165 op de hierbij gevoegde situatieteekening zijn aangegeven staan in zoo nauw verband met de overige kanaalwerken, dat het noodzakelijk is, de uitvoering en het onderhoud van deze werkerr vairwege de Provincie te doen geschieden op kosten van de gemeente Leiden. De verdere opbouw van de zwem inrichting, wat betreft plankiers, loodsen, schuttingen enz. kan gevoegelijk aan de gemeente overgelaten worden. Het zij voorts nog opgemerkt, dat het voetbrugje over de Roomburger watering ten Noord-Westen van de Zwemin richting buiten de verrekening met de gemeente kan blijven om de navolgende redenen. In den rijweg op den Zuid-Ooste lijken kanaaloever tusscben den Hoogen Rijndijk en de tuin derswoning van van Vliet zijn oorspronkelijk twee bruggen over boezemwateren geprojecteerd. Eén van deze bruggen kan thans vervallen omdat bij de koopakten toegestaan is de boezemsloot langs genoemden rijweg te bevaren en daarin te lossen en te laden. Het voet brugje over de Roomburger watering kan daarvoor in de plaats gebouwd worden. Bovendien wensch ik Uw College voor te stellen de boord voorziening van de Roomburger watering langs het voetpad voor rekening van de Provincie te nemen, omdat dit werk voortspruit uit het gebruik, dat Provincie en aanliggende landgebruikers van dit boezemwater als vaarsloot zullen maken. \oor rekening van de gemeente Leiden is dan te maken: lo. Beveiligingswerk zwembassin; 2o. Boordvoorziening 3«. Ontgraving van het bassin; 4o. Klinkerbestrating toegangsweg; 5o. Leuning langs Deze werken worden in het geheel door mij geraamd op ƒ11380.en het daarvoor benoodigde onderhoud op ƒ101.10 per jaar of gekapitaliseerd a 4 2527.50, d. i. dus voor aanleg en onderhoud te zamen 13907.50. Van dit bedrag is af te trekken 2557.50 voor besparing aan 93 Meter boord- verdediging ter plaatse waar het zwembassin in open ge meenschap staat met het kanaal. Er blijft dus 11.350.over door de gemeente Leiden aan de Provincie uit te betalen als vergoeding voor aanleg en onderhoud van de bijzondere werken ten dienste van de te stichten zweminrichting. Bovendien zal de gemeente nog een jaarlijksche retributie voor terreinhuur hebben te betalen, waarvoor b v. is te stellen ƒ50.voor totaal 2300 M2 (oppervlakte op de situatieteeke ning in bruine tint aangegeven). Resumeerende heb ik de eer Uw College voor te stellen aan Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden mede te deelen, dat de stichting van een zweminrichting op het aangeduide terrein zou kunnen worden toegestaan onder de navolgende voorwaarden: 1». dat de Provincie aan de gemeente ten gebruike afstaat ongeveer 2300 M2 terrein aan den Zuid-Oostelijken kanaal oever nabij de tuinderswoning van Van Vliet gelegen, tegen een jaarlijksche recognitie van ƒ50. 2°. dat de Provincie zal uitvoeren en onderhouden de na volgende werken: beveiligingswerk, boordvoorziening en ont graving van het zwembassin, benevens klinkei bestrating en ieuningwerk van den toegangsweg waarvoor de gemeente aan de Provincie zal betalen een bedrag in eens van ƒ11.350, te voldoen bij voltooiing dier werken 3». dat de gemeente zonder toestemming van de Provincie geen ander gebruik van het terrein zal mogen maken dan als zweminrichting terwijl alle daarvoor uit te voeren werken vanwege de gemeente de goedkeuring behoeven van Gedepu teerde Staten 4o. dat de gemeente ten allen tijde toestaat, dat op het in gebruik gegeven terrein werken door en vanwege de Provin cie worden uitgevoerd en personeel van den Provincialen Waterstaat of uitvoerders van door de Provincie gelaste werk zaamheden daarop toegang hebben 5o. dat de Provincie zich vrijwaart voor alle schade even tueel aan door de Gemeente gemaakte werken toegebracht 6o. dat de werkzaamheden vanwege de Provincie op het terrein te verrichten niet eerder zullen aanvangen vóórdat Gedeputeerde Staten van het Gemeentebestuur een verklaring op zegel hebben ontvangen, waaruit blijkt, dat het gebruik van het terrein op de gestelde voorwaarden wordt aanvaard 7o. dat de Provincie zich het recht voorbehoudt de ver leende vergunning in te trekken, indien volgens het oordeel van de Gedeputeerde Staten der Provincie het in gebruik aan de gemeente Leiden gegeven terrein voor andere doel einden beschikbaar dient te worden gesteld, met dien verstande evenwel dat de opzeggingstermijn minstens een jaar zal zijn en dat bij eene opzegging binnen den tijd van 10 jaar, ge rekend vanaf 1 Januari 1915 de Provincie twee derde gedeelte van het bedrag van ƒ11.350.— in de 2e voorwaarde vermeld, aan de gemeente Leiden terugbetaalt, blijvende de in de 2e voorwaarde omschreven werken onvoorwaardelijk eigendom van de Provincie. De Hoofdingenieur, Van Elzelingen. Aan het College van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland te 's Gravenhage. N°. 279. Leiden, den 27 November 1912. Ter vervulling van de vacatures, met het einde dezesjaars ontstaande in de Plaatselijke Schoolcommissie door de perio dieke aftreding van vier harer leden, zijnde de H.H. dr. H. G. van de Sande Bakhuyzen, J. Hoogenraad, dr. P. Th. L. Kan en L. van der Laan, hebben wij de eer U de navolgende aanbevelingen aan te bieden a. Vac. dr. H. G. van de Sande Bakhuyzen: 1. dr. H. G. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, 2. dr. L KNAPPERT. b. Vac. J. Hoogenraad: 1. J. HOOGENRAAD, 2. A. COUVÉE P.Jzn. c. Vac. dr. P. Th. L. Kan: 1. dr. P. Th. L. KAN, 2. dr. D. A. H. VAN ECK. d. Vac. L. van der Laan: 1. L. VAN DER LAAN, 2. JAN J. A. M. VAN DER VELDEN. De Plaatselijke Schoolcommissie, H. G. van de Sande Bakhuyzen, Voorzitter. H. C. van der Heyde, Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. No. 280. Leiden, 28 November 1912. Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van de Leidsche IJsclub bestaat bij ons College geen bezwaar. Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging aan adressante vergunning te verleenen tot het oprichten, over eenkomstig de overgelegde teekening, van een houten restau ratietent op het terrein aan den Maredijk, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie L. No. 333. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad van de Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de Leidsche IJsclub, gevestigd te Leiden dat de restauratietent op het terrein, bij haar in huur, nabij het Schuttersveld is verbrand dat thans besloten is tot den bouw van een nieuwe tent op de plaats der vorige en overeenkomstig bijgaande teekening in duplo. Redenen waarom zij eerbiedig verzoekt, haar de noodige vergunning tot bovengenoemden bouw wel te willen ver leenen. 't Welk doende enz., De Leidsche IJsclub, P. Th. L. Kan, Voorzitter. Ch. van Spall, Secretaris. Leiden, den '19en November 1912. N°. 281. Leiden, 28 November 1912. In het hierbij overgelegd adres verzoekt de heer A.Uittenbroek, hoofd der openbare school 3e kl. No. 6, mede namens zijne collega's, de heeren Hibma, van der Laan, yan Wamelen en Zeelenberg, om gedurende ten hoogste 11 uur per week de beschikking te mogen hebben over een lokaal van de Jongens school 2e klasse ten behoeve van een voor hen te geven cursus ter voorbereiding voor het examen Lager Onderwijs. Uit een door ons College ingesteld onderzoek is ons ge bleken, dat inderdaad concurrentie met de gemeentelijke Kweekschool bij dezen cursus uitgesloten mag worden geacht, waarmede trouwens ook de bewering van adressant, dat die concurrentie geenszins in de bedoeling ligt, overeenstemt. Niet alleen toch is de duur van den cursus veel korter, dan bij de gemeentelijke Kweekschool en is dus uit den aard der zaak ook de leeftijd van hen, die den cursus volgen, hooger,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 7