172
duidelijk door de vastgestelde redactie wordt weergegeven. In
dit artikel wordt n.l. sub. a. verboden (behalve eene hier
niet ter zake doende uitzondering voor de markten,) op den
openbaren weg met een tafel, kraam, wagen of ander voor
werp eene standplaats in te nemen of »op andere wijze"
koopwaren uit te stallen, een en ander, tenzij men daartoe
vergunning van B. en W. heeft bekomen.
Van deze verbodsbepaling was in de eerste plaats de be
doeling, dat het zonder uitdrukkelijke vergunning van B. en W.
niet geoorloofd zou zijn op den openbaren weg eene stand
plaats in te nemen, voor welk doeleinde men die standplaats
ook wenschte te gebruiken. Toch zou men uit de gekozen
redactie van het artikel met min of meer recht kunnen
opmaken, dat dit innemen van een standplaats slechts dan
verboden is, indien men daarbij tevens koopwaren uitstalt.
Immers de slotwoorden van het artikel »of op andere wijze
koopwaren uit te stallen" zouden volgens sommigen aandui
den, dat ook het daaraan voorafgaand verbod van «standplaats
innemen" niet anders dan »een wijze van koopwaren uit
stallen" betrof.
Bij deze lezing zou dus ieder zich (b. v. met rijtuigen of
automobielen) in onze gemeente vrijelijk een standplaats op
den openbaren weg kunnen uitkiezen, wanneer men daarbij
slechts zorg droeg geen koopwaren uit te stallen.
Het komt onze Commissie geraden voor een dergelijke
interpretatie van het artikel voor het vervolg onmogelijk te
maken en wij zijn van meening, dat dit door eene redactie
wijziging, zooals hieronder is afgedrukt, zal kunnen worden
bereikt.
Derhalve hebben wij de eer U nevensgaande conceptver
ordening ter vaststelling aan te bieden.
De Commissie voor de strafverordeningen.
Aan den Gemeenteraad.
VERORDENING houdende wijziging der verordening op de
Straatpolitie van den 2den Mei 1912 (Gem. blad No. 17).
Eenig Artikel.
Artikel 22 van de Verordening op de Straatpolitie wordt
gelezen als volgt:
Art. 22.
Het is verboden, tenzij met schriftelijke vergunning van
Burgemeester en Wethouders op den openbaren weg:
a. met eenig vervoermiddel, met een tafel, kraam of eenig
ander voorwerp een standplaats in te nemen
b. koopwaren uit te stallen;
c. vee te plaatsen.
Deze verbodsbepalingen zijn niet van toepassing op de door
den Gemeenteraad aangewezen marktplaatsen gedurende de
voor de markt bestemde tijden; doch wat betreft de verbods
bepaling sub a. alleen voorzoover de daargenoemde voor
werpen gebezigd worden om koopwaren uit te stallen.
N°. 298. Leiden, 11 December 1912.
Bij hare missive van den 21 November 1912, n°. 47/5
deed de Gezondheidscommissie ons haar advies toekomen naar
aanleiding van een door haar ingesteld onderzoek naar den
woningtoestand van de perceelen Hof van zessen nis 4, 5,
6, 7, 8, 9 en 10. Naar hare meening behoorde tot onbewoon
baarverklaring dier perceelen te worden overgegaan.
Bij een van onzentwege ingesteld onderzoek is ons gebleken,
dat de genoemde perceelen, waarvan een viertal onbewoond
is, terwijl de ramen met planken zijn dichtgespijkerd, wegens
geringe oppervlakte en hoogte, vocht en den overigens zeer
vervallen toestand inderdaad ter bewoning ongeschikt zijn en
niet door het aanbrengen van verbeteringen in bewoonbaren
staat kunnen gebracht worden.
Onder overlegging van het advies der Gezondheidscommissie
en van het aan ons uitgebracht rapport van den Inspecteur
der Bouwpolitie geven wij U mitsdien in overweging de
bovenvermelde woningen onbewoonbaar te verklaren en te
gelasten, dat die perceelen ontruimd moeten zijn binnen zes
maanden, te rekenen van den dag, waarop de tijd tot voor
ziening is verstreken of het besluit tot onbewoonbaarverkla
ring is gehandhaafd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 299. Leiden, 11 December 1912.
Door het bestuur van de afdeeling Leiden der Zuid-llolland-
sche vereeniging »Het Groene Kruis" is tot ons College het
verzoek gericht, om ten behoeve van eenige te houden cur
sussen in Eerste hulp bij Bedrijfsongevallen gedurende een
dertigtal avonden een verwarmd en verlicht lokaal in een of
ander gemeentegebouw beschikbaar te stellen of, indien dit
niet mogelijk is, eene subsidie van ƒ30.— aan de afdeeling
toe te kennen, teneinde daarvoor een geschikt lokaal te huren.
Het komt ons voor, dat er wel termen zijn om de afdeeling
eene kleine tegemoetkoming in deze te verleenen. Aan ver
schillende vereenigingen voor wijkverpleging, wier werkzaam
heden zich op soortgelijk gebied bewegen als »Het Groene
Kruis", wordt immers ook van gemeentewege subsidie gegeven.
Bovendien is de afdeeling bereid desgewenscht eenige agenten
van politie in de gelegenheid te stellen de cursussen als toe
hoorders bij te wonen.
Met de Commissie van Fabricage zouden wij aan het toe
kennen van een subsidie van ƒ30.verre de voorkeur geven
boven het afstaan van een lokaal. Een geschikt lokaal toch is niet
gemakkelijk aan te wijzen, aangezien aan het in gebruik geven
van een schoollokaal of van een der lokalen van het Cholera-
hospitaal nog al bezwaren verbonden zijn.
Het afstaan van schoollokalen moet naar ons oordeel, zooals
(J bekend is, zooveel mogelijk worden beperkt, terwijl in de
inrichting van het Cholerahospitaal, dat steeds voor opneming
van patiënten beschikbaar moet zijn, ongewenschte wijzigin
gen zouden moeten plaats hebben, zoodat dus ook een lokaal
van dat gebouw liever niet moet worden afgestaan voor het
gevraagde doel.
Bovendien zullen de kosten van verwarming en verlichting
gedurende een dertigtal avonden allicht meer bedragen, dan
de gevraagde subsidie van ƒ30.
Tenslotte is ons gebleken, dat ook 't bestuur zelf een sub
sidie van ƒ30 prefereert, aangezien zij dan een geschikt cur
suslokaal kan huren naast de bijzondere school op de Pieters
kerkgracht, alwaar de vereeniging reeds een bewaarplaats
voor hare benoodigdheden heeft.
Op grond van een en ander geven wij U mitsdien in over
weging
a. aan de afdeeling Leiden der Z. Holl vereeniging «Het
Groene Kruis" voor de door haar te houden cursussen in
Eerste hulp bij Bedrijfsongevallen een subsidie te verleenen
ten bedrage van 30 in totaal, onder voorwaarde, dat desge
wenscht een nader met ons College overeen te komen aantal
agenten van politie in de gelegenheid wordt gesteld de cur
sussen kosteloos als toehoorders bij te wonen
b. door vaststelling van nevensgaanden begrootingsstaat,
dienst 1913, de vereischte gelden beschikbaar te stellen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 300. Leiden, 12 December 1912.
Zooals U bekend is, is bet brandweerpersoneel verzekerd,
krachtens de Ongevallenwet 1901. tegen de geldelijke gevolgen
van ongevallen, in de uitoefening van het bedrijf overkomen.
De schadevergoeding omvat zoowel genees- en heelkundige
behandeling als eene geldelijke uitkeering vari ten hoogste
70 van het dagloon van den verzekerde.
Deze laatste uitkeering nu wordt voor het brandweerper
soneel, dat per uur werkelijk gepresteerden dienst wordt
betaald, wegens het geringe aantal werkuren per jaar, zóó
uiterst klein, dat in dit opzicht van een «verzekering" be
zwaarlijk sprake kan zijn; uit de literatuur over dit onder
werp blijkt herhaaldelijk, dat als tijdelijke uitkeering (in geval
van tijdelijke ongeschiktheid tot werken) of als rente (in geval
van blijvende ongeschiktheid) een bedrag van nauwelijks 1
cent per dag wordt toegekend.
Het behoeft wel geen betoog, dat met een dergelijke ver
zekering tegen ongevallen, overkomen in diensten, welke vrij
willig wor den bewezen, de gemeente moreel niet volstaan kan,
afgescheiden nog hiervan, dat de animo tot toetreding bij de
vrijwillige brandweer er niet door wordt bevorderd.
Wij hebben dan ook naar middelen uitgezien, om iri dit
opzicht eene regeling te treffen, die zoowel het verzekerde
personeel als de gemeente bevredigen kan. Aangezien noch de
verordeningen op het verleenen van pensioen aan gemeente
ambtenaren en hunne weduwen en kinderen, noch het wprk-
liedenreglement, noch de verordening van 1893 (Gem.blad
No. 3) in zake het verleenen van vergoeding aan werklieden
in geval van ongelukken, op het brandweerpersoneel (uitge
zonderd de Commandant, de Ondercommandant en de vaste
werklieden of brandwachts) varr toepassing zijn, hebben wij ons
irr verbinding gesteld met verschillende verzekeringsmaat
schappijen, voor het sluiten varr eene collectieve verzekering
tegen ongelukken, van het in deze bedoelde personeel.
Van de ingekomen aanbiedingen is de meest aannemelijke
die van de Verzekeringsmaatschappij «Providentia" te Amster
dam, die ook het brandweerpersoneel te Dordrecht verzekerde.
Deze biedt de navolgende verzekering aan
Voor elk der kaderleden: