128 DONDERDAG 3 SEPTEMBER 1912. Worden achtereenvolgens benoemd de heer van der Eist met 23 stemmen (de heer Aalberse verkreeg 1 stem terwijl 2 biljetten in blanco waren), de heer Briët met 23 stemmen (de heeren van der Eist en Corts verkregen ieder 1 stem, terwijl 1 biljet in blanco was). De heer Briët verklaart zich bereid de benoeming aan te nemen; aan den heer van der Eist zal van zijne benoeming worden kennis gegeven. De Voorzitter. Mag ik de heeren leden van het stembureau wel zeer bedanken, voor de moeite die zij zich hebben getroost. XIII. Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst inzake de uitbreiding van den Leidschen Keuringsdienst van eet- en' drinkwaren over de gemeente Warmond. (Zie Ing. St. No. 196). Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd. De artikelen 1 tot en met 9 en daarna de geheele concept overeenkomst worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. XIV. Voorstel tot wijziging van de financieële verhouding tusschen de gemeente en de Stedelijke fabrieken van gas en electriciteit. (Zie.Ing. St. No. 197). De beraadslaging wordt geopend. De Voorzitter. De Commissie van Financiën zegt omtrent deze zaak in haar advies: „dat zij tegen het door de H.H. Commissarissen der Stede lijke Fabrieken van Gas en Electriciteit gedane drieledige voor stel, opgenomen in de voordracht van Burgemeester en Wet houders onder No. 197 der Ingekomen Stukken geene beden kingen heeft, onder voorwaarde evenwel, dat, indien de gemeente eventueel een hoogere rente dan 4f zal moeten betalen, ook aan de Lichtfabrieken het hoogere percentage in rekening zal worden gebracht," In het algemeen kan de Commissie dus wel medegaan met het drieledig voorstel van Burgemeester en Wethouders. Nu zou ik echter aan de Commissie willen vragen of zij de voorwaarde door haar gesteld niet zou kunnen laten vallen. Het geldt op dit oogenblik een algemeene regeling. Op voorstel van Commissarissen is die regeling aldus gedacht, dat onaf hankelijk van de rente die de gemeente zal hebben te betalen voor hetgeen zij leent, de gasfabriek voor haar obligatieleeriingen aan de gemeente zal moeten vergoeden een rente die iedere soliede commercieele onderneming moet betalen. Wij hebben dan ook niet genomen den rentevoet waarop de gemeente zal kunnen leenen, maar een rente die in den handel door een lichaam als de gasfabriek zou moeten worden betaald. Eerst wanneer men zoo doet, kan men een goed oordeel vellen over de resultaten van het bedrijf. Nu zou het kunnen zijn ik hoop niet, dat die tijd zal komen dat de gemeente zou moeten leenen tegen 5 dan zullen Burgemeester en Wethouders ook zeker wel met een voorstel bij den Raad komen, waarbij de gasfabriek tot beta ling van 5 wordt verplicht. Wanneer de geheele toestand zoo verandert dat de gemeente meer rente zal hebben te be talen, dan twijfel ik er niet aan, of Burgemeester en Wet houders zullen wel met een dergelijk voorstel komen, om ook de gasfabriek dan wat meer te laten betalen. Wat Burge meester en Wethouders nu voorstellen is dan ook geen wet van Meden en Perzen; wij beoogen alleen op het oogenblik een bepaald systeem vast te stellen en wat door de Commissie van Financiën nu wordt gevraagd, past niet in ons stelsel. Immers door aan ons voorstel die voorwaarde te verbinden wordt de oude toestand bestendigd. Ik zou daarom aan de Commissie dit willen vragen: vinden de heeren goed, dat de Raad thans aanneemt het voorstel van Burgemeester en Wet houders zooals het daar ligt, met dien verstande, dat wanneer werkelijk de toestanden geheel mochten veranderen, wij ook met een nader voorstel zullen komen. De heer Reimeringer. M. d. V. Zooals het advies luidt, geeft het ook niet precies het gevoelen van de Commissie van Financiën weer. Door den korten tijd wij hebben het voorstel van Burgemeester en Wethouders eerst verleden week gekre gen is er geen tijd geweest voor de Commissie om te ver gaderen. De Commissie heeft alleen willen aangeven, dat wan neer eventueel de gemeente voor hare leeningen meer zal moeten betalen dan 4a%, de gasfabriek ook een hoogere rente zal moeten betalen. Wij hebben dit gedaan in het vooruitzicht, men zie slechts het verslag van de Nederlandsche Bank, dat het geld voorloopig niet zoo goedkoop meer zal zijn te krijgen, wanneer wij eventueel moeten leenen, zal dit dus niet meer zoo goedkoop zijn als vroeger. Dit heeft de Commissie van Financiën gemeend onder de aandacht van Burgemeester en Wethouders te moeten brengen; het was niet zoozeer hare bedoeling, om het als voorwaarde te stellen. De heer Fokker. Ik zou wel willen voorstellen om dit voor stel van Burgemeester en Wethouders, dat zeker wat de retributiën aangaat, een verandering brengt in den tegen- woordigen toestand, te verzenden naar de aldeelingen om het daar tegelijk met de begrooting waarbij het behoort, te onder zoeken. Het geldt een zaak die wel rijpelijk mag worden overwogen en haast is er niet bij. Wanneer wij bij de be handeling van de begrooting een beslissing nemen, is het nog tijd genoeg. De heer Vergouwen. Ik kan mij met het voorstel van den heer Fokker in het geheel niet vereenigen. Het voorstel gaat toch volstrekt niet zoo diep, dat wij er niet dadelijk over zouden kunnen oordeelen. Bovendien is het indertijd door u, M. d. V., reeds aangekondigd, u hebt toen al gezegd de rekening met de gasfabriek moet wat anders gemaakt worden. Wij waren dus al eenigszins op een dergelijk voorstel voor bereid en wij hebben al den tijd gehad om de zaak a tête reposée te overwegen. Wat betreft het advies van de Commissie van Financiën, u hadt, M. d. V., als ik het goed begrijp, alleen bezwaar tegen het stellen van eene voorwaarde. Zooals de heer Reimeringer evenwel al heeft gezegd de Commissie wenscht wat zij vraagt niet als voorwaarde te stellenzij heeft alleen onder de aan dacht van Burgemeester en Wethouders willen brengen, dat wij in een tijd leven dat de gemeente wellicht niet meer tegen 4 zal kunnen leenen maar tegen 4x/2 zal moeten leenen. Op dit oogenblik leveren de Staatsfondsen reeds 4 op, en ik heb zelfs gelezen dat er in Duitschland sprake van is om een 4x/2 Staatsleening uit te geven. Waar dit het geval is, zullen de gemeenten wel tegen een hooger percen tage moeten leenen en derhalve zal het dan ook kunnen ge beuren, dat de gasfabriek iets meer zal moeten betalen. De Commissie meende dat het goed zou zijn, dit even onder de aandacht van Burgemeester en Wethouders te brengen. De Voorzitter. De Commissie van Financiën meent dus, dat ons voorstel kan blijven zooals het is; wat zij heeft op gemerkt beschouwt zij niet als een door haar gestelde voor waarde, doch alleen als eene waarschuwing, opdat wanneer het zoover mocht komen, Burgemeester en Wethouders een nader voorstel zullen doen ten opzichte van den rentevoet voor nieuwe leeningen. Met die verklaring van de Commissie kunnen Burgemeester en Wethouders tevreden zijn. Wat het voorstel van den heer Fokker aangaat, wanneer .de heer Fokker den laatsten tijd over een zaak begint te spreken, denk ik altijd, dat wordt een voorstel tot aanhouden. Ik zie volstrekt geen reden om dit voorstel nu aan te houden. Bij het laatste leeningsvoorstel werd ook een rente van 472% voorgesteld. Toen heb ik er uitdrukkelijk op gewezen, dat geleend werd tegen een rente van 472 en niet zooals vroeger altijd geschiedde, tegen de rente, die de gemeente zou moeten betalen. Ik zie het groote gewicht van dit voor stel ook niet in het is waarlijk niet van zooveel beteekenis, dat het daarom zou moeten worden aangehouden. Het is slechts eene regularisatie. Vroeger moest bij elke leening precies uitgerekend worden, hoeveel het percentage der rente moest zijn. Het stelsel dat wij thans willen invoeren is veel zuiverder, nu leent de gasfabriek evenals elk ander handels lichaam. Het praktische gevolg zal zijn, dat het voor de gas- fabriëk een paar duizend gulden scheelt, terwijl de electrici- teitsfabriek aanzienlijk meer zal moeten betalen, omdat deze tot nog toe een veel te lage rente betaalde. De heer Fokker. Het gaat bij mij ook minder om de be rekening van de rente van de kapitalen dan wel om de retributie die zal moeten worden betaald zooals ik onmiddel lijk zeide. In de eerste plaats is het mij niet duidelijk waarom voor de hoofdgasbuizen zal moeten worden betaald een retri butie van ƒ1.—, voor de hoofdkabels der electriciteitsfabriek 0.25 en voor die ten behoeve van de klokkentorens 0.05 per strekkende meter. Waarom voor de hoofdkabels vijfmaal zooveel moet worden betaald als voor de kabels ten behoeve van den klokkendienst. Gemotiveerd wordt dit niet, er staat alleen, dat de vaststelling der retributies vrij willekeurig moest plaats hebbennu, dat kan men dan ook wel zien. Het maakt op mij den indruk alsof men gezocht heeft naar een middel om de winst van de gasfabriek wat lager te maken, tegen den tijd, dat er van den Raad een aandrang zou uitgaan tot verlaging van den gasprijs. De verhooging van den gasprijs een paar jaar geleden is toen gemotiveerd met de hooge steenkolenprijzen. Toen de kolenprijzen verlaagd werden, is de gasprijs evenwel niet verlaagd. Wanneer men nu op ver laging van den gasprijs gaat aandringen, zal men zich be roepen op de lagere winst van de gasfabriek, want zij zal zooveel meer moeten betalen aan de gemeente voor retributiën, Het is dus wel een zaak van gewicht. Het is een zaak die bij de begrooting dient behandeld te worden, ook omdat er volstrekt geen haast bij is. Vandaar dat ik den Raad in over weging heb meenen te moeten geven dit voorstel in de sectiën

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 6