden begrootingsstaat, model C; 2°. over te gaan tot de vaststelling van het kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1913, tot een totaal bedrag van f 9.349 360.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1913 | | pagina 1