DONDERDAG 28
NOVEMBER 1912.
209
door de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit", vast
gesteld door den Gemeenteraad van Leiden in zijne openbare
vergadering van 31 Januari 1907, gewijzigd bij raadsbesluit
van 14 Mei 1908 en zooals deze nader mocht worden gewij
zigd, alles voorzoover' deze van toepassing zijn en voorzoo
ver biervan niet bij deze overeenkomst uitdrukkelijk wordt
aigeweken.
De heer Vergouwen. M. d V. Kunnen de woorden «alles,
voorzoover deze van toepassing zijn" niet tot moeilijkheden
aanleiding geven? Als er een wijziging noodig is, waarbij
Woubrugge zich niet wil neerleggen, hoe moet het dan?
Is dat niet wat te vaag, dat «van toepassing zijn"? Wie
moet het uitmaken, of een en ander van toepassing is?
Moet dan altijd de commissie voor de geschillen, die in
artikel 17 genoemd wordt, het uitmaken? Is die daarvoor
Kan het niet scherper geformuleerd worden, dan met deze
vage uitdrukking. Al die verordeningen staat er gelden,
voorzoover deze van toepassing zijn en voorzoover hiervan niet
bij deze overeenkomst uitdrukkelijk w>rdt afgeweken. Dat
laatste is duidelijk genoeg Maar kan de uitdrukking: «alles
voorzoover deze van toepassing zijn" niet een bron van twist
worden Men komt toch wel eens voor vraagstukken te staan,
die men bij het maken van het contract niet voorzien heeft
De Voorzitter. Het is een bepaling, die dooi' Leiden gemaakt
is, ik zou willen zeggen: als veiligheidsmaatregelzij kan
nooit ten nadeele van Leiden strekken, wel ten voordeele.
Het kan zich voordoen, dat in de genoemde verordening of
hare wijzigingen iets onmogelijk van toepassing kan zijn op
dit contract; daarom is deze uitzonderingsclausule opgenomen.
Wil men deze clausule weglaten, dan gaat Leiden er nooit
mee vooruit. Zijn er kwesties, die niet opgelost kunnen
worden, dan is juist het scheidsgerecht daar om uitspraak
te doen.
De heer Vergouwen. Men zou b.v. geschreven kunnen
hebben: «alles voor zoover deze van toepassing zijn, naar
het oordeel van Burgemeester en Wethouders van Leiden".
De VooRziTTER. Maar daar bedankt natuurlijk Woubrugge
voor! Daar zit juist de moeilijkheidWij moeten zoo'n contract
natuurlijk altijd opmaken in overeenstemming met de andere
partij; het is iets anders als een gemeentelijke verordening!
Is er verschil van opinie omtrent een of andere kwestie,
welnu, dan zal het scheidsgerecht het moeten uitmaken.
De heer Vergouwen. Dan weet ik er ook niets anders
op, M. d. V.
De beraadslaging wordt gesloten en art. 15 zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
De artt. 16 en 17 worden vervolgens zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming aangenomen.
De geheele overeenkomst en daarmede punt a van het
voorstel worden ten slotte zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
De punten b en c van het voorstel worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
XIII. Voorstel tot goedkeuring van het leggen van een
hoogspanningskabel langs de Heimanswetering, ten behoeve
van de electriciteitslevering aan de pannenfabriek van D. van
Oordt te Oudsboorn.
(Zie Ing. St. No. 255.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
XIV. Verzoek van Gebr. Stork en Co. in. zake de aan
schaffing van een turbo-generator met toebehooren ten behoeve
van de Elect,riciteitsfabriek.
(Zie Ing. St. No. 250.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Vergouwen. M. d. V. Een heel enkel woord. Niet,
om rechtstreeks terug te komen op hetgeen eenmaal gebeurd
is; dat zou mosterd ria den maaltijd zijn. Het is geschied,
en het is m. i. het best er niet verder over te delibereeren.
Maar wel. om er in het algemeen op aan te dringen, dat het
beginsel, door mij hier vroeger ook reeds voorgestaan, zooveel
mogelijk door Burgemeester en Wethouders en door de ver
schillende bedrijfsdirecteuren worde toegepast, dat wij zoo
veel mogelijk in de eerste plaats onze gemeentenaren en ver
der onze landgenooten bevoordeelen. Er is altijd een belang
rijke overweging geweest, die mij tot dat principe gebracht
heeft. Wanneer wij en anderen onze landgenooten niet in de
gelegenheid stellen om mee te dingen, hoe moet het dan op
den duur gaan met onze vaderlandsche nijverheid?
Zoo zijn hier Gebrs. Stork in het geheel niet in de gelegen
heid gesteld, en dan kan hun zaak ook niet tot ontwikkeling
komen. Wij moeten er toch toe meewerken, zooveel mogelijk
de inlandsche nijverheid te steunen, opdat die zich verder
kan ontwikkelen Wij hebben het vroeger ook gezien, hoe de
Grofsmederij wel kon leveren in Rotterdam, doch hier gepas
seerd is geworden. Ik dring er dus op aan dat Burgemeester
en Wethouders, zooveel mogelijk, de vaderlandsche nijverheid
bevorderen. In het stuk van Gebrs. Stork wordt nog gewezen
op een punt, waarop wel de aandacht gevestigd mag worden,
n.l. dat bij de levering door een buitenlandsche maatschappij
er toch nog kosten bij komen van heen en weer reizen, waar
door het werk op den duur toch kostbaarder wordt dan de
Nederlandsche prijs. Dat mag wel eens overwogen worden.
Bovendien zullen de faciliteiten, die door een buitenlandsche
maatschapij worden verleend, ook wel verleend worden door
een binnenlandsche.
De heer Pera. M. d. V. Ik wensch geen critiek te oefenen
op de wijze, waarop de Commissie voor de Lichtfabrieken
deze zaak heeft behandeld; ik kan mij levendig voorstellen,
vooral als men de zaken van de gemeente te behartigen heèft,
dat men er op uit is, om zooveel mogelijk den voorzichtigen
weg te bewandelen en de middelen aan te wenden, die reeds
vroeger de verzekering van soliditeit hebben gegeven. Het
is dus te begrijpen, dat de Commissie dezen weg heeft inge
slagen, maar ik meen toch, dat het goed is, dat de Raad het
eens uitspreekt, dat bij de aanschaffing van machinerieën zoo
veel mogelijk zal worden rekening gehouden met de Neder
landsche industrie. Het is niet te ontkennen, dat het buiten
land ons op aller lei gebied vooruit is, maar het is ook een
feit, dat zich in Nederland zelf een energie openbaart om de
industrie uit te breiden, die vanuit het land zelf zooveel
mogelijk gesteund moet worden. Ik wensch dus in aansluiting
aan hetgeen door den heer Vergouwen is gezegd, en ook als
een stem uit den Raad, er op te wijzen, dat het wenschelijk
is, dat zooveel mogelijk de leveranties geschieden door land
genooten. De Nederlanders staan er nu eenmaal voor bekend,
dat zij het alleen mooi vinden, wanneer het uit het buitenland
komt en nu is het wel waar, dat men voor verschillende
dingen wel naar het buitenland moet. Maar het idéé, dat alles
uit het buitenland moet komen, dieht zooveel mogelijk den
kop ingedrukt te worden. De Nederlandsche bevolking moet
rekening houden met eigen volksbelangen. Daarom, M. d. V.
ik acht het wenschelijk, dat alles gedaan wordt, wat gedaan
kan worden om de leveranties te doen plaats hebben door
landgenooten.
De heer Fokker. M. d. V. Ik ben met den heer Pera van
meening, dat het gemakkelijk is, critiek uit te gaan oefenen
omtrent een zaak. waarvoor men zelf niet de verantwoorde
lijkheid draagt. Ik kan mij levendig begrijpen, dat de Com
missie die de bestelling had te doen, gewikt en gewogen heeft,
voordat zij een beslissing heeft genomen.
Maar waar ik wel critiek op wil uitoefenen, dat is op de
wijze, waarop die Commissie het adres heeft beantwoord en
den Raad inlichtingen beeft verschaft. Want of er staan in
dien brief van de Commissie voor de Stedelijke Fabrieken ver
schillende grove onjuistheden, of er worden, ons door de firma
Stork verschillende onjuistheden meegedeeld. Wanneer men
toch het laatste adres, dat ons heeft bereikt, en den brief
van de Commissie naast elkaar legt, dan zou men zoo den
indr uk krijgen, alsof door Gebr. Stork eenvoudig onderdeelen
van turbines, die zij uit Zurich betrekken, hier in elkaar
worden gezet. Nu blijkt uit het adres van de firma Stork,
dat zij eens in drukke tijden werk uit Zurich heeft laten
komen, heelemaal voor een bedrag van ƒ3000.—Dat moet
voor de leden van den Raad toch eenigszins misleidend werken,
wanneer men eerst uit den brief van de Commissie leest, dat
men in Hengelo eenvoudig onderdeelen in elkaar zet, terwijl
later blijkt, dat dat eigenlijk niet eens een onderdeel van het
bedrijf uitmaakt, maar slechts eenmaal geschied is.
Wanneer men in den brief van de Commissie leest, dat het
feit, dat men weinig ruimte had een reden was om het type
van de A. E. G. te kiezen, dan zou men zeggenmen kon in
Hengelo zeker zoo'n korte machine niet krijgen. Maar het
blijkt, dat Gebr. Stork een even korte machine hadden kunnen
leveren, als nu uit het buitenland is betrokken.
Het argument, dat het zoo gewenscht is meerdere machines
van één type te hebben, die geheel op elkander gelijken, ook
in verband met de reservedeelen, mag op het eerste gezicht
iets zeggen, maar wanneer men weet dat een turbo-generator
uit drie deelert bestaat, waarvan het eene de turbine is, dan
begrijpt men, dat de turbines uit Hengelo even goed gebruikt
kunnen worden, naast de tur bines uit andere fabrieken, zonder
dat men in het algemeen schade doet aan de eenheid van type
van generator en dynamo Daarom te meer heb ik betr eurd, dat
de Commissie voor de Stedelijke Fabrieken dezen weg heeft,
ingeslagen. En ik zou het zeer gewenscht vinden, dat uit den
Raad een sterke drang op Burgemeester en Wethouders werd
uitgeoefend en ook op anderen, die uit de beurs van de gemeente
bestellingen doen. om voorzoover het eenigszins vereenigbaar
is met de belangen der gemeente de vaderlandsche industrie,