DONDERDAG 28 NOVEMBER 1912. 203 Zitting van Donderdag 28 JSovember 1912. Geopend des namiddags ie twee uur. Voorzitter: de heer Burgemeester Jhr. Mr.N.C. DE GIJSELA AR. Te behandelen onderwerpen 1° Benoeming van een Keuringsveearts, tevens Adjunct- Directeur van het Openbaar Slachthuis. (268) 2° Benoeming van een onderwijzer aan de Jongensschool le klasse. (249) 3° Benoeming van twee leden der Commissie van beoor deeling inzake den ge vel wedstrijd. (251) 4° Verzoek van J. H. E. Rückert om eervol ontslag als Ingenieur der Gemeentewerken. (269) 5° Verzoek van Mej. G. J. Konings om eervol ontslag als onderwijzeres in de handwerken aan de school der 3e klasse No. 4. (248) 6° Verzoek van Mej. J. M. S. Rosier om eervol ontslag als onderwijzeres in de handwerken aan de school der 4e klasse No. 1. (252) 7° Verzoek van Mevr. W. M. UhlenbeckMelchior om eervol ontslag als Regentes van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. (253) 8° Verzoek van het Feestcomité ter voorbereiding van de groote Nationale Schermwedstrijden om beschikbaarstelling van een medaille voor de in December alhier te houden wedstrijden. (256) 9° Verzoek van de afd. Leiden van den Bond voor Lichamelijke Opvoeding om het gebruik van het gymnastieklokaal aan de Pieterskerkgracht. (258) 10° Verzoek van de Leidsche Gymnastiek vereeniging „Donar" om het gebruik van het gymnastieklokaal aan de Pieters kerkgracht in de plaats van dat der Hoogere Burger school voor Meisjes. (265) 11° Voorstel tot het doen rooien en verkoopen van boomen. (264) 12° Voorstel: a. tot het aangaan van een overeenkomst betreffende de levering van electriciteit aan de gemeente Woubrugge; b. tot aanvulling van het Uitbreidings- en Vernieuwings fonds der Electriciteitsfabriek met een bedrag van 22000.-; c. tot vaststelling van den desbetreffenden suppletoiren begrootingsstaat. (254) 13° Voorstel tot goedkeuring van het leggen van een hoog spanningskabel langs de Heimanswetering, ten behoeve van de el eet liciteitsle vering aan de pannenfabriek van D. van Oordt te Oudshoorn. (255) 14° Verzoek van Gebr. Stork en Co. inzake de aanschaffing van een turbo-generator met toebehooren ten behoeve van de Electriciteitsfabriek. (250) '15° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor het maken van een verhoogd voetpad op het gedeelte van de Hooge woerd gelegen tusschen de Rijnstraat en de Bolwerkstraat. (267) 16° Verordening, houdende wijziging der verordening van 6 Februari 1908 (Gem.blad No. 4), regelende de samen stelling van het bureau van Gemeentewerken en van dat voor het Bouw- en Woningtoezicht en de bezoldiging van de aan die bureaux verbonden ambtenaren. (262) 17° Voorstel tot onderhandsche opdracht van het maken dei gewapend betonwerken voor het gebouw der vuilver- brandings-inrichting aan de N. V. Wernink's Betonfabriek te Oegstgeest. (259) 18° Voorstel inzake het beweegbaar maken van de Zijlpoorts- brug ten behoeve van de Hollandscbe Electrische Spoor weg-Maatschappij. (261) 19° Voorstel tot onderhandsche opdracht van baggerwerk en de uitvoering van bijkomende werkzaamheden in de ge meente Leiden aan P. van Ulden. (260) 20° Praeadvies op de verzoeken van de afd. Leiden van den Nederl. Bond van Confectiebedienden e. a., om het sluitings uur van winkels en magazijnen bij verordening te regelen. (226) 21° Voorstel van de heeren van Gruting, Zwiers en Botermans in zake de wederinvoering van de kermis. (257) 22° Verordening betreffende de levering van electriciteit door de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit. (266) 23° Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 1911 en 1912. (263) Tegenwoordig zijn 29 leden, n.l. de heeren: Vergouwen, Timp, A. Mulder, Zwiers, Bosch, Reimeringer, van Tol, de Boer, Driessen, van der Pot, Corts, Botermans, Kruimel, Fokker, P. J. Mulder, Briët. van der Lip, Fischer, Sijtsma, Pera, Carpentier Alting, Roem, Korff, Korevaar, van der Eist, van Hamel, Heeres, van Gruting en Hoogénboom. Afwezig zijn de heeren Bots, wegens ongesteldheid, en Aalberse, wegens Kamerzitting. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering van 7 November 1912, worden goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen 1°. Mededeeling van Gedep. Staten dat de Rijksvergoeding in de kosten van het Lager onderwijs over 1910 is vastgesteld op 125761.50. 2°. Dankbetuiging van het Centraal Bureau voor Sociale Adviezen voor de toekenning van een subsidie voor 1913. 3°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed gekeurde raadsbesluiten tot verhuring van een gedeelte van het perceel Burgsteeg No. 6 aan H. Damen en tot beschikbaar stelling van gelden voor de verbouwing van dat perceel; tot verhuring van het grasgewas van het Plantsoen, het park, de kleine plantsoentjes, de Jan van Houtkade en de singeltaluds aan J. Belt; tot overname in eigendom en onderhoud bij de gemeente van een stuk grond aan den Witten Singel, Sectie M No. 3121 gedeeltelijk en van een gedeelte van de Groen- hovenstraat, Sectie M. Nis 3630, 3196 en 2707 gedeeltelijk; tot aankoop van de perceelen Langegracht Nis 116, 128 en '130 en tot beschikbaarstelling van gelden voor dien aankoop en de overdrachtskosten; en tot aankoop van de perceelen Sectie K Nis. 544, 545 en 2454 en tot beschikbaarstelling van de voor dien aankoop en de overdrachtskosten benoodigde gelden. 4° Ontvangstbericht van Gedep. Staten van de verordeningen tot wijziging van die op het Bouwen en Sloopen en op het Rijden. 5°. Dankbetuiging van de Leidsche Schouwburgvereenigirig voor de toegekende subsidie ad ƒ1500. Dit stuk luidt als volgt: Leiden, 22 November 1912. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Hiermede hebben wij de eer U hartelijk dank te zeggen voor het toekennen van een subsidie van ƒ1500.ten be hoeve van onze Vereeniging. Het zal ons streven blijven den Schouwburg, als instelling van kunst aan haar doel te doen beantwoorden. Namens het Bestuur Fockema Andreae, Voorzitter. A. Goekoop, Secretaris. 6°. Kon. Besluit van 18 November j.l. houdende machtiging aan den heer H. W. Fischer om tegelijk met het ambt van Conservator aan 's Rijks Ethnographisch Museum, debetrekking van Wethouder der gemeente Leiden te bekleeden. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter. Voordat ik u verdere mededeelingen doe, wensch ik vooraf iets te rectificeeren in hetgeen ik in de ver gadering van 31 October heb medegedeeld. Ik heb in •die vergadering bij de bespreking van het adres van de afdeeling Leiden van den Algemeenen Nederlandschen Ambte- naarsbond inzake de inhouding van staangeld van het ver plegend personeel van de gestichten Vo irgeest", »Endegeest" en »Rhijngeest", meegedeeld, dat dit staangeld, indien de Wetgeving op het Arbeidscontract hiervoor gold, zou mogen bedragen ƒ15.625 tot 31.25 en dat dit na 1 Januari zou mogen stijgen tot ƒ34.375 of f 37.56. Bij nadere bestudeering van deze Wet geving is mij echter gebleken, dat ik een bepaling over het hoofd heb gezien en dat van de loonen, die het hier betreft, niet mag blijven staan een staangeld, gelijkstaande met het geen in den opzeggingstermijn, i.e. van 6 weken, in geld verdiend wordt, maar slechts een, dat hoogstens overeenkomt met de verdiensten in geld van 12 werkdagen, in de praktijk dus met het loon voor 14 dagen. Wanneer de Wet op het Arbeids contract dus voor de gestichten gold, dan zou het staangeld mogen, zijn van ƒ5.tot +_f \0.Na 1 Januari zou het voor sommigen zelfs kunnen stijgen tot f 12.zoodat de ƒ16.die ingehouden worden op «Endegeest", niet buiten gewoon hoog zijn. Ik wensch dit even te rectificeeren, doch het doet verder niets af aan de verdere beschouwingen die ik naar aanleiding van het adres hield, omdat ik van meening blijf, dat de wijze van inhouden van het staangeld absoluut niet bezwaarlijk is, omdat het alleen wordt ingehouden van een klein gedeelte van het loon, terwijl het grootste gedeelte van het loon bestaande in kost, ligging en gedeeltelijke bovenkleeding, onverkort wordt genoten. Het loon, dat in geld

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 1