125 is, eene verordening op de winkelsluiting vasttestellen en daardoor medetewerken tot verkorting van den arbeidstijd der bedienden in winkels en magazijnen; Reden waarom adressanten Uwen Raad met den meesten aandrang verzoeken het daarheen te willen leiden, dat het verboden worde in deze gemeente winkels en magazijnen voor den verkoop van waren geopend te hebben voor des ochtends 7 uur en na des avonds 9 uur. 't Welk doende, voor de afdeeling Leiden van den Algemeenen Bond voor Handels en Kantoorbedienden. H. Marks, Voorzitter. P. J. Bomli, Secretaris. Leiden, 17 April 1912. Bijlage XIII. Leiden, 25 April 1912. Aan den Raad der Gemeente .Leiden. De Afdeeling Leiden van „de Hanze" Bond van R. K. Ver- eenigingen van den Handeldrij venden en Industrieelen Midden stand in het Bisdom Haarlem. Geeft eerbiedig te kennen dat in de Vergadering van leden, gehouden op Maandag 22 April, met groote meerderheid is besloten zich tot den Raad der Gemeente te wenden met onderstaand verzoek. 1. „De Hanze verzoekt Uwen Raad eene wettelijke ver ordening op de vervroegde winkelsluiting vast te stellen II. Een commissie te benoemen die een onderzoek instelt naar het gepaste uur van sluiting, zoomede naar de billijke uitzonderingen voor bepaalde zaken te maken; UI. Door instelling van een enquette de belanghebbende over den te nemen maatregel te hooren. Hetwelk doende. Voor „de Hanze". J. P. Creyghton, Voorzitter. H. W. Spendel, Secretaris. Bijlage XIV. Aan het College van Burgemeester en Wethouders te Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: Ondergeteekenden respectievelijk voorzitter en secretaris der afdeeling Leiden van den Nederlandschen Bond van Horlogemakers goedgekeurd bij Koninkl. Besluit van 3 Dec. 1900 No. 14 en van 22 Maart 1904 No. 44, dat rekestranten ten zeerste overtuigd zijn van het voordeel eener 9 uur sluiting, mits deze wettelijk worde geregeld, dat derhalve op de, door genoemde Afdeeling, gehouden vergadering ddo 26 April 1912, is aangenomen een voorstel tot het doen van stappen om te komen tot een wettelijke 9 uur-winkelsluiting. Redenen, waarom rekestranten Uw College eerbiedig ver zoeken het daarheen te willen leiden dat voor Leiden zulk een verordening worde vastgesteld. 't Welk doende enz. J. Terpstra, Voorzitter. P. S. Landzaat, Secretaris. Leiden, 29 April 1912. Bijlage XV. Leiden, 29 April 1912. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen W. de la Rivière en C. H. Langezaal, respectievelijk Voorzitter en secretaris der afdeeling Leiden en Omstreken van den Ned. R. K. Volksbond, handelende ingevolge opdracht van een besluit van de ledenvergadering van 11 April 1912 dat de Vergadering 't als haar wensch uitsprak dat ook in deze gemeente een verordening op de winkelsluiting worde vastgesteld dat echter uit een voorafgaand onderzoek zal moeten blijken, welk sluitingsuur voor deze gemeente het meest gewenscht worde geacht en welke uitzonderingen zullen moeten worden toegestaan. Redenen waarom adressanten uwen Raad beleefd en drin gend verzoeken zoo spoedig mogelijk een onderzoek te laten instellen, als boven bedoeld, en de behandeling en vaststel ling (voor een verordening op de Winkelsluiting zooveel mogelijk te bespoedigen. 't Welk doende namens de afd. Leiden en van den Ned. R. K. Volksbond. W. de la Rivière, Voorz. C. H. Langezaal, Secr. Secretariaat Levendaal 117a Leiden. Bijlage XVI. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Edelachtbare Heeren Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: Het Bestuur der afdeeling Leiden van den Nederl. Bond van Boekverkoopersbedienden goedgekeurd bij Kon. Besluit van 12 Mei 1898. dat zij in het belang van hare leden in het bijzonder, van dat der niet leden onder de bedienden in het algemeen acht, wanneer aan het vrijwillig sluitingsuur der debietzaken in den Boekhandel en aanverwante vakken door de autoriteiten een einde wordt gemaakt; dat zij het eveneens in het belang harer leden acht dat de bedienden in die zaken niet tot 10 uur of half elf aan wezig moeten zijn en alzoo de jongere bedienden niet in de gelegenheid zijn, hunne studiën te kunnen vervolgen en de oudere niet die vrijheid wordt gegeven, die hen in de maat schappij toekomt dat zij van meening is, dat de dwang niet zoo drukkend zou zijn en de patroons door een vervroegd sluitingsuur geen schade zullen ondervinden. Redenen waarom adressante er ten sterkste bij Uwen Raad op aandringt eene gemeentelijke verordening in het leven te doen roepen voor eene algemeene winkelsluiting om 9 uur des avonds. Hetwelk doende Het Bestuur der afdeeling Leiden H. J. Elfung, Voorzitter. Johan A. M. van Schaik, Secretaris. Breestraat 114a. Bijlage XVII. Leiden, 3 Mei 1912. EdelAchtbHeeren Geeft met den verschuldigden eerbied te kennen, het be stuurder Kappers en Barbiers Patroons Vereeningiug, »Hulp en Vriendschap" opgericht 29 November 1880, dat door de leden van voornoemde Vereeninging in de Openbare Vergade ring 23 Mei jl. is aangedrongen Uwen Raad te verzoeken ook in het Kappers bedrijf de 9 uur sluiting bij Gemeente lijke Verordering te willen regelen, uitgezonderd de Zaterdag avond en de dagen voor Christelijke en Leidsche feestdagen. Namens het bestuur W. F. Tegelaar, ie Voorzitter. J. Ouwerkerk, ie Secretaris. Bijlage XVIII. Leiden, 1 Juni 1912. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geven te kennen ondergeteekenden Adriaan, Kouwenberg, Voorzitter, en Dirk, Pieter, Weijers, Secretaris, in dezen ver tegenwoordigende de Kappers en Barbiers Patroons Vereeni- ging »Ons Belang" Afdeeling Leiden der Nederlandsche Kappers en Barbiersbond goedgekeurd bij Kon: Bes: dat de lokalen, waarin door de Kappers en Barbiers hun vak word uitgeoefend, in den zin der arbeidswet als werk plaats worden aangemerkt, dat zij evenwel gaarne in verband met heteventueele vast stellen van eene gemeentelijke verordening op het verplicht winkelsluiten hunne werkplaatsen in dezen aangelegenheid als winkels beschouwd zagen daar zeer vele Kappers en Barbiers bij hun werkplaatsen reeds als winkeliers optreden. dat diegenen, die niet als winkeliers optreden, bij het vaststellen van die verordening, hunne zaken als vallende buiten het winkelbedrijf langer geopend zouden kunnen houden, en dan schade zouden berokkenen aan hen, die wel als winkeliers optreden. Redenen waarom zij zich lot Uw College wenden met het verzoek, bij vaststelling van meer genoemde verordening de Kappers en Barbierszaken daarin op te nemen. 't Welk doende, A. Kouwenberg, Voorzitter. D. P. Weijers, Secretaris.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 7