GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
35
meeEOHGX sn it k r.>.
N°. 81. Leiden, 11 Maart 1913.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te
deelen, dat de navolgende voordrachten van Burgemeester
en Wethouders bij haar geen bezwaar ontmoeten
a. tot beschikbaarstelling op den dienst 1913 van een be
drag van f 5000 voor den aankoop van vuilnisemmers
(Ing. St. no. 69);
b. tot aankoop van het perceel St. Jacobsgracht 4 ten be
hoeve van den gemeentelijken reinigingsdienst (Ing. St.. no. 70);
c. tot intrekking van de «verordening regelende de hel
ling en de invordering eener belasting voor het gebruik van
het lokaal voor groenteveilingen", ingeval de Raad tot ver
huring van dat lokaal aan de Leidsche Tuinders-Patroons
Vereeniging besluit (Ing. St. no. 72);
d. tot aankoop van de perceelen Lammermarkt nis 28, 42
en 44 en 2e Binnenvestgracht no. 2 (Ing. St. no. 73).
Zij geeft U in overweging, bij aanneming van de voor
drachten sub et, b en d de daarbij behoorende begrootings-
staten tevens vast te stellen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 82. Leiden, 14 Maart 1913.
Zooals U bekend is, worden tot Uwe Vergadering gerichte
adressen van vereenigingen, bonden en anderen, welke betrek
king hebben op onderwerpen, vreemd aan de orde van den
dag, hier ter stede in den regel, hetzij in handen van ons
College gesteld ten fine van praeadvies, hetzij zonder meer
voor kennisgeving aangenomen.
Deze gewoonte heeft echter zijne bezwaren, aangezien het
meermalen voorkomt, dat adressen worden ingediend, waar
omtrent naar onze meening geen praeadvies moet worden
uitgebracht, doch ten opzichte waarvan aanneming voor kennis
geving zonder meer toch ook minder gewenscht kan zijn.
Aanbeveling verdient het o. i. daarom, dat ook hier, even
als in verschillende andere groote gemeenten wij noemen
slechts Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Haarlem en Arnhem
in die gevallen een middenweg wordt ingeslagen en wel hierin
bestaande, dat dergelijke adressen na voorlezing in den Raad
in de Leeskamer ter visie worden gelegd. Ieder Uwer leden
is dan in de gelegenheid a tête reposée van den inhoud kennis
te nemen en desgewenscht zelfstandig een voorstel dienaan
gaande in te dienen.
Het is derhalve ons voornemen, U in den vervolge, na de
voorlezing in den Raad, voor te stellen de bovenbedoelde
adressen, waaromtrent naar ons oordeel noch het uitbrengen
van praeadvies, noch aanneming voor kennisgeving zonder
meer gewenscht is, in de Leeskamer ter inzage van de leden
neder te leggen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 83. Leiden, 14 Maart 1913.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering de navolgende voor
dracht aan te bieden voor de benoeming van een onderwijzer
aan de openbare lagere school der 3e klasse No. 2 alhier, ter
vervulling van de vacature welke den len April a. s. zal ont
staan, tengevolge van het met ingang van dien datum verleend
ontslag aan deri onderwijzer, den heer J. Eeftens.
1°. W. A. VAN BEZOOIJEN, onderwijzer aan de O. L. school
te Nieuwerkerk a./d. IJsel;
2°. W. M. J. BURGER, onderwijzer aan de O. L. school te
Moordrecht
3°. W. KOUTSTAAL, onderwijzer aan de L. school I te
Katwijk aan Zee.
Onder mededeeling, dat deze voordracht is opgemaakt in
overleg met den Arrondissements-Schoolopziener,na ingewonnen
bericht van het Hoofd der school, en dat de desbetreffende
stukken in de Leeskamer ter inzage liggen, geven wij u in
overweging alsnu tot de benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 84. Leiden, 15 Maart 1913.
De voor uitbreiding der Gasfabriek, der Electriciteitsfabriek
en voor de op te richten installatie voor vuilverbranding aan
gekochte perceelen zijn grootendeels reeds gesloopt en zullen
in den loop van de volgende maand alle gesloopt zijn.
Als gevolg hiervan zullen het Vogelstraatje en de West-
Volmolensteeg geheel aan den publieken dienst kunnen wor
den onttrokken en aan de terreinen van de genoemde fabrie
ken worden verheeld. Ten opzichte van het Vogelstraatje
heeft de onttrekking aan den openbaren dienst reeds bij raads
besluit van 1 Juni 1911 plaats gehad over een oppervlakte
van 20 M2.het restant van dit straatje heeft een oppervlakte
van 140 M2., de Westvolmolensteeg eene van 190 M2.
Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten het
resteerende gedeelte van het Vogelstraatje en de geheele West
volmolensteeg, (een en ander op de bijgaande situatieteekening
met roode arceering aangegeven), aan den openbaren dienst
te onttrekken en dat terrein te verheelen aan de bij de Stede
lijke Fabrieken van Gas en Electriciteit in gebruik zijnde
terreinen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 85. Leiden, 20 Maart 1913.
Op 14 April a. s. eindigt de huur van het perceel aan de
Lokhorststraat No. 18, laatstelijk krachtens raadsbesluit van
21 Maart 1912 (Ingek. St. No. 71) voor den tijd van één jaar
verhuurd aan C. M. van Halderen voor f 130.per jaar.
Aangezien de huurder contractueel weder voor den tijd van
één jaar gebonden is en ons College tegen de verlenging der
huur geen bezwaar heeft, geven wij U in overweging het
perceel aan de Lokhorststraat No. 18 wederom voor den tijd
van één jaar, ingaande 15 April 1913, te verhuren aan C. M.
van Halderen, voornoemd, voor de som van f 13u.per jaar,
onder de bestaande voorwaarden, doch, overeenkomstig ons
voorstel, opgenomen onder No. 58 der Ingek. Stukken, in dien
zin gewijzigd, dat de buur wordt geacht telkens voor één jaar
te zijn verlengd, indien zij niet vier maanden vóór het eindigen
van het huurjaar door den huurder schriftelijk is opgezegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. var. Leiden.
N°. 86. Leiden, 20 Maart 1913.
Op 30 April e. k. eindigt de pacht der invordering van
de tolgelden aan het Zijlhek bij de Spanjaardsbrug, welke
laatstelijk, na gehouden openbare verpachting, voor den tijd
van 5 jaren werd gegund aan H. Tijhuis, tolpachter te Ambt-
Almelo, tegen een pachtsom van 2150.per jaar.
Voor eenigen tijd verzocht de pachter ons te willen be
vorderen dat de pacht voor 5 jaren werd verlengd, doch
tegen eene vermindering van de pachtsom met op zijn minst
500 per jaar, op grond van de zeer beduidende verminde
ring van de ontvangsten aan het tolhek na de opening van
de spoorlijn naar de Haarlemmermeer.
Hoewel het te verwachten, was dat de opening van den
spoorweg LeidenHoofddorp een schadelijken invloed zou
uitoefenen op de ontvangsten aan bedoelde tol, vonden wij
toch geen termen om op een zóó belangrijke pacht verminde
ring gunstig te adviseeren wij stelden daarom den pachter
voor, na inzage te hebben genomen van de ontvangstcijfers
vóór en na de opening van de spoorlijn, om met eene pacht-
vermindering van f 300.genoegen te nemen. De pachter
wenschte daar echter niet op in te gaan. De onderpachter
W. Ramp, die gedurende den geheelen loopenden pachttermijn
voor den pachter Tijhuis de tol bedient en daar woont, ver
klaarde zich evenwel bereid op deze conditie de tol voor 5 jaren
te pachten; wel is ook volgens zijne meening een verminde
ring van pachtsom met 500.alleszins billijk en is een
vermindering met f 300.feitelijk te gering, maar hij neemt
ten slotte toch met dit laatste bedrag genoegen, uit over
weging dat hij op de tolpachterswoning nu eenmaal zijn
boerderij gevestigd heeft, zijn land in de onmiddellijke nabij
heid daarvan ligt en, nu hij door het een met het ander
daar een bestaan vindt, ongaarne de tol verlaten wil.
De gemeente Leiden heeft bij deze pachtvermindering geen
schadezooals U bekend is, zal de uitkeering aan Alkemade
met gelijk bedrag van f 300.verminderen, zoodat die ge
meente het nadeel lijdt. Ook is het o.i. niet te verwachten,
dat uit een openbare verpachting een hoogere opbrengst zal
worden bedongen.
Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten de in
vordering der tolgelden aan het Zijlhek ondershands voor den
tijd van 5 jaren, ingaande 1 Mei 1913^ te verpachten aan
Willem Ramp, te Leiderdorp, tegen een pachtsom van f 1850.—
per jaar en verder onder de bestaande voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.