224
DONDERDAG 5 DECEMBER 1912.
lijk voor dien prijs geleverd kan worden, dan heb ik geen
bezwaar tegen een onderhandsche overeenkomst. Mocht het
evenwel zijn, dat hier een contract gesloten wordt, dat feitelijk
niet op een goede financieele basis rust, en dus de bewering
in het ingekomen adres waar is, dan zou ik ernstig bezwaar
hebben tegen een contract, zooals dat thans aangeboden wordt.
De Voorzitter. Ik moet beginnen met te verklaren, dat ik
geen verstand heb van de tarieven voor drukwerk. Maar ik kan
u over deze zaak nog biet volgende mededeelen: Heden morgen
zijn de heeren, die het adres hebben ingediend onder hen
was althans de Secretaris en een rechtskundig adviseur in
de vergadering van Burgemeester en Wethouders geweest.
Ik heb toen aan die heeren gevraagd, of zij kwamen om het
belang van de gemeente met ons te behartigen? Zij meenden
van wel, omdat naar hun oor deel de gemeente een sociale
roeping heeft. »Zeker," heb ik geantwoord, »dat ontken ik
niet; maar deze sociale roeping kan er toch bezwaarlijk toe
leiden, dat,wanneer onze tegenwoordige contractant gaarne
zou willen, dat het contract verlengd wordt, wij dat zouden
moeten weigeren, omdat de condities voor de gemeente te
voordeelig zijn!
Nu het contract afliep, was natuurlijk het geval denkbaar,
dat de heer IJdo zou gezegd hebben, dat hij de oude voor
waarden niet langer wilde accepteerenmaar toen aan den
heer IJdo werd gevraagd, of hij voor verlenging in aanmer
king wilde komen, heeft hij gezegd: »Veel verdien ik er niet
aan, maar ik wil het gaarne behouden. Ik heb mij vijf jaar
geleden op dit werk ingericht en al verdien ik er niet veel
aan, ik wil het toch gaarne behouden." Moeten wij nu zeg
gen, dat hij het alleen mag behouden, als hij veel duurder
rekent? Dat kan toch riiet verstandig gemeend zijnAls de Bond
van Boekdrukkerijen vindt, dat de drukkers over het algemeen
te weinig verdienen, en zij willen om die reden een soort van
trust sluiten, dan is dat hun zaak, maar daar kunnen wij ons
niet mee bemoeien
Er bestaat hier geen bezwaar, om dit contract te verlengen,
te meer, waar de heer IJdo ons altijd uitstekend bediend
heeft. Het is vaak gebeurd, dat men op de Bureaux met werk
overkropt zat. dat gedrukt moest worden en dat verscheidene
stukken tegelijk klaar moesten zijn, zooals de Rekening, de
Memorie van Toelichting op de Begrooting, de Balans van
het Pensioenfonds enz. Voor al dat drukwerk op één oogenblik
moeten voldoende letters aanwezig zijn! Niet iedere drukker
is daarop voldoende ingericht. De Hoofdambtenaren en de
andere ambtenaren ter Secretarie, die met het drukwerk te
maken hebben, zijn allen volkomen tevreden over de wijze,
waarop het drukwerk door den heer IJdo wordt verricht.
Er is aus geen enkele reden, anders te ad viseeren, dan Burge
meester en Wethouders hebben gedaan.
De heer Pera. M. d. V. De drukkersvereeniging heeft ook
met mij over deze aangelegenheid gesproken en ik stond wel
verbaasd over de redenen, die zij hadden, om tegen het voor
stel van Burgemeester en Wethouders te zijn. Als zij hadden
voorgesteld, om het publiek aan te besteden en niet onders
hands, dan was het wat anders geweest, maar het bezwaar,
dat men had, dat was, dat het drukwerk werd uitbesteed tegen
een te laag bedrag; maar het gaat toch niet aan, om die
reden bezwaar te maken tegen het voorstel van Burgemeester
en Wethouders. Ik heb toen gezegd, dat als men zou kunnen
constateeren, dat het personeel bij den heer IJdo lager werd
gesalarieerd dan op andere drukkerijen, dat dat een reden zou
zijn, om het niet aan IJdo te gunnen, omdat het niet mag
zijn, dat IJdo door uitkeering van te lage loonen in staat zou
zijn, dat werk tegen zoo lagen prijs aan te nemen. Ik heb
daarom gevraagd, of men kon meedeelen, dat de loonen bij
IJdo lager waren dan bij andere drukkers. Daar wist men
niets van te zeggen. Toen ik er een ander over sprak, werd
mij gezegd, dat de 'heer IJdo goede loonen betaalde. Zoover
ik de zaak dan ook kan overzien, bestaat er geen enkele reden,
dat de Raad gerechtigd zou zijn, om het voorstel van Burge
meester en Wethouders te verwerpen uit het oogpunt van een
te lage aannemingssom, omdat wij toch ook wel degelijk de
financieele belangen van de gemeente te behartigen hebben.
Het kan ook voorkomen, dat werkgevers een zeker werk tegen
een laag loon aannemen, om daarmede het werk voor hun
personeel te completeeren, zoodat het hun zeker ten dienste
komt, dat zij een zeker vast werk hebben, om hun personeel,
dat zij voor ander werk noodig hebben, bezig te kunnen hou
den. Deze mooglijkheid bestaat ook bij den heer IJdo en ik
kan mij dan ook volkomen vereenigen met het voorstel van
Burgemeester en Wethouders.
Ik meende echter goed te doen, nog eens even deze opmer
kingen ten opzichte van de loonen der werklieden mee te
deelen en te constateeren, dat voor zoover ons bekend
is de lage prijs niet in lage loonen van de werklieden
schuilt.
De heer Zwiers. M. d. V. Het was bij mijn vraag aan
Burgemeester en Wethouders, niet mijn bedoeling, om een
oordeel over wien dan ook uit te spreken. Ik geloof ook niet
dat ik het gedaart heb. Nu anderen echter toch gemeend
hebben, dat te moeten doen, wil ik wel zeggen, dat ik voor
den heer IJdo zoowel in zijn verhouding tot de gemeente als
tegenover zijn personeel alle respect heb. Ik heb echter slechts
aan Burgemeester en Wethouders willen' vragen, of zij hun
aandacht hadden laten gaan over het tarief en als dat niet
het geval is,- of zij dan voornemens waren, om er alsnog hun
aandacht aan te wijden.
Ik acht het voor den goeden naam van de gemeente niet
gewenscht al is het aan den anderen kant voor de gemeente
misschien wat voordeelig, dat de heer IJdo het voor te lagen
prijs zou doen.
In het algemeen zou ik meenen, dat een officieel lichaam
niet het voorbeeld zou mogen geven, om beneden den kosten-
den prijs te gaan.
De heer Bosch. M. d. V. Ik geloof, dat het adres van de
heeren drukkers ons op het verkeerde spoor gebracht heeft.
Wij komen daardoor op een terrein, waar wij niet hadden
willen zijn. Voor ik nog iets van de pogingen, die de drukkers
wilden aanwenden, om den Raad tot voorlichting te dienen en
tot andere gedachten te brengen, had vernomen, stond het
reeds bij mij vast, dat het thans voorgestelde op den duur
niet de goede weg is, om voor de gemeente de meest moge
lijke voordeelen te bedingen en de burgers gelijkelijk te be
handelen. Het gaat toch niet aan, om, waar de heer IJdo
zegt: ik heb er nu eenmaal een inrichting voor, te zeggen:
dan zullen wij het hem maar weer vijf jaar geven.
Ik zou liever een inschrijving wenschen, waarbij iedereen
vrij is, om naar zijn beste weten zoo voordeelig mogelijk zijn
opgave te doen, waarbij dus aan alle burgers gelijke bevoegd
heid gegeven wordt, om van die gelegenheid gebruik te maken.
Wij hadden bijv. vroeger iemand, Taconis, die er ook op
ingericht was en die had zich daarop dus ook kunnen gronden.
Burgemeester en Wethouders blijven toch nog altijd vrij, om
tot een inschrijver, die vroeger minder goed voldeed, al is hij
iets lager in prijs, te zeggenwij prefereeren op goede gronden
toch nog altijd den inschrijver, die iets hooger in prijs is.
Men zal daardoor alle burgers gelijkelijk kunnen behandelen
en ik geloof, dat het bij zoo'n omvangrijk werk, als het druk
werk van de gemeente, ook beter is een openbare inschrijving
te houden. Nu de heer IJdo verklaard heeft, dat hij het werk
voor denzelfden prijs wil houden, is de moeilijkheid vergroot,
want voor de concurrenten wordt het gemakkelijker, om een
oordeel te vellen, nu zijn prijs bekend is.
Ik blijf echter nog aandringen op openbare aanbesteding,
maar dan liefst vóór de ondershands berekende prijs bekend is.
De heer P. J. Mulder. M. d. V. Ik ben het eens met den
heer Bosch, want ik vind het ook niet billijk, dat het aan
een persoon ondershand wordt toegewezen. Het is veel bil
lijker, wanneer een algemeene inschrijving zou plaats hebben.
Er zullen toch wel andere drukkers zijn, die evengoed werk
kunnen leveren als de heer IJdo.
De heer Aalberse. M. d. V. Er is iets vreemds in deze
zaak. Het is niet het gewone argument, dat men hoort tegen
onderhandsche aanbesteding, n.l. dat de gevraagde som veel
te hoog .is, maar integendeel. De grief van den drukkersbond
is, dat het drukwerk ondershands wordt gegund aan iemand,
die het veel te goedkoop doet; en zooals de heeren het voor
rekenen, kan het ook niet, of er moet geld bij. Dat is toch
zonderling, want als iemand aan de gemeente levert, al is hij
nog zoo philantropisch van aanleg, dan doet hij dat, om er
wat aan te verdienen. Er is echter nog één mogelijkheid en
wel deze: Als men een tarief heeft, ook al is dat nog zoo
gespecificeerd, dan is het toch onmogelijk, om onder dat
tarief alles te brengen. Er zijn nog allerlei leveranties moge
lijk. die niet onder een post van het tarief zijn te brengen,
waarvoor dus apart moet worden gerekend. Dan is men vrij,
om denzelfden prijs, dien men andere klanten berekent, ook
aan de gemeente in rekening te brengen. Nu zou ik willen
vragen, of in die vijf jaar veel drukwerk verricht is, dat niet
valt onder het tarief, en waarvoor dus een gewone prijs kon
worden berekend en zoo ja, of die prijs ook zoo laag was, of
dat de drukker-aarmemer misschien in het berekenen van
een hoogeren prijs voor het bijwerk een vergoeding zocht
voor de te lage berekening van het tarief?
De heer Fokker. M. d. V. Ik zou willen vragen, of het
juist is, wat ik dezer dagen vernam, dat ook aan andere druk
kers dan aan den gemeentedrukker drukwerk wordt opgedragen.
Wanneer dat het geval is, dan zou ik Burgemeester en
Wethouders willen verzoeken, te willen bevorderen, dat zoo
veel mogelijk het drukwerk vanwege de gemeente wordt
opgedragen aan dien dr ukker, waarmee de gemeente een con
tract heeft.
De heer Pera. M. d. V. De heer Aalberse heeft geheel bui
ten beschouwing gelaten het'persoonlijk belang, dat iemand