116 DONDERDAG 22 AUGUSTUS 1912. De Voorzitter. Voor het doen van de nu volgende benoe mingen, noodig ik de heeren Pera, Zwiers, Heeres en van Tol uit, het stembureau te willen uitmaken. De heer Sijtsma. M. d. V. Omtrent de benoeming die het eerste aan de' orde is, zou ik wel een enkel woord willen zeggen. Wij hebben ten aanzien van deze benoeming den ge heimen trommel bijna vol gekregen, welke stukken ik toch zeker niet in het openbaar mag bespreken. Voor mij hebben die geheime stukken echter niet zooveel waarde, wanneer zij geheim moeten blijven. Wanneer ik van iemand een verkla ring afleg, maar- ik voeg er bij, dat die slechts voor enkele personen bestemd is, dan heeft dit voor dien persoon niet zoo veel waarde als wanneer ik zeg, dat iedereen alles mag ver nemen. Ik zou echter over deze benoeming in geheime zitting een enkel woord willen zeggen. De Voorzitter. Ik ben het niet in alle opzichten met den heer Sijtsma eens. De heer Sijtsma meent, dat hetgeen men in het openbaar te kennen geeft, meer vertrouwen verdient, dan wat men in het geheim mededeelt. Doch wanneer men in het openbaar eene beoordeeling moet geven van iemands karakter, zal in den regel een heele slappe verklaring worden afgelegd. Er zijn een massa menschen die niet in het openbaar hun hart om het zoo eens te noemen willen luchten. Men heeft gezien, dat het dossier heel onpartijdig is samengesteld; iedereen heeft zich geuit, zooals hij meende te moeten doen. Hier is dus niet achter den rug van iemand kwaad gesproken, maar ronduit zijn de verschillende meeningen meegedeeld. Iemand kan een braaf en goed mensch zijn en toch op het een of ander punt niet geheel geschikt. Wanneer men dit echter in het openbaar over iemand als zijn opinie moest uiten, dan zou dit veelal in vage en slappe termen geschieden, waaraan de Raad toch niet veel zou hebben. Wenscht u een geheime zitting, doet u dan daartoe het voorstel. De heer Sijtsma. M. d. V. Dan stel ik voor een zitting met gesloten deuren te houden. De Voorzitter. Wordt dit voorstel ondersteund? Aangezien het voorstel voldoende wordt ondersteund, zal ik de deuren doen sluiten. De vergadering wordt na eenigen tijd heropend. Alsnu wordt benoemd de heer H. Meylink met 16 stemmen; 4 stemmen waren uitgebracht op den heer P. van der Mey. II. Benoeming van eene onderwijzeres aan de school 3e klasse No. 5. (Zie Ing. St. No. 173.) Wordt benoemd Mej. T. Overdiep met 19 stemmen1 stem was uitgebracht op Mejuffrouw C. A. A. de Jong. III. Benoeming van eene onderwijzeres aan de school 3e klasse No. 8. (Zie Ing. St. No. 173.) Wordt benoemd Mej. S. M. Meyer met 19 stemmen1 stem was van onwaarde. IV. Benoeming van een onderwijzer aan de school 3e klasse No. 8. (Zie Ing. St. No. 174.) Wordt benoemd de heer J. de Jong met algemeene (20) stemmen. V. Voorstel tot bestendiging van J. M. N. Kapteyn in de betrekking van leeraar aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. (Zie Ing. St. No. 175.) De Voorzitter. Tevens stellen Burgemeester en Wethouders voor om de bezoldiging, van den heer Kapteyn vast te stellen op ƒ400.'sjaars. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. Wordt herbenoemd met algemeene (20) stemmen de heer J. M. N. Kapteyn. VI. Idem als voren van den leeraar Ch. F. H. Dumont. (Zie Ing. St. No. 176.) De Voorzitter. Tevens stellen Burgemeester en Wethouders voor om de jaarwedde van den heer Dumont te bepalen op 1800.als leeraar in de aardrijkskunde en op ƒ100.als leeraar in het schoonschrijven. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. Wordt herbenoemd met algemêene (20) stemmen de heer Ch. F. H. Dumont. VII. Idem als voren van den leeraar C. E. Hoorens van Heyningen. (Zie Ing. St. No. 176). De Voorzitter. Tevens stellen Burgemeester en Wethouders voor om het traktement van dezen leeraar te bepalen op 2400.'s jaars. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. Wordt herbenoemd met algemeene (20) stemmen de heer O. E. Hoorens van Heyningen. VIII. Benoeming van een leeraar in de algebra aan de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen. (Zie Ing. St. No. 166.) De Voorzitter. Tevens stellen Burgemeester en Wethouders voor om de jaarwedde en den pensioensgrondslag van dezen leeraar te bepalen op 525.—. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. Wordt benoemd de heer H. J. Hartwijk met 19 stemmen; 1 stem was van onwaarde. IX. Voorstel tot bestendiging van C. E. Hoorens van Heyningen in de betrekking van leeraar in het rekenen aan de Kweek school voor onderwijzers en onderwijzeressen. (Zie Ing. St. No. 177.) Wordt herbenoemd de heer C. E. Hoorens van Heyningen met 19 stemmen1 stem was van onwaarde. X. Beuoeming van een tijdelijk leeraar in de wiskunde aan de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen. (Zie Ing. St. No. 177.) Wordt benoemd de heer C. E. Hoorens van Heyningen met 18 stemmen; 2 stemmen waren van onwaarde. XI. Vaststelling van eene opgave van vier personen ter benoeming tot lid van het college van Zetters voor 's Rijks directe belastingen. (Zie Ing. St. No. 171 De Voorzitter. Ik stel voor om deze vaststelling van opgaven te doen twee aan twee, op ieder briefje dus te plaatsen twee namen en wel in de orde, zooals die is aangegeven met de Romeinsche cijfers in de Ingekomen Stukken. Wij kunnen dan met 3 stemmingen volstaan. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt daartoe besloten. Dp uitslag der stemming is, dat bij de eerste stemming worden aangewezen: 1°. Dirk van Lith, met 19 stemmen; 2°. Willem Fontein, met 18 stemmen. 1 stem was uitgebracht op B. E. Spijker P.Hzn. als N°. 2 en 1 stem was van onwaarde. Bij de tweede stemming worden aangewezen: 1°. Barend Egbert Spijker P.Hzn., 2°. Jan Hendrik de Jong, beiden met 17 stemmen. 1 stem was uitgebracht op D. van Lith, 1 op J. P. Fontein, en 1 op J. H. de Jong, telkens als N°. 1. 1 stem was uitgebracht op B. E. Spijker P.Hzn. en 1 op A. L. de Vlieger als N°. 2. Bij de derde stemming worden aangewezen: 1°. Johannes Paulus Fontein, met 18 stemmen; 2°. Anthony Leendert de Vlieger, met 17 stemmen. 1 stem was uitgebracht op B. E. Spijker P.Hzn en 1 op A. L. de Vlieger als N°. 1. 1 stem was uitgebracht op J. H. de Jong en 1 op J. P. Fontein als N°. 2. De Voorzitter. Ik dank de heeren leden van het stembureau voor de genomen moeite. XII. Rekening, dienst 1911, van de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit. (Zie Ing. St No. 190.) De Voorzitter. De Commissie van Financiën heeft de rekeningen accoord bevonden, maar spreekt daarbij tevens de wenschelijkheid uit: »le. dat gemelde rekeningen voortaan ingediend worden op den tijd, door de desbetreffende verordening voorgeschreven, en 2e. dat ze in meer overzichtelijken vorm gegeven worden, zoodat niet alleen de exploitatierekening, maar ook de balans met de winst- en verliesrekening uit de overgelegde stukken kunnen geverifieerd worden." i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 4