100 DONDERDAG 18 JULI 1912. de verplichte winkelsluiting, ingezonden door: de afd. Leiden van den Alg. Ned. Typografenbondde afd. Leiden van den Alg. Ned. Ambtenaarsbond; de Leidsche Slagersgezellen veree- niging: »Nut en Vriendschap", afd. Leiden van den Ned. Slagersgezellenbond. 4°. Verzoek van P. Marijt e.a., om den naam »Kijfgracht" te veranderen in dien van Havengracht''. 5°. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 1912. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 6°. Verzoek van J. B. Kamsma, om, ondanks zijn 37 jarigen leeftijd, benoemd te worden tot vast monteur aan de Stedelijke Electriciteitsfabriek. De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders stellen voor afwijzend op dit verzoek te beschikken, orndat de verordening dit niet toelaat. Daartoe wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming besloten. 7°. Verzoek van L. v. d. Meel om vergunning tot het maken van een houten rijwielloods bij het station der Holl. Electr. Spoorwegmaatschappij aan den Heerensingel. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. De Voorzitter. Alvorens over te gaan tot de behandeling van de agenda, zou ik den Raad willen voorstellen een tweetal spoedeischende zaken terstond in behandeling te willen nemen. Heeft de Raad tegen de behandeling bezwaar? Zoo niet, dan is daartoe besloten. Vooreerst stellen Burgemeester en Wethouders voor gunstig te beschikken op een aanvraag om het kosteloos gebruik van de Stadsgehoorzaal. De Ontvangstcommissie voor het 4de Internationaal Congres voor de Godsdienstgeschiedenis, wenscht de beschikking te hebben over den foyer op 9 en 13 September en over de groote zaal op 10 September a.s. Deze lnca- liteiten zijn op die dagen beschikbaar. En ik geloof dat het op den weg ligt van het gemeentebestuur om de zalen gratis af te staan, daar het houden van een Internationaal congres hier ter stede zeker in het belang is van Leiden. Het voorstel van Burg. en Weth. wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter In de tweede plaats wordt door Burge meester en Wethouders voorgesteld: het overnemen door de gemeente in eigendom en onderhoud van een gedeelte van de Stadhouderslaan en het daaraan grenzende slootgedeelte, kadastraal bekend Sectie M No. 2786 onder de volgende voorwaarden a. dat door de eigenaren van de straat en het slootgedeelte wordt gestort in de gemeentekas een bedrag van ƒ900. b. dat geen bijdrage zal worden toegekend wegens de meerdere breedte dan 20 M. van een deel der straat; c. dat de uit de straat verwijderde materialen, voor zoover voor de gemeente bruikbaar, tegen taxatie van gemeentewege zullen worden overgenomen. Wellicht wil de heer Korevaar dit voorstel nog even nader toelichten. De heer Korevaar. M. d. V. De behandeling van dit voor stel is urgent en wel om de volgende redenen. De Raad heeft in de vorige vergadering doen blijken van zijn belang stelling in den toestand daar ter plaatse en niet onduidelijk te kennen gegeven, er toe te willen medewerken om daar zoo spoedig mogelijk een goeden toestand in het leven te roepen. Nu is de zaak zoover gevorderd, dat de straat, die in handen was van iemand, die niets geen belang had bij een geordenden toestand, is overgegaan in handen van de eigenaren der aan die straat liggende huizen, die groot belang hebben bij een goede straat. Deze eigenaren zijn thans bereid om alles in goeden staat te brengen en willen daartoe de straat overdragen aan de gemeente Nu achten Burgemeester en Wethouders het wenschelijk, dat aan die huiseigenaren er zijn er meerder en bekend wordt gemaakt onder welke voorwaarden de gemeente bereid is de straat over te nemen. De medewerking, welke door de verschillende huiseigenaren wordt toegezegd, is niet van ge lijken aard, omdat de belangen van den een er minder bij betrokken zijn dan die van den ander. Om nu de onderhan delingen met ieder afzonderlijk te coupeeren, is het het beste, dat de Raad zegtonder deze voorwaarden wil de gemeente de straat overnemen. Wil men aan deze voorwaarden niet voldoen, dan blijft de toestand zooals hij is, of wordt er mis schien niet beter op, terwijl de huiseigenaren er de dupe van zullen worden. Wordt evenwel aan de gestelde voorwaarden voldaan, dan kan de gemeente de straat overnemen en deze in een goeden toestand worden gebracht. Burgemeester en Wethouders hebben nu gemeend als voor waarden te moeten stellen, hetgeen zooeven is voorgelezen. In de eerste plaats moet worden gestort een bedrag van 900, waarvoor het een en ander in orde kan worden ge maakt, terwijl men moet afzien van eene vroeger in principe aangenomen vergoeding voor den aanleg van eene straat van meer dan 20 Meter. l)e heeren zullen zich herinneren, dat is toegezegd om bij den aanleg van eene straat van meer dan 20 M. breed, eene tegemoetkoming te geven. Deze bijdrage is reeds begrepen in het bedrag van 900. Wij meenen, dat het eenvoudiger was de som van f 900 te bepalen, waarin de eventueele bate is begrepen. In de tweede plaats stellen Burgemeester en Wethouders voor, aangezien de tegenwoordige eigenaren de dupe zijn ge worden van de vorige, nu zij zijn blijven zitten met. materi alen als steenen, trottoirbanden en dergelijken, deze tegemoet te komen en van deze materialen over te nemen wat bruik baar is om verwerkt te worden in deze straat, volgens taxatie prijs van Burgemeester en Wethouders, en dit bedrag in mindering te brengen van de f 900. Hiermede meen ik de zaak voldoende te hebben toegelicht. De heer Reimeringer. M. d. V. Ik kan namens de Com missie van Financiën meedeelen, dat deze tegen dit voorstel geen bezwaar heeft. De heer Vergouwen. M. d. V. Ik zou u willen vragen, of in de voorwaarden is opgenomen, dat de gemeente de straat in onbetwist eigendom krijgt. In de vorige vergadering heb ik vernomen, dat er een hypotheek op rustte. Ik heb niet verstaan, dat eene dergelijke bepaling onder de voorwaarden is opgenomen. De Voorzitter. De gemeente krijgt de straat irr vrijen eigendom, zooals trouwens altijd de voorwaarde is bij eventueele overneming. De heer Sijtsma. M. d. V. Ik ben er Burgemeester en Wethouders dankbaar voor, dat zij deze zaak willen bespoe digen en tot een goed einde brengen, maar ik zou willen vragen: Is het wel noodzakelijk, dat de gemeeente die mate rialen voor taxatieprijs overneemt? Ik geloof, dat het beter is, dat wij niet helpen bevorderen, dat de personen die zich hebben laten gebruiken de steenen van den oorspronkelijken eigenaar op deze wijze te koopen, die nu weer aan de gemeente kunnen overdoen. Wanneer het althans in het voordeel der verkoopers is, dat de gemeente de steenen voor taxatieprijs overneemt, dan acht ik het beter daar niet toe over te gaan. Op die wijze zouden wij zulke practijken indirect in de hand werken. Steenen kan men overal krijgen. Doch deze menschen hebben de steenen gekocht, en nu gaat bij slot van rekening de gemeente dat materiaal overnemen en misschien nog extra hoog betalen. Dat zou wel eens een aansporing kunnen zijn voor anderen om ook zulk een particuliere straat te koopen om later weder de gemeente te vragen dat materiaal over te nemen. Slechts als de gemeente er voordeel bij heeft, zou ik er vrede mee kunnen hebben. De heer Roem. M. d. V. Ik zou gaarne de verzekering willen ontvangen, dat dan ook voor de ƒ900.de rioleering, de ruimdamkasten enz. in orde worden gebracht, zoodat de gemeente verder voor de straat niets behoeft uit te geven. De heer Botermans. Vóór zoover mij bekend is, is alles, de rioleering en de damkasten enz., in goeden staat. Alles is gemaakt onder toezicht van den Directeur van Gemeente werken, zoodat er volstrekt geen bezwaar bestaat om het voorstel van Burgemeester en Wethouders aan te nemen. De heer Korevaar. M. d. V. Den heer Roem kan ik mede- deelen, dat de 900 hierop zijn gebaseerd, dat de geheele straat in redelijken staat zal worden gebracht. Wat de opmer king van den heer Sijtsma betreft, kan ik dit antwoorden: Het zijn in hoofdzaak oude steenen, maar aangezien de taxatie geheel aan de gemeente is gebleven, zal deze door het over nemen zeker geen schade lijden; dat bij eene dergelijke rege ling de gemeente te veel zou betalen, mag niet worden onder steld. De huiseigenaren zijn door bijzondere omstandigheden gedwongen geworden om voor de straat te betalen en boven dien voor het materiaal, dat een ander er uitgehaald heeft, en nu vind ik het niet meer dan billijk, dat wij hen dit vergoeden. De heer Roem. M. d. V. Van hetgeen de heer Botermans heeft gezegd heb ik wel wat vreemd opgekeken. Ik meen, dat een vorige maal door den heer Botermans is gezegd, dat de rioleering in zoo'n slechten toestand verkeerde, dat niets kon worden overgenomen. De heer Botermans. Daar heb ik in de vorige vergadering niets van gezegd; ik heb juist gezegd, dat de rioleering zoo goed in orde was. De heer Bosch. Ik geloof dat van uit deze vergadering wel een woord van hulde mag worden gebracht, aan het beleid van Burgemeester en Wethouders in deze, die aan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 2