GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
137
DraEKOMEN STEKKEN.
N°. 247. Leiden, 6 November 1912.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te
deelen, dat zij geene bedenking heeft tegen de navolgende
voordrachten van Burgemeester en Wethouders:
1°. tot aankoop van het terrein aan de Kooilaan, kad. be
kend Sectie K, nis 544, 545 en '2454, voor de som van 17600
(Ing. St. n°. 239);
2°. tot overneming in eigendom en onderhoud bij de ge
meente van een gedeelte der Groenhovenstraat (Ing. St. n°.
244) en van een terrein aan den Witten Singel bij de Witte
Rozenstraat (Ing. St. n°. 245).
Zij geeft U derhalve in overweging overeenkomstig die
voordrachten te besluiten, de benoodigde gelden tot aankoop
van het terrein sub 1° bedoeld uit leening te vinden en den
op dezen koop betrekking hebbenden suppletoiren begrootings-
staat dienst 1912, vast te stellen.
Evenmin heeft de Commissie bezwaar, indien de Raad
besluit tot de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde
verbouwing van het perceel Burgsteeg n°. 6 (Ing. St. n°. 240),
de aan deze verbouwing verbonden kosten, tot een bedrag
van 1750,uit leening te bestrijden. Zij adviseert U voor
dat geval tot vaststelling van den overgelegden suppletoiren
begrootingsstaat dienst 1912 over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 248. Leiden, 6 November 1912.
Wij hebben de eer U in overweging te geven gunstig te
beschikken op het verzoek van Mej. G. J. Konings, vervat in
het hierbijgevoegd adres, om ontslag uit hare betrekking van
onderwijzeres in de handwerken aan de openbare school der
3e klasse N°. 4 alhier, en haar dat ontslag eervol te verleenen
met ingang van 15 Januari 1913.
Aan den Gemeenteraad. - Burg. en Weth. van Leiden.
Aan de Edelachtbare Heeren Burgemeester en
Wethouders der Gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren.
ündergeteekende, Geertrui Jacoba Konings, Breestraat 5
Leiden, wendt zich tot UEd.achtbaren met het beleefd ver
zoek, tegen 15 Januari 1913 haar ontslag te mogen ontvangen
als onderwijzeres in de handwerken aan de school 3e Klasse
n°. 4, hoofd de Heer E. J. Blekkink.
Hoogachtend
Uw Edelachtb. Dw. Dienesse
Geertr. J. Konings.
Leiden 4 November 1912.
N°. 249. Leiden, 8 November 1912.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering de navolgende voor
dracht aan te bieden voor de benoeming van een onderwijzer
aan de Openbare Jongensschool le klasse, die tevens de
bevoegdheid moet bezitten tot net geven van onderwijs in
de Fransche taal, ter vervulling van de vacature welke is
ontstaan, tengevolge van het met ingang van 1 October, ver
leend ontslag aan den heer J. Heemstra.
1°. J. J. EILDERS, onderwijzer met verplichte hoofdakte aan
de Openbare school der 3e klasse N°. 3, te Leiden;
2°. TJ. DIJKEMA, onderwijzer te Zwolle;
3°. H. BOERDIJK. onderwijzer te Helder.
Onder mededeeling, dat deze voordracht is opgemaakt in
overleg met den Arrondissements-Schoolopziener, na inge
wonnen bericht van het Hoofd der school, en dat de desbe
treffende stukken in de Leeskamer ter inzage liggen, geven
wij U in overweging alsnu tot de benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 250. Leiden, 9 November 1912.
Omtrent nevensgaand adres van Gebr. Stork, machinefabri
kanten te Hengelo (O.), betreffende de aanschaffing van een
turbo-generator met toebehooren ten behoeve van de Elec-
trische Centrale alhier, is door ons het advies ingewonnen
van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en
Electriciteit.
Met den inhoud van dat advies, hetwelk mede hierachter
is afgedrukt, kunnen wij ons volkomen vereenigen en wij
geven U mitsdien in overweging het adres voor kennisgeving
aan te nemen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 29 October 1912.
Berichtende op het adres van heeren Gebr. Stork Co.,
machinefabrikanten te Hengelo (O.) dd. 3 October j.l., in onze
handen gesteld ten fine van bericht en raad bij Uwe missive
van 8/12 October d.a.v. n°. 6/69, hebben wij de eer U het
volgende mede te deelen.
In November 1911 nam de aflevering van electriciteit in de
electriciteitsfabriek zoodanig toe, dat de Directie een voorstel
deed om vóór den winter van 1912 op 1913 de machine
capaciteit, die 2109 kilowatt bedroeg, tot 4100 K.W. te ver-
grooten.
In December werden met de Allgemeine Elektricitats Gesell-
schaft te Berlijn onderhandelingen over den aankoop vaneen
turbogenerator van 2000 K.W. aangeknoopt. In de Raadszitting
van 11 Januari 1912 werd voor uitbreiding der electriciteits
fabriek een bedrag van ƒ150.000,toegestaan, waaronder de
aanschaffing van een nieuwen turbogenerator was begrepen.
De levering van dezen werd in Januari 1912 opgedragen aan
genoemde Maatschappij voor een bedrag van ƒ59.400,
Deze machine is in den afgeloopen zomer geleverd, opgesteld
en in het begin van October in werking gekomen.
Tot zoover de feiten.
De heeren Gebr. Stork Co. beklagen zich thans bij den
Gemeenteraad, dat zij als fabrikanten van stoomturbines hier
te lande niet in de gelegenheid zijn geweest eene aanbieding
te doen en noemen zulks »eene achteruitstelling der Neder-
»landsche nijverheid in naam der gemeente Leiden gedaan".
Wij beginnen met op te merken, dat tot dusver de firma
Gebr. Stork Co. de eenige fabrikante van stoomturbines in
Nederland is. Waar dus in het adres van de Nederlandsche
machine-industrie, de vaderlandsche nijverheid en de birinen-
landsche industrie wordt gesproken, moet uitsluitend aan de
fabriek van de firma Gebr. Stork Co.'te Hengelo (O.) worden
gedacht.
In het adres wordt verder gezegd, dat er dikwijls indirecte
voordeelen uit eene bestelling hier te lande voortvloeien. In
dit geval moeten wij hieromtrent aanteekenen, dat de firma
Gebr. Stork Co. omstreeks 1905 begonnen is stoomturbines
van het Zoelly-type te bouwen. Zij trad daartoe in connectie
met de fabriek van Escher, Wijsz Co. te Zurich. Verschil
lende bewerkte onderdeelen van de turbines worden uit Zürich
betrokken en andere in Hengelo gemaakt. In de laatste fabriek
worden de turbines in elkander gezet. De indirecte voordeelen,
die uit eene bestelling aan de firma Stork voortvloeien, komen
dus niet uitsluitend het binnenland ten goede.
Zooals U bekend, werd de Leidsche electriciteitsfabriek in
1906 en 1907 gebouwd. De machine-capaciteit, aanvankelijk
667 K.W., werd in 1909 en in 1910 en thans weder in 1912
vergroot. In 1906, in 1909 en in 1910 werden telkens prijs
opgaven aan verschillende firma's, w.o. aan de heeren Gebr.
Stork Co., gevraagd. Bij die gelegenheden bleek de Allge
meine Elektricitats Gesellschaft te Berlijn steeds de laagste
inschrijfster te zijn. De verschillen waren telkens van dien
aard, dat de firma Stork niet voor levering in aanmerking
kon komen.
Voor November 1911 zijn door de electriciteitsfabriek achter
eenvolgens vier turbogeneratoren van de Allgemeine Elektri
citats Gesellschaft te Berlijn ontvangen. Met deze machines
werd nooit eenig bezwaar ondervonden, het personeel is met
de werking van deze machines vertrouwd geraakt.
In eene kleine fabriek, zo'oals te Leiden aanvankelijk is op
gezet, is het personeel uit den aard der zaak weinig talrijk
en worden aan dat personeel dikwijls uiteenloopende eischen
gesteld. Ten einde onzen chef-machinist voor zijn taak voor
te bereiden, zond de Directie hem in den zomer van 1906 naar
Berlijn. De heer Hoogeboom werkte gedurende twee maanden
in de turbine-fabriek van de A. E. G. aan de voor Leiden be
stemde turbines. In 1909 is de heer H. opnieuw gedurende
14 dagen in die fabriek geweest om zich van de laatste ver
beteringen op de hoogte te stellen.
De heeren Gebr. Stork Co. schrijven in hun adres:
»dat zelfs geen schijn van verontschuldiging kan worden ge-
»zocht in het feit, dat ook alle vorige turbogeneratoren voor
»de electrische centrale bij diezelfde buitenlandsche fabriek
swerden besteld"wij meenen echter, dat waar een firma,
al is dat ook een buitenlandsche, achtereenvolgens met vier
machines bewezen heeft, uitstekend werk te leveren, zij voor
de levering van een vijfde machine in de eerste plaats in
aanmerking mag komen.