DONDERDAG 28 NOVEMBER 1912. 207 II. Benoeming van een onderwijzer aan de Jongensschool le klasse. (Zie Ing. St. No. 249). Wordt benoemd met algemeene (29) stemmen de heer J. J. Eilders. III. Benoeming van twee leden der Commissie van beoor deeling in zake den gevelwedstrijd. (Zie Ing. St. No. 251). Wordt benoemd in de eerste plaats de heer J. Verheul Dzn. met 27 stemmen; 1 stem was uitgebracht op den heer Z. Hoek, en 1 stem was van onwaarde. Wordt benoemd tot tweede lid der Commissie de heer Jan de Quack met 15 stemmen14 stemmen waren uitgebracht op den heer J. Gratama. IV. Verzoek van J. H. E. Rückert om eervol ontslag als Ingenieur der Gemeentewerken. (Zie Ing. St No. 269). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con form het praeadvies besloten. V. Verzoek van Mej. G. J. Konings om eervol ontslag als onderwijzeres in de handwerken aan de school der Be klasse No. 4. (Zie Ing. St. No. 248). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con form het praeadvies besloten. VI. Verzoek van Mej. J. M. S. Rosier om eervol ontslag als onderwijzeres in de handwerken aan de school der 4e klasse No. 1. (Zie Ing. St. No. 252). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con form het praeadvies besloten. VII. Verzoek van Mevr. W. M. UhlenbeckMelchior om eervol ontslag als Regentes van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. (Zie Ing. St. No. 253). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con form het praeadvies besloten. VIII. Verzoek van het Feestcomité ter voorbereiding van de groote Nationale Schermwedstrijden om beschikbaarstelling van een medaille voor de in December alhier te houden wed strijden. (Zie Ing. St. No. 256). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con form het praeadvies besloten. IX. Verzoek van de afd. Leiden van den Bond voor Licha melijke Opvoeding om het gebruik van het gymnastieklokaal aan de Pieterskerkgracht. (Zie Ing. St. No. 258). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con form het praeadvies besloten. X. Verzoek van de Leidsche Gymnastiekvereeniging »Donar" om het gebruik van het gymnastieklokaal aan de Pieterskerk gracht in de plaats van dat der Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (Zie Ing. St. No. 265). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con form het praeadvies besloten. XI. Voorstel tot het doen rooien en verkoopen van boomen. (Zie Ing. St. No. 264). De beraadslaging wordt geopend. De heer van der Pot. M. d. V. Mag ik even een vraag doen? Het zal toch zeker wel de bedoeling zijn. om de gapin gen, die hier en daar door het wegnemen van de boomen ont staan, weer aan te vullen? De Voorzitter. Voorzoover dit het uitzicht ten minste niet zal belemmeren is dit wel de bedoeling; juist de gezichts belemmering staat echter hier en daar opgegeven als reden voor het rooien. Over het algemeen is het wel het plan, om de gapingen weer aan te vullen. Het voorstel van Burge meester en Wethouders betreft echter daarom alleen het doen rooien der boomen, omdat het rooien behoort tot de compe tentie van den Raad, maar het planten tot de competentie van Burgemeester en Wethouders. De heer van der Pot. Het was alleen maar een vraag om inlichtingen. De beraadslaging wordt gesloten en het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. XII. Voorstel: a. tot het aangaan van eene overeenkomst betreffende de levering van electriciteit aan de gemeente Woubrugge; b. tot aanvulling van het Uitbreidings-en Vernieuwingsfonds der Electriciteitsfabriek met een bedrag van 22000. c. tot vaststelling van den desbetreffenden suppletoiren be- grootingsstaat. (Zie Ing. St. no. 254). Aan de orde is punt a van het voorstel. Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd. Art. 1 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over art. 2, luidende: Woubrugge zal aan de aangeslotenen in hare gemeente de electriciteit leveren. Met electriciteitsverbruikers in de gemeente Woubrugge en in het gedeelte van de gemeente Oudshoorn, gelegen ten zuiden van de kom van Woubrugge en ten noorden van Mid delweg en Heuvelweg, welke direct aan het hoogspannings kabelnet zijn of worden aangesloten, kan echter Leiden zelf contracten voor stroomlevering aangaan, wanneer Woubrugge daartoe niet bereid is. In elk geval worden contracten met verbruikers met meer dan 50 K.W. aansluit waarde direct door Leiden afgesloten. De heer Fokker. M. d. V. Ik zou even naar aanleiding van artikel 2 een opmerking willen maken. In het eerste lid van artikel 2 staat, dat Woubrugge aan de aangesloten in haar gemeente electriciteit zal leveren. Dc tweede zinsnede van bet artikel luidt: „Met electriciteitsverbruikers in de gemeente Woubrugge en in het gedeelte van de gemeente Oudshoorn, gelegen ten zuiden van de kom van Woubrugge en ten noorden van Middelweg en Heuvelweg, welke direct aan het hoog spanningskabelnet zijn of worden aangesloten, kan echter Leiden zelf contracten voor stroom levering aangaan, wanneer Woubrugge daartoe niet bereid is". M. d. V., ik kan het nu beschouwen, dat de tweede zinsnede van het artikel een uit breiding is van de eerste. Of is het de bedoeling, dat de gemeente Woubrugge zich met de levering van electriciteit beperken moet tot haar eigen gemeente Ik geloof, dat volgens dit artikel, Woubrugge electriciteit mag leveren buiten haar gemeente. Is dat werkelijk de bedoeling? De Voorzitter. De zaak is deze. Woubrugge krijgt natuur lijk een kabel van de gemeente Leiden: maar langs die kabel, die dus alleen bestemd is voor de levering aan Woubrugge, mag Leiden zelf ook leveren aan gemeentenaren van Ouds hoorn. Wanneer wij een tweede kabel legden naar Ouds hoorn, dan zou Leiden de menschen, die hier in het tweede lid bedoeld zijn, direct kunnen leveren. Woubrugge kon voor zoover het ingezetenen van Oudshoorn zijn, voor hen niet contrac teeren; Woubrugge kan zich niet anders verbinden dan voor hare eigen gemeente. Deze eenigszins ingewikkelde omstandigheid was heel moeilijk onder woorden te brengen, doch op deze wijze is de moeilijkheid, geloof ik, gelukkig opgelost. De gemeente Leiden geeft de gemeente Woubrugge het recht om te leveren aan degenen, die aan de kabel zijn aangesloten, maar tevens mag Leiden via de kabel, die speciaal voor Woubrugge bestemd is, ook leveren aan de bewoners van Oudshoorn. Ik geloof, dat de bedoeling voor contractanten in ieder geval heel dui delijk is. De heer Fokker. M. /I. V. Ik dank u wel voor uw toe lichting, maar dat maakt de zaak voor mij nog niet duide lijker. Ik begrijp nu werkelijk nog niet, of het der gemeente Woubrugge verboden is te leveren in de gemeente Oudshoorn, ja dan neen. Burgemeester en Wethouders zeggenwij mogen leveren in de gemeente Oudshoorn via de kabel, die er voor Woubrugge gelegd is. Maar dat antwoord lost de quaestie niet op. Ik zou toch meenen, dat waar in de eerste zinsnede staat, dat Woubrugge in haar gemeente mag leveren, de tweede zinsnede niet de mogelijkheid mag openlaten, dat Woubrugge in een andere gemeente mag leveren, waar Leiden het recht van levering heeft via de kabel naar Woubrugge, tenzij dit uitdrukkelijk de bedoeling zij. De Voorzitter. In de t weede zinsnede is alleen een uitbrei ding gegeven aan hetgeen in de eerste is bepaald voor dat gedeelte van Oudshoorn, dat geografisch meer bij Woubrugge behoort. Indirect heeft Leiden er ook belang bij, dat Wou brugge aan die Oudshoornsche ingezetenen levert, want hoe meer de gemeente Woubrugge afneemt van Leiden, hoe meer dat in ons voordeel is. Als wij deze kleine uitbreiding van territoir niet gegund hadden, dan zouden wij ons zelf bena deeld hebben. Ik zie dus geen bezwaar in hetgeen hier is bepaald. De heer Fokker. Ik zie er ook geen bezwaar in, maar dan bad er in moeten staan, dat de gemeente Woubrugge ook buiten de gemeente mag leveren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 5