DONDERDAG 19 SEPTEMBER 1912.
131
Zitting van Donderdag 19 September 1913.
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitter: de heer Burgemeester Jhr. Mr. N. C. DE GIJSELAAR.
Te behandelen onderwerpen:
1° Benoeming van eer» tij lelijk leeraar in de oude talen aan
het Gymnasium. (199)
2° Benoeming van een Ambtenaar van den Burgerlijken
Stand. (210)
3° Rekening, dienst 1911, van het tl. G. of Arme Wees-
en Kinderhuis. (207)
4° Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst
1911, van het College van Vrouwen-Kraammoeders. (208)
5° Rekening, dienst 1911, van het College van Vrouwen-
Kraammoeders. (208)
6° Begrooting, dienst 1913, van het College van Vrouwen-
Kraammoeders. (209)
7° Verzoek van de Leidsche Gymnastiek- en Schermver-
eeniging «Hercules" om het gebruik van het gymnastiek
lokaal aan de Pieterskerkgracht. (206)
8° Verzoek van den leeraar in de Gymnastiek M. A. A. Steijns
om het gebruik van het gymnastieklokaal aan de Pieters
kerkgracht, tot het geven van privaatlessen. (205)
9° Bezwaarschrift van J. H. Jansse tegen de lijst van kies
gerechtigden voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken.
(201)
10° Voorstel tot bet aangaan van een overeenkomst inzake
de uitbreiding van den Leidschen Keuringsdienst van eet-
en drinkwaren over de gemeente Valkenburg'(Z.-H.). (202)
11° Verordening, houdende wijziging der verordening van 13
October 1910 (Gembl. No. 20), houdende regeling van
de bezoldiging der Politiebeambten in de gemeente Leiden.
(200)
12° Voorstel om aan Mej. J. van der Laan, echtgenoote van
H. F. M. Freije, eervol ontslag te verleenen uit hare
betrekking van onderwijzeres aan de school 4e klasse
No. 2. (203)
13° Verzoek van de afd. Leiden van den Bond van Neder-
landsche onderwijzers om de kosten van het geneeskundig
attest ten behoeve van zieke onderwijzers(essen) voor
rekening der gemeente te nemen. (204)
Tegenwoordig zijn 30 leden, n.l. de heerenBots, van dei-
Lip, van der Eist, Driessen, Vergouwen, Timp, Fischer, Korff,
Heeres, de Boer, A. Mulder, Carpentier Alting, van Tol, Boter-
mans, Bosch, Pera, Zwiers, Roem, P. J. Mulder, Reimeringer,
van Hamel, Corts, Kruimel, Fokker, Hoogenboom, Briët, Sijtsma,
van der Pot, van Gruting en later ook de beer Aalberse.
Afwezig is de heer Korevaar, wegens uitstedigheid.
De Voorzitter. Mijne heeren! Alvorens verder te gaan,
wensch ik een woord van welkom toe te roepen aan den
heer P. J. Mulder, die na een langdurige ziekte heden weer
voor het eerst aanwezig is. Het doet u zeker allen, evenals
mij, veel genoegen, dat wij den heer Mulder weer in zoo
goede gezondheid terugzien. Wij hopen van harte, dat wij den
heer Mulder nog vele jaren in ons midden mogen behouden en
dat het hem nog lang vergund moge zijn, de belangen der
gemeente te behartigen.
Teekenen van instemming.)
De heer P. J Mulder. M. d. V. Ik dank u zeer voor uw
welwillende woorden, als ook de leden voor de belangstelling
die zij gedurende mijne ziekte hebben getoond.
De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering
van Dinsdag 3 September 1912, worden goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen
1°. Beschikkingen van Gedep. Staten op de ingediende
reclames tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting.
2°. Mededeeling van Dr. P. J. Blok, Dr. A. W. Kroon Jr.
en D. Hartevelt H.Czn. dat zij hunne benoeming tot lid der
Commissie voor het Stedelijk Museum »de Lakenhal" aan
nemen.
3°. Mededeeling van Mr. A. van der Eist dat hij de be
noemingen tot lid en voorzitter der Commissie voor de Huis
houdelijke Verordeningen, lid der Commissie voor het Oud-
Archief' en lid der Commissie van onderzoek, bedoeld in art.
22 van het Werkliedenreglement, aanneemt.
4°. Mededeeling van Mr. P. J. M. Aalberse dat hij de be
noeming tot Commissaris der Stedelijke lichtfabrieken aan
neemt.
5°. Dankbetuiging van het Bureau van het IVe Congres
International ile l'Histoire des Religions voor de beschikbaar
stelling van de Stads-Gehoorzaal voor de plechtige openings-
zitting van het Congres.
Dit stuk luidt als volgt:
Leiden, 16 September 1912.
Het bureau van het IVe Congres international de l'Histoire
des Religions a Leiden heeft de eer Uw College zijn welge-
meenden dank te brengen voor de welwillendheid waarmede
Uw College de groote zaal der Stadsgehoorzaal voor de plech
tige openingszitting te zijner beschikking heeft gesteld.
Met de meeste hoogachting teekenen namens het bureau
voornoemd
P. D. Chantepie de la Saussaye, Voorzitter.
B. D. Eerdmans, Secretaris.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Verzoek van het Strijkorkest «Euterpe" om het gebruik
van een lokaal der Kweekschool voor onderwijzers en onder
wijzeressen.
2°. Verzoek van de afd. Leiden van deri Ned. Padvinders-
bond om het gebruik van 2 lokalen van het Caecilia-Gasthuis.
3°. Verzoek van de Vereeniging tot bevordering van het
Vreemdelingenverkeer om vergunning tot het maken vaneen
houten gebouwtje op het Stationsplein der Holl. IJzeren Spoor
weg-Maatschappij.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
4°. Advies van de Commissie ad hoe op de ingediende be
zwaarschriften tegen aanslagen in het vergunningsrecht.
Zal worden opgenomen onder de Ingekomen Stukken.
5°. Adres van de afd. Leiden der Soc. Dem. Arbeiders-Partij
in zake de meeting met muziek en zang op Zondag 8 September j.l.
in de Burcht.
Dit stuk luidt als volgt
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft beleefdelijk te kennen de afdeeling Leiden der Sociaal-
Demokratische Arbeiders-Partij
dat op een door haar ingediend verzoek om een openlucht
meeting, die gehouden zou worden op Zondag 8 September
van 122 uur, te mogen opluisteren door muziek en zang,
door den burgemeester dezer gemeente afwijzend is beschikt,
aangezien op Zon- en Christelijke feestdagen nimmer muziek
mag gemaakt worden voor des avonds acht uur;
dat deze beslissing het den arbeiders onmogelijk maakt om
ooit hier ter stede een groote openluchtmeeting te houden
of een optocht overdag te organiseeren, daar op deze meetings
en optochten de zang en muziek niet kunnen gemist worden
en den arbeiders de vrijheid ontbreekt om op andere dagen
als Zondagen in grooten getale aan meetings en optochten
deel te nemen;
dat dus door de beslissing van den burgemeester voor de
georganiseerde arbeiders het grondwetsartikel buiten werking
wordt gesteld, waarbij den ingezetenen wordt gewaarborgd het
vrije recht van vereenigen en vergaderen en dit alleen wordt
onderworpen aan wettelijke bepalingen, uit te vaardigen in
het belang der openbare orde;
dat adressante van oordeel is, dat haar bovenvermeld ver
zoek niet kan worden afgewezen met een beroep op het belang
der openbare orde, daar hare betoogingen en optochten zich
steeds hebben gekenmerkt door de grootst mogelijke orde en
de betoogers zich immer hebben gehouden aan de voorschriften
der politie;
dat de weigering van haar bovenvermeld verzoek ook niet
kan worden gemotiveerd met een beroep op de bepalingen
der Zondagswet;
dat adressante toch in de eerste plaats zich niet zonder
protest zou kunnen neerleggen bij een zoodanige toepassing
der bepalingen van de Zondagswet, dat deze alleen zouden dienst
doen om de arbeidersklasse te belemmeren in de uitoefening
van haar recht van vereenigen en vergaderen, waar toch deze
ganschelijk verouderde wet nergens meer geheel wordt toe
gepast zelfs geen rijtuig, geen wagen, geen tram of trein
zou des Zondags mogen rijden zonder toestemming der plaatse
lijke overheid maar in een belangrijk deel des lands b.v.
in gansch Noord-Brabant en Limburg en in bijna alle groote
steden geheel buiten toepassing wordt gelaten, zoodat con
certen, andere openbare vermakelijkheden, balspelen enz. ook